Vergadering van Zaterdag 6 Juni 1891.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag G Juni 1891.
G7
Tegenwoordig 14- leden.
Afwezig de heeren Jhr. Mr. G. van Eijsinga, J. Troelstra, Mr.
J. L. van Sloterdijck Dr. J. Baart de la FailleJ. F. H. Bek
huis, J. van der Scheer en H. Kuipers.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester.
Door de commissie worden voorgedragen de heeren 1. Dr. J.
Ariëns Kappers, 2. J. Bubberman en 3. H. P. Bouman.
De uitslag der gehouden stemming is dat de heer Dr. J.
Ariëns Kappers met algemeene (14) stemmen wordt benoemd.
j 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee-
j nen van eervol ontslag aan den onderwijzer J. Wij ga.
1. De notulen van de vorige op 26 Mei j.l. gehouden verga
dering worden gelezen en goedgekeurd.
Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten aan
J. Wijga, op zijn verzoek, met ingang van 1 Juli 1891 eervol
I ontslag te verleenen als onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 5.
11. Wordt medegedeeld
1dat door burgemeester en wethouders tot opzichter aan 4. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek eener
de gasfabriek is benoemd de heer M. Levertte Apeldoorn. aanvraag om machtiging tot wijziging van de begrooting voor
2. eene dankbetuiging van den heer J. Swarts voor het hem het nieuwe stads-weeshuis, dienst 1890.
verleende pensioen als secretaris-boekhouder der stads-armen-
kamer. Wordt overeenkomstig het voorstel der commissie besloten,
3. eene dankbetuiging van D. Vunderink voor de benoe- de gevraagde machtiging te verleenen.
ming tot onderwijzer aan de gemeenteschool no. 4.
4. eene missive van de commissie van toezicht op het lager Opport der raadscommissie omtrent het onderzoek eener
onderwijshoudende mededeeling van de dagen waarop de suppletoire begrooting voor de stads-armenkamerdienst 18JO.
openbare lessen aan de gemeentescholen nos. 2, 3 en 4 zullen
worden gehouden Conform de conclusie van dit rapport wordt besloten deze
De heeren Oo'sterhoffBeucker AndreaeDijkstra, Menalda suppletohe begroot,ng, sluitende met eene verhooging der sub-
en Meijer worden tot bijwoning van deze lessen uitgenoodigd.
5. dat op eene geldleening groot 165000 een bedrag van
630000 is ingeschreven en dat het benoodigde bedrag is aan-
sidie uit de gemeentekas van f 243.82£, goed te keuren.
genomen naar een gemiddelden koers van f97372/iooo pCt.
6. dat het perceel aan het Zaailand het „Wit Stek" ge
naamd, op afbraak is verkocht aan J. Beekman alhiervoor
ƒ710.
111. Wordt ter tafel gebracht
1. een adres van H. de Vries wed. J. J. Kok, houdende
verzoek om aan burgemeester en wethouders geen machtiging
te verleenenom de vrijwaring op zich te nemen waartoe de
gemeente is opgeroepen door H. Jager tegen eene vordering
van adressante in zake uitkeering van het bedrag, waarvoor het
leven van wijlen haren echtgenoot door genoemden aannemer
was verzekerden om te willen medewerkendat aan haar
dat bedrag worde uitgekeerd.
Dit adres nog heden te behandelen.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders om aan
P. H. Oenema vergunning te verleenen tot het leggen van een
dam tusschen zijn eigendom en de oude Lekkumerdijk.
3. Een rapport der reclame commissie omtrent bezwaar
schriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag.
De stukken sub 2 en 3 worden ter visie gelegd, om in eene
volgende vergadering te worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot de
oproepingsbrief vermelde punten.
behandeling van de op den
1. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 6 (vacature J. Stoker).
De voordracht is samengesteld uit: 1. S. Klinkenbijl te Leeu
warden 2. J. de Roos te Akkrum 3. G. van der Molen te
Balk en 4. P. Rauwerda te Leeuwarden.
Het resultaat der gehouden stemming is dat bij de eerste
twee vrije stemmingen en bij de herstemming op elk der beide
eerstgenoemden 7 stemmen zijn uitgebrachtzoodat volgens de
bepaling van het reglement van orde tot loting tusschen dezen
wordt overgegaan.
De uitslag hiervan isdat de naam van J. de Roos uit de
bus wordt getrokken zoodat deze wordt benoemd, tegen een
nader door burgemeester en wethouders vast te stellen datum.
2. Benoeming van een lid der commissie van toezicht op
het lager onderwijster vervulling der vacature ontstaan door
het overlijden van den heer II. Koppenol.
6. Rapport der raadscommissie omtrent een verzoek om af-
en overschrijvingen op de begrooting van het stads-ziekenhuis
dienst 1890.
De commissie stelt voorhet verzoek om af- en overschrijving
aan de commissie van bestuur terug te zenden met tekennengeving,
dat de gevraagde machtiging siechts kan worden verleend
indien daaruit is gelicht de post wegens schoonhouden van de
zittinglokalen voor de stadsgeneeskundigen ad f 87,50 en het
bedrag, waarover niet zal worden beschiktgesteld wordt op
87,54.
De heer Dirks zegt, dat de commissie heeft gemeend, geen
ander voorstel te kunnen doen. Gewoonlijk wordt de machti
ging tot het doen van af- en overschrijvingen binnen de per
ken, bij de begrooting gesteld, verleend, maar nU had de com
missie bezwaar hiertegen, omdat zij zich gebonden achtte door
het raadsbesluit van 9 September 1890. Toen was de begrooting
van het ziekenhuis voor 1891 in behandeling en werd deze aan de
commissie van bestuur teruggezonden met uitnoodiging, daarvan
af te voeren den post ad ƒ130 wegens het schoonhouden der
zelfde lokalen, niet in 't ziekenhuis begrepen. De raad was van
oordeeldat deze uitgaaf niet zoo tot het stadsziekenhuis in
betrekking stond, dat daarvoor een post op die begrooting kon
voorkomen.
Spr was dus als lid der raadscommissie aan dat besluit ge
bonden doch werkte persoonlijk met leedwezen tot het nemen
van deze conclusie medeomdat de aanneming er van wel
geene onoverkomelijke bezwaren, maar toch formaliteiten tenge
volge zal hebben die, met het oog op den korten termijn vóór
het afsluiten der gemeenterekening van het dienstjaar 1890 vóór
1 Juli 1891, last zullen veroorzaken. Zoo zal deze post op de
gereed liggende rekening van 1890 van het ziekenhuis moeten
worden gerojeerd en eene af- en overschrijving of verhooging op
de gemeentebegrooting voor 1890 plaats moeten hebben enz.
De uitgaaf is echter geschied door de gemeente de vraag of
die uit de begrooting voor het ziekenhuis dan wel uit die van de
gemeente moet geschieden, doet aan het wezen der zaak niets
af. Het is alleen eene kwestie van vorm. Sedert Januari 1891
wordt die uitgaaf direct uit de gemeentekas bestreden. Burge
meester en wethouders konden bovendien in Juli 1890 op het
tijdstip dat zij aan de commissie van bestuur verzochten een per
soon voor dat werk, het schoonhouden der localen in de Doelestraat,
aan te wijzen en haar de belooning uit te betalen de beslissing in
de zitting van den raad van 9 September 1890 niet voorzien.
Dit een en ander doet spr. besluiten den raad in overwe-