Vergadering van Dingsdag den 9 October 1888.
I 4. eene beslissing van Gedeputeerde Staten omtrent reclames
legen aanslagen in den hoofdelijken omslag.
I 5. dat het sectie-onderzoek omtrent de ontwerp-gemeente-
legrooting, dienst 1889, het voorstel van burgemeester en wet
houders tot verlaging van den gasprijs en de nota van beden-
pingen tegen dit voorstel van den burgemeester, is afgeloopen,
pn dat tot rapporteurs zijn benoemd in de le secte de heer R.
II. Dijkstrain de 2e sectie de heer J. Theunisse, en in de 3e
lectie de heer F. Plantengatevens algemeen rapporteur.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 9 October 1888.
91
I Tegenwoordig 20 leden.
I Afwezig met kennisgeving de heer G. Menalda.
I Voorzitter de heer P. Lycklema a Nijeholt burgemeester.
I I. De notulen van de vorige op Dingsdag den 25 September
j.I. gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
I II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen:
I 1dankbetuiging van den heer N. Schuitemakerhoofd der
gemeenteschool No. 7 voor het geschenk hem bij gelegenheid
Kan zijn 40-jarig jubilé namens het gemeentebestuur vereerd.
I 2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raads
besluiten tot overdragl van strooken grond bij de Baljeestraat.
I 3. dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken is goéd-
bekeurd het raadsbesluit lot tijdelijke uitbreiding van het onder-
ivijzend personeel aan het gymnasium en lot benoeming van
■en heer S. P. Huizinga tot tijdelijk leeraar.
I III. Wordt ter tafel gebragt
I 1. Adressen van het bestuur der kiesvereeniging „Burger
plicht", van de heeren H. Taconis, G. H. Hommes en anderen,
fvaarbij instemming wordt betuigd met het voorstel van burge-
lueeslcr en wethouders tot verlaging van den gasprijs. Deze
bdressen worden voor kennisgeving aangenomen.
I 2. Een verzoek van het gemeentebestuur van Opsterland, om
Ito willen steunen een adres aan de Tweede Kamer tot wijziging
Ivan art. 245 der gemeentewet.
I Wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om
jberigt en raad.
I 3. De begrooting voor het nieuwe stadsweeshuis, dienst 1889
I Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen
Ivan de heeren Minnema Bumade la Faille en van Eijsinga.
4. De begrooting voor de stadsbank van leening, dienst 1889.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen
van de heeren van SloterdijckDirks en Oosterhoff.
5. Eene aanbeveling ter benoeming van een lid der com
missie van administratie der stadsbank van leening.
6. Eene aanbeveling ter benoeming van een stadsgenees-
kundige.
7. Eene voordragt ter benoeming van een onderwijzer aan
de gemeenteschool no. 1.
8. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van een verzoek van IJ. van der Meer, om het troiltoir,
vóór zijne panden aan de Willemskade, 10 cM. beneden zijne
'stoep te doen leggen.
9. Alsvoren tot ontbinding van de huur-overeenkomst met
den heer E. G. Jungius, bewoner der huizinge Sl. Jobsleen 255.
De stukken sub 5 tot en met 9 worden voor de leden ter
visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden be-
handeld.
10. Een adres van den heer M. Verdeniusom ontslag als
gemeente-veeartsmet een advies van burgemeester en wet
houders.
Zal heden worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand,
ter vervulling der vacature ontstaan door het ontslag van den
lieer Mr. J. Minnema Bumaen voortbestaande door het niet-
aannemen eener benoeming door den heer G. Menalda.
Het resultaat der gehouden stemmingen isdat bij herstem
ming tusschen de heeren Reeling Brouwer en Dijkstra, welke
laatstebij loting tegen den heer van Eijsingawas aangewe
zen om in herstemming te komen, de heeren Reeling Brouwer
en Dijkstra ieder 10 stemmen verkregen zoodat het lot moest
beslissen. De uitslag daarvan was, dat de heer Reeling Brou
wer tot ambtenaar werd benoemd.
De benoemde geeft te kennen dat hij evenals bij eene vo
rige gelegenheidbezwaar moet maken deze benoeming aan te
nemen.
De Voorzitter stelt nu voor, in eene volgende vergadering
weder tot eene nieuwe benoeming over te gaan.
De heer Meijer gelooft na de vele gehouden stemmingen
dat het moeijelijk zal zijneen opvolger voor den heer Buma
te verkrijgen. De vervulling der opengevallen plaats zal echter
vooreerst ook niet direct noodig zijn volgens de inlichtingen
die spr. heeft bekomen. Mogt dit juist zijn, dan zou hij liever
willen voorstellente besluitenvoorloopig de vacature niet
weder te vervullen.
De heer PlantGIlga had voorzeker reeds dit voorstel ge
daan indien hij niet zelf ambtenaar ware en zijne gezondheid
er hem niet voor deed vreezen dat hij in den aanstaanden
winter nu en dan verhinderd zal zijn zijne functie waar te ne
men. Nu evenwel de heer Meijer het voorstel doetzal spr.
het met genoegen ondersteunen.
Ook de heer Qosterlioff ondersteunt gaarne het voorstel
van den heer Meijerin de hoopdat de gezondheid van den
heer Plantenga het hem dezen winter zal toelatende betrek
king zoo te blijven waarnemen als hij tot nu toe deed.
De Voorzitter zal zijn voorstel intrekken, nu zijne beide
mede-ambtenaren zich bij het voorstel van den heer Meijer
aansluiten. Hij acht het echter zeer precairom hierwaar
zoovele huwelijken worden gesloten, met weinig ambtenaren te
werkenwant er kunnen toch vele omstandighedenals
ziekte en afwezigheidzamenwerkenom moeijelijkheden te
doen ontstaan. Hij wenscht daarvan de verantwoordelijkheid
niet te dragen derhalve zal hijzoodra er aanleiding toe be
staat de benoeming van een ambtenaar weder aan de orde
stellenen wenscht de raad alsdan hiertoe niet over te gaan
dan rust de verantwoordelijkheid niet op spr. als er stagnatie
ontstaat.
De heer Plantenga doet opmerkendat voor het geval
dat door ziekte of afwezigheid stagnatie mogt ontstaan dan
altijd nog de weg openstaat, om een ambtenaar te benoemen.
Het voorstel van den heer Meijer wordt nu zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
2. Benoeming van leden van een stembureau voor de ver-
kiezing van een lid der Provinciale Staten.
Het resultaat der gehouden stemmingen is, dat tot leden van
het stembureauwaarvan de burgemeester voorzitter iswor
den benoemd de heeren H. Kuipers en D. Tigler Wijbrandi.
De overige leden worden aangewezen, om bij verhindering of
ontstentenis van de benoemden dezen te verrangen.
3. Benoeming van een gymnastiek-onderivijzer aan de ge
meenteschool no. 0.
Op de voordragt komen voor: 1. G. S. Hofstra en 2. D. H.
Zijlstra beiden onderwijzer alhier.