Vergadering van Dinsdag 28 November 1893. 1 ;»6 Verslag der handelingen van den gemeenteraad Ie Leeuwardenvan Dinsdag 11- November 1893. warden behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten en de rechten van derden onderhands tot wederopzeggingin gebruik af te staan eene oppervlakte deels water en deels weilandter grootte van ongeveer 270 centiaregelegen ten Zuiden van de hieminge der boerenhuiziqge op Wijlaarderbu- ren in huur bij L. H. Hotsma deel uitmakende van het per ceel ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectic F no. 1806, ten einde van die oppervlakte grond en water te maken eene opvaart en daarop een schiphuis te bouwen volgens de door den directeur der gemeentewerken overgelegde situatie- teekeuing onder voorwaarde 1. dat de opvaart moet worden ingegraven ter lengte van 30 ineter en ter breedte van 5 meter verloopende naar het vaarwater de Tijnje tot ongeveer 14 meter breedte. 2. datzoover noodig aan weerszijden van de opvaart en aan het einde daarvan een polderdijk moet worden gelegd tot de hoogte van 1.10 meter boven zomerpeil. 3. dat op den dijk of den dam aan het einde van de op vaart de bestaande veeschutting moet worden geplaatst. 4. dat een gedeelte van de bestaande sloot moet worden gedempt en aangevuld tot de hoogte van den grondslag der hieminge aan de Zuidzijde der boerenhuizinge overeenkomstig de overgelegde situatieteekening. 5. dat de polderdijken volgens aanwijzing van den directeur der gemeentewerken moeten worden gemaakt en gedurende de eerste drie jaren door den adressant ten genoegen van het ge meentebestuur moeten worden onderhouden. 0. dat het schiphuis moet worden gebouwd ter plaatse door den directeur der gemeentewerken aan te wijzen en in ieder geval zoo ver oostwaarts dat het uitzicht uit het raam in den zuidelijken gevel op het vaarwater de Tijnje niet worde belemmerd. 7. dat de adressant verplicht is, om, binnen zes maanden na opzegging door of van wege het gemeentebestuurhet schip huis met aanbehooren te doen verwijderen, hij gebreke waar van het gemeentebestuur dit ten zijnen koste kan laten doen. 8. dat de adressant als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op de in gebruik gegeven oppervlaktejaarlijks eene retributie zal betalen van 10, te voldoen ten kantore van den gemeente-ontvanger vóór of op den 12 November van ieder jaar voor het eerst in het jaar 1894 en 9. dat alle kosten zoo van het maken van de opvaart polderdijken, als anderszins, komen ten laste van den adressant. De beraadslagingen worden geopend. De heer Beekhuis heeft het woord gevraagdom eene inlichting te verzoeken. Tegen het voorstel op zich zelf heeft hij geen bezwaar maar hij begrijpt niet waarom burgemees ter en wethouders dezen vorm gekozen hebben voor de ingc- bruikgeving van gemeentelijk terrein. Het komt hem toch voor, dat het ingebruikgeven van een stuk grond dat aan de ge meente in privaatrechtelijken zin in eigendom toebehoortzoo als nu wordt verzocht, in den vorm van een recht van opshil moet geschiedenterwijl, waar het een gemeente-eigendom in publiekrechlelyken zin betreft, het verleenen van concessie meer op zijn plaats zou zijn. De heer van Eijsinga wenscht ook een ondergeschikt punt te bespreken. In de toelichting deelen burgemeester en wet houders mede, dat de huurder van de sladsplaats op ijluar- derburen eene schadevergoeding van 5 dient te ontvangen voor het verlies van eenig terrein tengevolge van dc aan u brengen veranderingen. Spr. is van meening, dat dit mindei noodig is. De huurder verliest aan den eenen kant wel wat grond, maar krijgt dat aan den anderen kant weder terug door dem ping van eene sloot. In ieder geval zal de huurwaarde dei- plaats door de veranderingen niet verminderen. Spr. meende dit onder de aandacht van de vergadering te moeten brengen. De heer Möijer doet den heer Beekhuisin antwoord op diens vraagopmerken dat de wijze van ingebruikgeving van privaatrechtelijk eigendom