Vergadering van Dinsdag 10 November 1891.
112
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 27 October 1891.
De Voorzitter doet opmerken dat het hier betreft cene
verbetering van eene brug, van den verkeersweg en van het
vaarwatereene drieledige verbetering dusdie toch zeker
wel aan het werk het karakter van buitengewoon zal geven.
Het wordt niet in verband met andere werkenof als een
deel van een geheel verbeteringsplanmaar op zich zelf voor
gesteld. Het is te beschouwen als een werkwaarvan ook
het nageslacht genot zal habben en dat niet over enkele jaren
zal zijn vervallen.
De heer Koiltor wenscht -eene enkele opmerking te maken
in antwoord op hetgeen door den beer Troelstra is gezegd.
Hij kan zich denken dat hij zou kunnen medewerken tot het
tot stand brengen van een dergelijk werk voor geleend geld
wanneer dat werk bepaald noodzakelijk was en geen uitstel kon
lijden. Nu het betreft de verbetering van een toestanddie
niet slecht is te noemen en die vroeger veel minder is geweest,
meent spr., dat daarmede tot een financieel gunstiger jaar kan
worden gewacht.
Het is zeker moeilijk een juiste grenslijn te trekken tusschen
gewone en buitengewone uitgaven hij zal zich dat niet verme
ten, doch gelooftdat die lijn dikwijls nader bepaald wordt dooi
de omstandigheden. Deze zijn voor spr. in dit geval van dien
aard, dat hij evenals inde vorige vergadering tegen dit voorstel
moet stemmen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel wordt in stemming gebracht en verworpen met
12 tegen 8 stemmen. Vóór stemden de heeren Troelstra, Bek
huis v. d. Scheer, Wijbrandi, Dirks de la Faille, Duparc
en Tneunisse.
Tengevolge hiervan wordt het adres van Gebrs. Marcus e a
gewezen van de hand.
2. Vaststelling van de gemeentebegrooting voor den dienst
van 1892.
Na de in de vorige vergadering in het ontwerp aangebrachte
wijzigingen wordt de post voor onvoorziene uitgaven bepaald
op ƒ3395 en voorts besloten de bcgrooting vast te stellen als
volgt
Inkomsten 847,572.641
Uitgaven - 847,569.60
Vermoedelijk saldo 3.04 i
De voorzitter sluit hierop de vergadering.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 10 November 1891. 113
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heeren G. Mcnalda H. Kuipers en R. H. Dijkstra
allen met kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester.
I. De notulen van de vorige op 27 October j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Voorlezing geschiedt van eene missive van den Commis
saris der Koningin in Frieslandhoudende mededeeling van de
benoeming van den burgemeester dezer gemeente tot burge
meester van Rotterdam.
De Voorzitter kan de verzekering geven dat het nemen
van eene beslissing hem veel strijd heeft gekost. Na ernstige
overweging heeft hij evenwel beslotende benoeming aan te
nemen. Hij zal dus eerlang deze gemeente verlaten en in de
volgende vergadering voor 't laatst den voorzittersstoel innemen.
Hij stelt zich voor, bij die gelegenheid van de leden afscheid te
nemen.
De oudste wethouderde heer Troolstra vroeg hierop het
woord en sprak het volgende
Mijnheer de voorzitter!
Zal er bij het door u te nemen afscheid onzerzijds gelegen
heid bestaan, naar aanleiding van uw aftreden het woord tot u
te richten, zoo gevoel ik mij toch gedrongen reeds nu na de
officieele mededeeling uwer benoeming tot burgemeester van
Rotterdam een kort woord te spreken.
Toen eenige dagen geleden de telegraaf* uwe benoeming
seindewas dit zoowel voor ons als voor alle verdere ingeze
ten dezer gemeente eene verrassing.
Of het een blijde verrassing was Niet voor ons wethouders
en den secretarisnietik meen dit gerust te kunnen zeggen
voor de overige leden van den raad, niet, ik ben er zeker van,
voor het overgroote meerendeel der burgerij.
Ik zal daar niet verder op ingaan. Thans alleen een geluk-
wensch met uwe benoeming tot burgemeester van Necrlands
tweede koopstad
Gij bebt die betrekking niet gezochtgij zijt er voor aange
zocht en ik kan mij voorstellen dat ge eene benoeming in zeer
ernstig beraad hebt genomen.
Maar evenzeer kan ik begrijpen, dat ge ten slotte hebt toe
gestemd om die belangrijkezeer gewichtige taak te aanvaar
den hoe zwaar ze ook moge zijnvooral voor iemand die met
de toestanden en behoeften dier gemeente niet bekend is.
