Vergadering van Dinsdag 26 Mei 1891.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 26 Mei 1891.
57
Tegenwoordig alle (21) leden.
Voorzitter de heer J. Troelstrawethouder.
I. De notulen van de op 12 Mei j.l. gehouden vergadering
worden gelezen en vastgesteld nadat vooraf eene zitting met
gesloten deuren was gehouden.
II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. dat bij aanbesteding door burgemeester en wethouders
is gegund
a. de levering van 45000 hectoliter Dean's Primrose gasko
len aan de firma B. Hagedoorn en Zoon te Amsterdam tegen
71 8Vino cent per hectoliter;
de levering van 45000 hectoliter Waldridge gaskolen aan de
firma D. Harmens en Go. alhier tegen 72 97/ioo cent per hec
toliter.
b. het stichten van een gebouw met de fundamenten en
gewelven voor zes Schwarzer ovens aan de gasfabriek aan T.
Bijlsma alhier voor f 1759 8.
2. dat bij Kon. besluit van 27 April 1891 is goedgekeurd
het besluit op de heffing van schoolgeld voor onderwijs aan het
gymnasium
3. dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken is goed
gekeurd. de verordening tot regeling van het getal en de jaar
wedden der leeraren enz. aan het gymnasium.
4. eene dankbetuiging namens de werklieden bij de stads
reiniging voor de verhooging van hunne loonen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Eene aanbeveling tot benoeming van een lid der commis
sie van toezicht op het lager onderwijs.
2. Een rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek
eener aanvraag om machtiging tot het doen van af- en over
schrijvingen op de begrooting van het stads ziekenhuis dienst
1890.
3. Alsboven omtrent eene wijziging der begrooting van het
nieuwe stadsweeshuis dienst 1890.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan J. Wijga als onderwijzer aan
de gemeenteschool no. 5.
5. Alsboven tot oninvorderbaarverklaring van posten in de
directe belasting op het inkomende belasting op het houden
van honden en van schoolgelden.
6. Alsboven tot het doen van af- en overschrijvingen op de
gemeentebegrooting dienst 1890.
7. Alsboven naar aanleiding van een verzoek van S. Beerents
en vrouw om tegemoetkoming in de door hem in de pacht der
Boomsbrug geleden schade.
8. Een rapport omtrent eene reclame tegen een aanslag in
de directe belasting op het inkomen dienst 1890.
De stukken sub 1 tot en met 8 worden ter visie gelogd, om
in eene volgende vergadering te worden behandeld.
9. Eene voordracht voor de benoeming van een onderwijzer
met acte Fransch aan de gemeenteschool no. 4.
Deze heeft ter visie gelegenom heden tot de benoeming
over te gaan.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 6.
Deze benoeming wordt van de agenda gevoerd.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee
nen van eervol ontslag aan den heer J. Swartsals secretaris
boekhouder van de stadsarmenkamer en het toekennen van een
pensioen aan dezen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van dit voorstel besloten
a. aan den heer J. Swarts op zijn verzoek een eervol ontslag
te verleenen als secretaris-boekhouder der stadsarmenkamer
met ingang van 1 Juli 1891 onder dankbetuiging voorde door
hem aan de gemeente bewezen diensten.
b. aan den heer J. Swarts voornoemd een pensioen uit de
gemeentekas te verleenen van vier honderd gulden in het jaar,
in te gaan den 1 Juli 1891.
3. Verslag van de commissie van rapporteurs uit de sectiën,
betreffende het onderzoek van het voorstel van burgemeester en
wethoudersom over te gaan tot het doen graven voor rekening
der gemeente van een verbindingskanaal tusschen de Zuider
stadsgracht en de Tijnje.
(Zie bijlagen no. 7 en 9 tot het verslag van 's raads hande
lingen.)
De rapporteurs stellen voor
[met algemeene stemmen.]
I. Niet aan te nemen het voorstel van burgemeester en
wethouders d.d. 7 April 1891.
[Met meerderheid van stemmen.]
II. Voor rekening van de gemeente te doen uitvoeren de
ontworpen verbinding van de Zuiderstadsgracht met de Tijnje
en alle daarmede onmiddellijk verband houdende werken.
III. Tot de uitvoering van de bij sub II bedoelde werken
alleen dan over te gaan wanneer de provincie Friesland bereid
zal worden gevonden
a. Aan de gemeente eene subsidie te verleenen van f 135.000.
b. Voor hare rekening uit te voeren het verbeteren van het
vaarwater van de Tijnje tot Garijp op de afmetingen noodig
om het als grootscheepsvaarwater dienst te laten doen.
c. Het sub II bedoelde kanaal met uitzondering van de
bruggen en kaaimurente nemen in onderhoud en beheer.
IV. Burgemeester en wethouders uit te noodigen met Gede
puteerde Staten onderhandelingen aan te knoopendie kunnen
leiden tot het sluiten eener overeenkomst bedoeld bij ab en
c van sub III.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer Hijlkema kan niet medegaan noch met het voor
stel van burgemeester en wethouders noch met de conclusie
van rapporteurs. Deze laatste is hem niet volledig genoeg.
Toen deze zaak in beginsel aan de orde was heeft hij zijne
stem er aan gegeven omdat hij het kanaal in het belang der
gemeente acht. Bij dergelijke belangrijke werken moet men
in de toekomst zien iets verder dan zijn neus lang isals spr.
het zoo mag uitdrukken. Waren onze voorouders ook al te
schroomvallig op dit punt geweestdan zouden vele grootsche
werken waarvan wij thans de vruchten plukken zeker niet
tot stand zijn gekomen. Spr. gaf indertijd zijne stem aan het
toen aan de orde zijnd voorstelomdat dit de strekking had
dat de provincie het werk zou uitvoeren met eene subsidie uit
de gemeentekas spr. achtte het werk in de eerste plaats in
het belang der provincieen in de tweede plaats in het belang
van de gemeente. Hij is echter na dien tijd van die opvatting
bekeerd; èn door de besprekingen in de sectie èn na van de
details te hebben kennis genomen is hij tot de overtuiging ge
komen dat hij zich niet verder mag verzetten tegen eene uit
voering van het werk door de gemeente. De medaille heeft
natuurlijk twee zijden de kosten zullen voor de gemeente iets
grooter zijnmaar ook de voordeelen zullen belangrijk wezen
de gemeente heeft dan de bijkomende werken geheel in haar
macht en kan er bovendien voor waken dat er geen kanaal-
geld wordt geheventerwijl bij eene uitvoering door de pro
vincie deze zal zeggen, dat zij in eene tolheffing zoo niet een
equivalent dan toch eene kleine vergoeding moet vinden tegen
over hare belangrijke uitgaven. En juist eene tolheffing zou