der gemeente in den vorm als nu wordt voorgesteld, steeds is gevolgd. In de toelichting van het voorstel herinneren burgemeester en wethouders er aan dat indertijd aan den heer Mr. J. Minnema de With op de zelfde wijze en voor gelijk doel in gebruik is gegeven de sloot ten noorden van deze plaats gelegen. Er kan moeielijk sprake van verhuring zijn omdat het gebruik tot wederopzegging wordt verleend. Spr. gelooft nietdat aan den door burgemeester en wethouders gekozen vorm eenig gebrek kleeft. De heer Reeling Brouwer zegt, dat hij het terrein heelt opgenomen en hem daarbij is gebleken dat den huurder eene vrij groote strook grond en wel van het beste gedeelte, wordt ontnomen. Men moet niet vergeten dat de gemeente over dit terrein niet de vrije beschikking heeft, maar over de ingebruik geving m overleg moet treden met den huurder. Deze is vol strekt niet verplicht, genoegen te nemen met de ontworpen verandering. Een en ander doet burgemeester en weihouders billijk voorkomen den huurder eene geringe vergoeding toe te kennen. Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 5. Advies der reclame-commissie naai aanleiding van een bezwaarschrift tegen een aanslag in de directe belasting op het inkomen. In verband hiermede wordt de openbare vergadering gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 28 November 1893. 157 Tegenwoordig 19 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren F. Plantenga, Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, D. Tigler Wijbrandi en S. H. Hijlkema. Voorzitter de heer J. Troelstrawethouder. I. De notulen van de op Dinsdag den 14 November j. 1. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1. dat van den heer P. Lycklama k Nijeholt te Rotterdam een telegram is ontvangenwaarbij hij dank betuigt voor 's raads gelukwenschenter gelegenheid zijner benoeming tot commissaris der koningin in Overijssel. 2. dat van mevrouw van Harinxma thoe Slooten geb. ba ronesse Gollot d'Escury, mevrouw Reeling Brouwer geb. Jonkvr. Vegelin van Glaerbergen en den heer G. Gratama bericht is ontvangen dat zij de benoeming onderscheidenlijk tot voogdes en voogd van het nieuwe stads weeshuis aannemen 3. dat de heer Mr. T. van Hettinga Tromp zijne benoe ming tot lid der commissie van toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs heeft aangenomen 4. dat den 11 en dezer maand is overleden G. J. Vos wed. J. van der Horstdie een jaarlijksch pensioen uit de gemeen tekas genoot 5. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads besluit tot ingebruikgeving van gemeente-terrein aan den heer Mr. B. Ph. baron van Harinxma thoe Slooten voor het bouwen en hebben van een schiphuis 6. dat bij publieke verhuring van de zathe en landen „de Magere Weide" voor den tijd van zeven jaren in te gaan 5 Maart en 12 Mei 1894, huurder is geworden G. J. Nieuwland alhier voor f 3425 per jaar; 7. dat bij publieke aanbesteding van het onderhoud en vernieuwen der bestratingen in de gemeente over de jaren 1894 tot en met 1898 aannemer is geworden P. A. Bottinga alhier voor 13 cent per centiare 8. dat de legger van onderhoudphehtigen van de sloot langs het Pieterseliewaltje gedurende den bij de verordening bepaal den tijd ter visie heeft gelegen en dat geen bezwaren bij den raad tegen den legger zijn ingebracht. III. Wordt ter tafel gebracht 1. adres van de firma Schuil en Hoedemaker alhier, inhou dende het verzoek haar eene plek gemeentegrond bij de Groote Hoogstraat in koop of gebruik af te staan en haar concessie te verleenen tot den aanleg en exploitatie van electrische ge leidingen voor verlichting. Dit adres wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om bericht en raad. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de gemeentebegrooting dienst 1893. Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren Bekhuis Tigler Wijbrandi en Fabry de Jonge. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van af- en overschrijvingen op de gemeente-begrooting dienst 1893. 