Vergadering van Dinsdag 27 Januari 1891.
Verslag der handelingen van dén gemeenteraad
te Leeuwarden, van Dinsdag 27 Januari 1891.
9
Tegenwoordig 19 leden. Afwezig met kennisgeving de hee-
ren R. H. Dijkstra en H. Kuipers.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester.
I. De notulen van de vorige op 20 Januari j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. Eene dankbetuiging van U. Postma voor zijne benoeming
tot onderwijzer aan de gemeenteschool no. 6
2. Resolutiën van Ged. Staten houdende beslissing op re
clames tegen den hoofdelijken omslag.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Het procesverbaal van de opneming der kas van den ge
meente-ontvanger op 12 Januari j.l.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan de onderwijzeres Mej. A. van
Wijk de Vries.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan Mej. G. Bersma ais onder
wijzeres in de handwerken.
4. Eene nota van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van een nader schrijven van curatoren van het gymna
sium betreffende eene wijziging van art. 11 der verordening
voor die inrichting.
De stukken sub 2 tot en met 4 worden voor de leden ter
visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van het op den op
roepingsbrief vermelde punt.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot verplaatsing
van een iveeghuisje en tot toekenning van ee)ie tegemoetkoming
aan de korenmeters-wegers in diverse onkosten.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, te besluiten:
a. het weeghuisjethans staande op de Vijversbuurtte
doen verplaatsen naar de overzijde der gracht op den wal van
de Nieuwekade tusschen den eersten en tweeden boom ten
noorden van de Tuinsterbrug
b. aan de korenmeters-wegers van granen enz. dezer ge
meente jaarlijks eene tegemoetkoming uit de gemeentekas toe
te kennen in de kosten van patentenzakken en verdere be-
noodigdheden tot een bedrag van ten hoogste ƒ80.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Wijbrandi heeft kennis genomen van het voor
stel van burgemeester en wethouders maar hij moet verkla
ren dat het hem niet in allen deele recht duidelijk is. Zoo
zeggen zij o. a.: „Alleen dan wanneer de aanvoer bijzonder
groot is wordt de hulp der stadsmeters-wegers ingeroepen."
Spr. begrijpt dit niet. Waarschijnlijk zullen burgemeester en
wethouders wel zijn afgegaan op inlichtingen van meters-we
gers zeiven maar voor zoover hem bekend is, wordt bij den
graanhandel de maat en het gewicht van het graan altijd on
derworpen aan de contróle van de stadsmeters-wegers en hij
zou zich niet kunnen voorstellen dat partijen zich tevreden
zouden stellen met de controle van de korenfactors. Dus niet
alleen des Vrijdags, wanneer de aanvoer bijzonder groot is, doch
altijd wordt de hulp der stadsmetors-wegers ingeroepen dooi
de handelaren die hun granen willen doen meten of wegen.
De weeghuisjes zijn derhalve niet alleen ten gerieve van de
stadsmeters-wegers maar ook van den handel.
De heer Duparc heeft bij het lezen van het voorstel de
zelfde opmerking gemaakt als de heer Wijbrandi. Spr's aan
dacht is in het bijzonder gevallen op de zinsnede in het voor
stel waarin burgemeester en wethouders zeggen dat ,door
de handelaren nagenoeg geen gebruik wordt gemaakt van de
weeghuisjesmaar dat de meters-wegers veel gerief van
die huisjes hebben." Naar aanleiding hiervan is bij hem de
vraag gerezen als het waar isdat de handelaren er geen
gebruik van maken hoe is dan hiermede te rijmen dat de
meters-wegers er veel gerief van hebben Deze personen
toch verrichten hunne werkzaamheden enkel en alleen ten
behoeve van den handel. Spr. zou gaarne hieromtrent worden
ingelicht.
De heer Hijlkema wil gaarne gelooven dat de meters
wegers over hunne tegenwoordige verdienst te klagen hebben
maar dit is wel wat hun eigen schuld. Vroeger had men ook
beëedigde dragers had dus een koopman werklieden noodig
dan kreeg hij meters en dragers. Nu neemt hij slechts een
paar meters. De oorzaak hiervan ligt in de omstandigheid
dat destijds de loonen door hen zijn verhoogd, tengevolge waar
van de handelaren niet meer de vaste dragers namen maar
in de plaats van dezen losse werklieden. Beter ware 't der
halve, dat de meters-wegers ook als dragers hunne diensten
konden verrichten.
In verband met de geringe verdienst stellen burgemeester en
wethouders voorhun eene tegemoetkoming in diverse onkos
ten toe te kennen. Deze zou evenwel het karakter hebben
van eene subsidie en daarom acht spr. 't beter dat de ge
meente, in plaats van eene tegemoetkoming toe te kennen, de
verschillende werktuigen en gereedschappen voor de meters
wegers aanschaftezoodat zij de bedoelde onkosten niet be
hoefden te maken.
De Voorzittor deelt mede, dat meestal alleen des Vrij
dags door de marktschepen de granen worden aangevoerd.
Deze worden op de Beurs verhandeld en eerst na afloop van
deze wordt bekendwaarheen de granen moeten worden ver
voerd. Zoodoende heeft er eene opeenhooping van werk plaats.
Konden de granen eerst op de Beurs verkocht en dan in den
loop van de iaaropvolgende week aangevoerd worden, dan zou
het werk ine regelmatig verdeeld worden, terwijl het nu al
les op één dag plaats heeft. Hierin vindt de door den heer
Wijbrandi bedoelde zinsnede haren grond.
Burgemeester en wethouders zeggen voorts dat door den
handel weinig gebruik wordt gemaakt van de weeghuisjes. Dat
ie volkomen juist. Op de plaats, waar de granen worden aan
gevoerdmoeten ze ook worden gemeten. Het blijkt echter
nooit, dat graan in de buurt van een weeghuisje wordt aange
voerd met het doel om van dit weeghuisje te kunnen profitee-
ren. De handel verlangt die weeghuisjes blijkbaar niet. Toch
hebben de meters-wegers er gerief vanomdat ze minder af
hankelijk zijn van particulieren waar ze anders gelegenheid
moeten zoeken om beschutting te vinden tegen weer en wind
en ook omdat ze de weeghuisjes als bergplaatsen gebruiken.
Wat ten slotte het denkbeeld van den heer Hijlkema aan
gaat, om de meters-wegers ook als dragers werkzaam te doen
zijnzij medegedeeld, dat de korenfactors hun eigen personeel
gebruiken, om het graan te dragen naar de pakhuizen en ze
ker geen gebruik zouden maken van beëedigde dragers. Dat
is overigens vrijgelaten.
De heer Duparc kan nog ter aanvulling van het door den
voorzitter gesprokene mededeelen dat, toen voor eenige jaren
een nieuw reglement op het meten en wegen van granen en
zaden werd vastgesteld gebroken is met het stelsel van beëe
digde dragers, omdat men van oordeel was, dat, zoo er al ter
men konden worden gevonden om van gemeentewege bij voort-