Vergadering van Zaterdag 14 Maart 1891. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 14 Maart 1891. 33 Tegenwoordig eerst 15, later 18 leden. Afwezig de heeren Dr. N. Reeling Brouwer, Jhr. Mr. G. van Eijsinga en Mr. J. C. Meijer. Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester. I. De notulen van de vorige op 10 Maart jl. gehouden ver gadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1. dat is ingekomen het verslag over de verrichtingen aan gaande liet armbestuur in het Koninkrijk der Nederlanden, over 1888. 2. eene dankbetuiging van den heer J. H. Menkema voor de hem toegekende personeele toelage. III. Wordt ter tafel gebracht een rapport der reclame-com missie] voor 1890, omtrent eenige bezwaarschriften tegen aan slagen in den hoofdelijken omslag. In eene volgende vergadering te behandelen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderliand- sche verhuring van de woning Oostersingel no. 10. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt overeenkom stig de conclusie besloten a. in te trekken het raadsbesluit van 23 December 1890 no. 8, voor zoover het betreft de onderhandscne verhuring van de woning plaatselijk gekwoteerd Oostersingel no. 110, aan J. A. Sluizer. b. behoudens goedkeuring van Ged. Staten de sub I bedoel de woning voor den tijd van één jaar, in te gaan 12 Mei 1891 en te eindigen op den 12 Mei 1892 onderhands te verhuren aan Hendrik Bos tegen eene huursom van f 78 en verder op de tegenwoordige voorwaarden. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei ding van een adres van den heer Mr. P. A. Bergsma om toe stemming tot het verhuren van zijne woning aan een ander. Conform het voorstel wordt besloten den heer Mr. P. A. Bergsma de gevraagde toestemming te verleenen om zijne wo ning, plaatselijk bekend Arendstuin no. 4-1 van 12 November 1891 tot den 12 Mei 1894 te mogen verhuren aan den heer Dr. J. Ariëns Kappers leeraar aan de Rijks hoogere burger school alhier. 3. Voorstel van burgemeester en ivethouders naar aanlei ding van een adres van Dr. Vitus Bruinsma om het gebruik van het Beurs- en Waaggebouw en omliggend terrein voor eene op 8 Mei a.s. te houden meeting. Burgemeester en wethouders stellen voor te besluiten het boven omschreven verzoek als niet voor inwilliging vatbaar te wijzen van de hand. De beraadslagingen worden geopend. De heer Duparc zegtdatin weerwil burgemeester en wethouders zich tot het voorstellen eener afwijzende beschikking op een ander standpunt hebben geplaatst dan ten vorigenjare, toen het een gelijk verzoek betrof, hij zich ook thans niet met hun advies kan vereenigen. Het ligt geenszins in zijn plan met burgemeester en wethouders in debat te treden ter bestrijding van hunne argumentenal zou ook de vraag kunnen worden gesteld of het bespreken van een normalen arbeidsdagzij 't ook in verband met de aanstaande verkiezingen voor de Tweede Kamer niet veeleer is te noemen eene sociale dan eene politieke quaestie zooals burgemeester en wethouders doen. Spr. weet vooraf, burgemeester en wethouders toch niet tot andere ge dachten te zullen brengen evenmin als diegenen zijner geachte medeledendie de meening van burgemeester en wethouders zijn toegedaan. Zij allen zullen het echter, evenzeer als spre ker hun standpunt wenscht te eerbiedigenhem ter. goede wil len houden indien hij ook ditmaal een ander standpunt dan het hunne meent te moeten innemen. Evenmin als in April 1890 wenscht spr. in eenige beoordee ling of appreciatie te treden noch van de personen of van de partijdoor wie het verzoek is gedaan noch van het onder werp dat op de voorgenomen meeting zal worden besproken. Dit laatste zou spreker alleen dan doen indien het onderwerp ware in strijd met de wet of het algemeen belang, doch be zwaarlijk zal men willen beweren dat dit kan worden ver klaard van het te bespreken onderwerp hoe men daarover op zichzelf ook moge oordeelen. Gelijk ook in alle andere geval lenwanneer een gemeente-eigendom in gebruik wordt gevraagd, acht spreker daarom ook hier alleen noodig waarborgen tegen beschadiging van dat eigendom. En waar nu adressanten zich bereid verklaren tot dat einde een persoonlijken of zakelijken borgtocht te stellen en zelfs des gevraagd huur te betalen bestaat er voor spreker evenmin reden het verzoek af te wijzen, als ooit vroeger in soortgelijke gevallen en ook als daar aan stonds punt 6 aan de orde zal komen. Hij zal daarom stem men tegen het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer van der Scheer heeft in 1890, toen in het voor jaar een dergelijk verzoek als het onderwerpelijke bij den Raad inkwam zich verklaard tegen het voorstel van burgemeester en wethouders tot afwijzing van het verzoeken hij zag er geen bezwaar in om het beurslokaal tijdelijk in gebruik af te staan aan de vereeniging, zich noemende de „volkspartij". Thans komt het bestuur van het Friesch comité der volks partij opnieuw met een gelijk verzoek tot den raad. Het komt spr. bij nadere overweging voordat er aan het toestaan van het verzoek eigenaardige bezwaren zijn verbonden. Men zou hierdoor een gevaarlijk antecedent stellen en met genoegen heeft spr. dan ook in het advies van burgemeester en wethou ders tot afwijzing van het verzoek o. m. het argument gevon den dat zij er bepaald bezwaar in zienom gemeente-eigen dommen in gebruik te geven aan staatkundige vereemgingen van welke richting ook. Hieraan kan spr. zijne volle adhaesie schenkenzoodat hij nu wel zijne stem aan het voorstel zal geven. De Voorzitter zal gaarne het gevoelen van den heer Du parc respecteerenom over dit onderwerp en over het door dien spreker ingenomen standpunt geen debat uit te lokken. Spr. zal ook verder niets aan het advies van burgemeester en weihouders toevoegen voor hun standpunt zijn voldoende mo tieven aangevoerd. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 14- stemmen tegen 1 die van den heer Duparc. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ingebruik- geving van het beurslokaal aan de Maatschappij van schilder en teekenkunst voor het houden van eene tentoonstelling. Conform dit voorstel wordt besloten op nader door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden het bovenlokaal van het beurs- en waaggebouw op 28, 29 en 30 Maart e.k. kosteloos in gebruik af te staan aan het bestuur van de Maatschappij van schilder- en teeken kunst alhiervoor het houden van eene tentoonstelling van schilderijen en teekeningen. 5. Het kohier der directe belasting op het inkomen, dienst 1891.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1891 | | pagina 1