4. Aanbeveling voor de benoeming van een curator van het gymnasium. 5. Voordracht van burgemeester en wethouders voor de benoeming van een niet-ambtelijk lid en van een plaatsver vangend lid der commissie van aanslag bedoeld bij de wet tot heffing eener belasting op bedrijfs- en andere inkomsten. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan de onderwijzers M. Koldijk Gz.G. Kielder en L. Bosma. 7. Rapport der reclame-commissie omtrent bezwaarschriften tegen aanslagen in de directe belasting op het inkomen. De stukken sub 3 tot en met 7 worden ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 8. Advies der reclame-commissie naar aanleiding van een bezwaarschrift in beroep tegen een aanslag in de directe be lasting op het inkomen. Wordt beslotendit advies heden te behandelen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een voogd der stads-armenkamer, tenge volge van het niet aannemen der benoeming door den heer S. Sybouts. Door de voogden worden aanbevolen de heeren 1. H. Dijk stra R.Hz.2. J. Koopmans en 3. G. G. H. Meijer. De uitslag der gehouden stemming is dat alle (19) stem men zijn uitgebracht op den heer H. Dijkstra R.Hz.zoodat deze wordt benoemd. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot intrekking van het besluit tot onbewoonbaar verklaring van de woning Wissesstraat no. 49. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, te besluiten: het raadsbesluit van 6 December 1892 no. 6 in te trekken voor zoover daarbij onbewoonbaar is verklaard de woning ten kadaster bekend ten name van F. J. van Meerloo gemeente Leeuwarden in sectie A no. 26 plaatselijk gekwoteerd Wis sesstraat no. 49. De beraadslagingen worden geopend. De heer Haverscilinidt zegt dat het perceelwaarvan hier sprake is in dubbele mate zijn aandacht trok omdat het behoort tot den kring, die hem als buurtbezoeker is aan gewezen. Ook thans voldoet het maar aan zeer matige eischen van bewoonbaarheid. Het wordt alleen geschikt verklaard voor een klein gezin een tijdelijke omstandigheiddie bij de aan houdende wisseling van bewoners wel eens niet van langen duur kan zijn. Bovendien is er geen privaat en geen drink water terwijl aansluiting bij de waterleiding afhankelijk is van het offerdat een eventueele huurder zich daartoe zal willen getroosten. Nu de eigenaar aanzienlijke uitgaven heeft gedaan en het hoofddoeld. i. door middel van onbewoonbaarverklaring de noodzakelijkste verbeteringen te krygenwerd bereiktzal spreker, ook ter aanmoediging van andere bedreigde huiseige naren zijn stem aan dit voorstel niet onthouden. Dat de omvangrijke en met zooveel zorg uitgevoerde arbeid van burgemeester en wethouders en van de beide commissiën van December '92 en Januari '93 goede vruchten draagt, blijkt spreker uit het eveneens in zijn kring gelegen nieuwe perceel Wissesstraat no. 59dat in de plaats is gekomen van de onbewoonbaar verklaarde en afgebroken perceelen 59 en 61. Als het spreker vergund is hier een wensch bij te voegen dan zou het zijn om burgemeester en wethouders aan te moe digen, opnieuw een stap in die richting te doen. Is het waar, dat er volgens de enquête verslagen te Leeuwarden „183 vol strekt slechte woningen zijn in den strengsten zin van het ■woorddie het gemeentebestuur volgens de bestaande veror dening alle zou kunnen doen afbrekendan valt er zeker nog veel te verrichten. Dat ze er nog zijn die krotten, bleek spreker gisterentoen hij met een der wethouders een woning bezochtwaarvan de ellendige toestand alle beschrijving te boven gaat. Zij die er belang in stellen te onderzoeken, op hoe treurige wijze sommige stadgenooten nog steeds gehuisvest zijn kan spreker meedeelen, dat bedoeld perceel is gelegen Achter de Witte Hand no. 7. Het is spreker gebleken, dat het woningvraagstuk ook door burgemeester en wethouders als een der dringendste problee-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1893 | | pagina 1