Ik kan dit begrijpen, omdat de lust, om aan het hoofd eener
groote gemeente te staan waarvan ge spraakt toen ge voor 't
eerst dezen voorzittersstoel innaamtgeenszins bij u is ver
flauwd misschien zelfs nog sterker is geworden na uw achtjarig
bestuur dezer gemeente, waarop ge ook voor u zelf, met vol
doening kunt terug zien.
Ik ben verzekerdde tolk te zijn van deze vergadering, wan
neer ik u bij deze van harte gelukwensch met de u te beurt
gevallen onderscheiding
Moge de moed en energie, die u kenmerkenu voortdurend
bijblijven opdat ge ook in uwen zoo hoogst gewichtigen nieu
wen werkkring rijke vrucht van uwen arbeid moogt zien
De Voorzitter betuigtgevoelig te zijn voor de waardee-
rende woorden van den oudsten wethouder en de instemming
daarmede van de overige leden. Hij hooptdat de nieuwe be
trekking die hem vreemd en niet gemakkelijk zal zijnhem
gelijke voldoening zal schenkenals hij hier gedurende acht
jaren heeft mogen ondervinden. Aan de gewaarwordingen, die
hem bij het verlaten zijner betrekking bezielen wenscht hij in
de volgende vergadering uiting te geven.
III. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen:
1. eene dankbetuiging van E. Dantuma voor zijne benoeming
tot onderwijzer
2. eene dankbetuiging van de Weduwe M. v. d. Ven voor
het haar toegekende jaargeld
3. dat door Ged. Staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten:
a. tol wijziging van de gemeentebegrooting dienst 1891
b. tot het aangaan van eene tijdelijke geldopneming
4. dat door burgemeester en wethouders publiek zijn ver
huurd
a. de zathe en landen aan het Kal verdijkje aan IJ. W. Tijsma
te Gaastmeer voor ƒ4800 per jaar
b. de herberg „de Bleek" aan A. Siderius voor ƒ1225 per
jaar
5. het jaarverslag der Maatschappij van Weldadigheid over
1890/91.
IV. Wordt ter tafel gebracht
1. een voorstel van burgemeester en wethouders tot benoeming
van een stadsgeneeskundige
2. alsboven naar aanleiding van een verzoek van Dr. Vitus
Bruinsma om eervol ontslag als leeraar aan het gymnasium.
De stukken sub 1 en 2 zullen heden in behandeling worden
genomen.
3. eene voordracht voor de benoeming van eene onderwijze
res aan de gemeenteschool no. 3
4. alsboven voor de benoeming van twee onderwijzers met
acte Fransch aan de gemeenteschool no. 4;
5. een voorstel van burgemeester en wethouders tot goed
keuring van een plan van indeeling van bebouwing der terreinen
van de herberg „de Klanderij" en van de verkoopsvoorwaarden;
6. alsboven tot het verleenen van eervol ontslag aan Mej.
C. van der Sluis als onderwijzeres in de handwerken aan dc
gemeenteschool no. 4
7. eene aanbeveling voor de benoeming van een lid der com
missie van toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs.
V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe
pingsbrief vermelde punten.
1Benoeming van eene voogdes en een voogd van het nieuwe
stadsweeshuis (vacature Mevrouw wed. D. van Goens—Witteveen
en Mr. H. M. de Wendt.)
Door de voogdij worden aanbevolen
voor de eerste vacature, de dames Mevrouw wed. D. van
Goens—WitteveenJonkvrouw G. van Sijtzama, Mevr. de wed.
P. H. v. d. MeulenGorter
voor de tweede vacature de heeren Mr. H. M. de WendtMr.
W. Kolff, Mr. J. van Leeuwen.
De uitslag der gehouden stemmingen isdat op Mevr. van
Goens 19 en den heer Mr. H. M. de Wendt 20 stemmen zijn
uitgebrachtterwijl Jonkvrouw van Sijtzama 1 stem verkreeg.
Tot voogdes en voogd worden alzoo benoemd Mevrouw de
weduwe D. van Goens—Witteveen en de heer Mr. H. M. de
Wendt.
2. Benoeming van twee voogden der stadsarmenkamer (va
catur e Mr. G. Beekhuis en F. H. van der Meulen).
Door de voogden worden aanbevolen
voor de eerste vacature de heeren
1. Dr. J. G. Schreuder,
2. Mr. L. D. Losecaat Vermeer
3. S. Stellingwerf Beintema.
voor de tweede vacature de heeren
1. N. H. van der Meulen
2. Mr. H. T. Westenberg
3. B. Hartelust.
Het resultaat der gehouden stemming voor de eerste vaca
ture is dat bij eerste stemming op dc heeren Schreuder en
Losecaat Vermeer ieder 9 stemmen en op den heer Beintema
2 stemmen zijn uitgebrachtbij tweede stemming op eerstge-