Vergadering van Dingsdag25 September 1888.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 25 September 1888.
87
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heer W. J. Oosterhoff.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholt burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 28 Augustus j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeuid.
II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd:
a. het le suppletoir kohier der directe belasting op het in
komen dienst 1888.
b. het raadsbesluit tot ingebruikgeving van gemeentegrond
aan S. Schilderman e.a.
2. een berigt van het collegie zetters dat de heer J. C.
Kutscli Lojenga tot zetter is benoemd en die benoeming heeft
aangenomen.
3. dat burgemeester en wethouders hebben besloten hun
voorstel, den raad in de vergadering van den 14n Augustus j.l.
aangeboden en strekkende tot wijziging van de instructie van
den gemeente-veearts in te trekkenomdat zij eerst willen be
proeven langs administratieven weg de bezwaren die tot het
doen van het voorstel aanleiding hebben gegeven op te heffen.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van een verzoek der directie van „de Harmonie" om
gedeeltelijke kwijtschelding der retributie.
2. Alsvoren tot het verleenen van eervol ontslag aan Mej.
G. E. Schrijverals onderwijzeres in de handwerken aan ge
meenteschool no. 10.
3. Alsvoren, tot het verleenen van eervol ontslag aan L.
Romein, als onderwijzer aan de gemeenteschool no. 1.
4. Alsvoren, naar aanleiding van een verzoek van J. Beek
man om aan zijne woning Noorderplantage no. 7 eene veranda
op gemeentegrond te mogen opstellen.
5. Eene voordragt ter benoeming van een gymnastiek-onder-
wijzer aan gemeenteschool no. 6.
De stukken sub 1 tot en met 5 worden voor de leden ter
visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
6. Een voorste! van burgemeester en wethouders tot het
doen instellen van eene regtsvordering tegen de erven Jan ter
Horst.
Dit voorstel zal nog heden worden behandeld.
.7. Eene apostille van den Commissaris des Konings, waarbij
om berigt en raad in handen van den gemeenteraad is gezonden
eene missive van de commissie van bestuur van het Stads
ziekenhuis gerigt aan Gedeputeerde Staten en inhoudende be
zwaren tegen het raadsbesluit tot niet-goedkeuring der begroo
ting van die instelling, voor den dienst van 1889.
De Voorzitter stelt voor, deze missive om prae-advies te
stellen in handen van burgemeester en wethouders.
De heer Troelstra kan zich hiermede niet vereenigen. Het
is toch bekend, dat het dagelijksch bestuur reeds meermalen
in deze zaak heeft geadviseerden welke zienswijze het dus
in dezen is toegedaan. Spr. acht het derhalve na al wat er
is geschreven, wenschelijk, om dit stuk te stellen in handen van
eene commissie van 3 leden uit den Raaddoor den Raad te
benoemen.
De Voorzittör had een oogenblik geaarzeld, welk voorstel
hij zoude doen of het stuk te stellen in handen van burge
meester en wethouders of van eene commissie uit den Raad.
Hij gaat evenwel gaarne met het denkbeeld van den heer Troel
stra mede en stelt voor, terstond tot het benoemen eener com
missie over te gaan.
De heer TrOölstra vraagt of dit niet te abrupt is en het
niet beter warede benoeming te doen na afdoening der aan
de orde zijnde punten.
De Voorzitter ziet de noodzakelijkheid hiervan niet in
maar zal er zich niet tegen verzetten. Hij stelt nu voorde
benoeming te doen geschieden terstond na de andere aan de
orde zijnde benoemingen.
Daartoe wordt besloten.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe
pingsbrief vermelde punten.
1Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand.
ter vervulling der vacature ontstaan door het door den heer
Mr. J. Minnema Buma genomen ontslag.
Het resultaat der gehouden stemming isdat de heer G. Me-
nalda met 15 van de 20 stemmen tot ambtenaar wordt benoemd.
De heeren Mr. J. L. van SloterdijckMr. J. S. baron van Ha-
rinxma thoe SlootenDr. N. Reeling Brouwer J. F. H. Bek
huis en H. Kuipers verkregen ieder 1 stem.
De heer Monalda vermeentdat het den raad niet zal ver
wonderen, wanneer hij zegt, dat hij de al of niet aanneming
dezer benoeming niet in beraad behoeft te nemen. Hij heeft
zich vooraf hierover kunnen bedenken en verklaart, dat hij de
benoeming niet kan aannemen.
De Voorzitter geeft daarop te kennen, dat hij in de vol
gende vergadering eene nieuwe benoeming aan de orde zal stellen.
2. Benoeming van een leeraar in de Nederlandsche taal en
letterkunde en in de aardrijkskunde aan het gymnasium.
Door heeren curatoren van het gymnasium worden aanbevo
len de heeren 1. R. G. Boer, doctorandus te 's Gravenhage en
2. G. G. Uhlenbeckdoctorandus te Leiden.
De uitslag der gehouden stemming isdat met algemeene
(20) stemmen eerstgenoemde wordt benoemd.
De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester
en wethouders worden vastgesteld.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot versterking
van het onderwijzend personeel en tot vermeerdering van het getal
leerlokalen van het gymnasium.
Burgemeester en wethouders stellen daarbij voor, te besluiten
I. Behoudens goedkeuring van den minister van Binnenland-
sche Zakenvoor den tijd van één jaar
a. aan te stellen een leeraar tot het geven van onderwijs in
de geschiedenis en in de aardrijkskunde op eene jaarwedde
van f 2000.
b. aan te stellen een leeraar tot het geven van onderwijs in
de natuurlijke historiegedurende 6 uur per week tegen eene
vergoeding van ƒ100 voor ieder lesuur per week.
c. overeenkomstig de aanbeveling van curatoren tot leeraar,
sub b bedoeld, te benoemen den heer S. P. Huizinga, leeraar
aan de Rijks Hoogere Burgerschool alhiermet bepaling dat die
benoeming zal gerekend worden te zijn ingegaan met den aan
vang van den cursus 1888/89.
II. de tegenwoordige leeraarskamer in het gymnasiumgebouw
te doen inrigten tot leerlokaal.
III. Burgemeester en wethouders uit te noodigen den Raad
te zijner tijd de noodige finantiëele voorstellen aan te bieden
ter bestrijding der kosten der bezoldigingen en van het inrigten
van een leerlokaal.
De voorstellen sub I a en b worden zonder discussie aan
genomen.
Daarna wordt overgegaan tot de benoeming van een leeraar
sub b bedoeld.
De uitslag der gehouden stemming is, dat de heer S. P. Hui
zinga met algemeene (20) stemmen, voor den tijd van één jaar
wordt benoemd tot leeraar in de natuurlijke historie aan het
gymnasium.
De onderdeelen II en III worden daarop zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.