TiKihriiE tan lliiisite dnn 27 April 1897.
1
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 27 April 1897.
39
Tegenwoordig 17 leden.
Afwezig de heeren J. van der Scheer, R. H. Dijkstra,
Mr. J. L. van Sloterdijck, C. L. B. J. Feitz, Dr. J. Baart
de la Faille en Jhr. Mr. C. van Eijsinga.
Voorzitter: de heer J. Troelstra, wethouder.
I. De notulen van de vorige op Dinsdag 13 April j.l.
gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld eene resolutie van Gedepu
teerde Staten houdende bericht van ontvangst van een
afschrift der verordening tot wijziging der verordening
tot voorkoming, wering en beteugeling van besmettelijke
ziekten.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. het verslag van den toestand der gemeente over 1896
2. het proces-verbaal van de opneming der kas van den
gemeente-ontvanger op 17 April j.l.
Wordt voor de leden ter visie gelegd
3. een adres van den heer S. Tulp Hz. om in over
weging te nemen in de Spanjaardslaan van gemeente
wege een hoofdriool aan te leggen.
De Voorzitter stelt voor, dit adres te behandelen met
het straks aan de orde zijnde voorstel in zake demping
van eene sloot langs de Spanjaardslaan.
De heer Bekhuis vraagt, of de voorzitter zijn voorstel
niet zoodanig zou willen wijzigen dat het adres in
handen van burgemeester en wethouders zal worden ge
steld om praeadvies. Het is wel eene zaak van beteekenis.
De argumenten door den adressant aangevoerdkomen
hem nog al belangrijk vooren het zal moeielijk zijn
daarop dadelijk in te gaan of er eene beslissing over te
nomen. Hij wenscht eerst een onderzoek door den direc
teur der gemeentewerken te doen voorafgaan.
De Voorzitter deelt mededat burgemeester en wet
houders bij de behandeling van bovenbedoeld voorstel
eene wijziging der conclusie zullen voorstellen. Principieel
zal daardoor wel niet op dit adres worden beslistmaar
de gewijzigde conclusie geeft aan de adressanten de ge
legenheid met bouwen voort te gaan. Zy zouden daarin
vertraging kunnen ondervinden indien nu niet op hun
verzoek werd beslist.
De heer Bekhuis bedankt voor de bekomen inlichting.
4. Een adres van A. IJpesMulder e. a. om niet
aan te nemen het voorstel van burgemeester en wethou
dersom aan E. J. de Vries weder het recht te ver-
leenen tot het hebben van eene kiosk aan den Stationsweg.
Wordt besloten, dit adres te behandelen met het heden
aan de orde zijnd voorstel;
5. de rekening en verantwoording van de Stadsarmen
kamer, over 1896.
Wordt om onderzoek en rapport gesteld in handen van
de heeren Konter, Beekhuis en Duparc
6. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan den onderwijzer
E. W. Faber:
7. alsboven om burgemeester en wethouders te mach
tigen tot de aanbesteding van de vernieuwing Ier deuren
van den Prinsentuin aan het Tournooiveld
8. alsboven tot wijziging der instructie van de ambte
naren en beambten aan de stadsbank van leening;
9. alsboven om aan de Ned. Tramwegmaatschappij te
Utrecht concessie te verleenen tot het aanleggen en
exploiteeren van een stoomtramweg naar Stiens
10. alsboven tot vaststelling van eene verordening tot
aanwijzing van stemlokalen voor stemdistricten.
De stukken sub 6 tot en met -10 voor de leden ter
visie te leggen om ze in eene volgende vergadering te
behandelen, terwijl die sub 8 en 9 zullen worden gedrukt
in de bijlagen tot het raadsverslag.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op
den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Henoeming van een arts voor de genees- en heel-
kundige behandeling run behoeftigen (vacature Dr J.
C. Schreuder.)
De voordracht is samengesteld uit1 A. Ebbens Sis-
singh en 2 W. F. J. Uffelie, beiden arts te Leeuwarden.
Do uitslag der gehouden stemming isdat op den
heer A. Ebbens Sissingh 16 stemmen werden uitge
bracht en de heer W. F. J. Uffelie 1 stem verkreeg.
Eerstgenoemde wordt alzoo benoemd met ingang van
een nader door burgemeester en wethouders te bepalen
datum.
2. Het rapport der raadscommissie omtrent het onder
zoek der rekening van de dienstdoende schutterij
dienst 1896.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt be
sloten
a. de rekening goed te keuren tot een bedrag in
ontvang en uitgaaf van 4825.20.}.
b. den schuttersraad dank te betuigen voor zijn nauw
keurig beheer.
3. Iiapport der raadscommissie omtrent het onderzoek
der rekening en verantwoording der administratiekosten
van de stadsbank van leening over 1896
De commissie stelt voor
o. deze rekening goed te keuren tot een bedrag van
5667.39;
b. aan de commissie van administratie der stadsbank
van leening 's raads dank te betuigen voor haar nauw
keurig beheer.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders lot wijziging
der gemeente-begroot in gendienstjaren 1896 en 1897.
De heer Duparc heeft wel eenig bezwaar tegen het
voorstel. Op de begrooting van 1896 kwam o. a. voor
f 237,800 als gedeelte van de conversieleeninggedeel
telijk besterad voor de voortzetting der werken aan het
Nieuwe Kanaal en voor de vernieuwing van de Prins
Hendriksbrug. Intusschen werd slechts uitgegeven 124,382,
zoodat overbleef f 113,418. Nu willen burgemeester en
wethouders met dit overschot de opbrengst der leening
verminderen en dit bedrag op de begrooting van 1897
overbrengen. Kan dit echter wel opgaan? vraagt spreker.
Ook deze f 113,418 toch is in 1896 ontvangen en na
tuurlijk door den gemeente-ontvanger geboekt onder zijne
ontvangsten over dat jaar. Hij zal deze som dus moeten
opnemen in de, volgens art. 218 der gemeentewet, door
hem aan burgemeester en wethouders aan te bieden
rekening over 1896, en deze zullen op hunne beurt deze
som moeten brengen in devolgens hetzelfde artikel
den raad over dat jaar te doene verantwoording.
Spreker meentdatwaar eenmaal het feit der ont
vangst vaststaatdaarin geen verandering kan worden
gebracht. Het zoude zijn een fictieve, niet op de waarheid
steunende rekening en verantwoording. Mochten burge
meester en wethouders het geopperde bezwaar weten op
te lossen dan zou het spreker aangenaam zijn.