FamaderlDg m Dinsdag, lu 8 Jni 1891 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 8 Juni 1897. 71 Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de heerenK H. DijkstraMr. J. L ran SloterdijckJ. F. H. BekhuisC. L. B. J. Feit/.Dr. J. Baart de la FailleT. KonterJhr. Mr. C. van Kijsinga en Mr. I. Wolff. Voorzitter de heer J. Troelstrawethouder. I. De notulen van de vorige op 1 Juni j.l. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeelddat bij publieke verpachting van staanplaatsen voor earroussels, kramen enz. gedurende de aanstaande kermisde staanplaatsenvoor zooverre gegundhebben opgebracht een gezamenlijk bedrag van 1497.87. III. Wordt ter tafel gebracht 1. een adres van J. H. F. de Boer e. a.houdende verzoek om eene tegemoetkoming in de kosten van demping van slooten ten noorden en westen van bouwterrein aan de Spanjaardslaan. Wordt gesteld in handen van burgemeester en wet houders om bericht en raad. 2. het rapport der raadscommissie omtrent het onder zoek van de rekening van het stads-ziekenhuis dienst 1896. Wordt ter visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 3. een voorstel van burgemeester en wethouders tot aanwijzing van stemlokalen voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad enz. Wordt beslotendit voorstel nog heden te behandelen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening en verantwoording van de Kamer van koop handel en fabrieken over 1896. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten, deze rekening goed te keuren tot een bedrag in ontvang en uitgaaf van 422.14'/,. Wordt opgemerkt, dat de heer Duparcsecretaris der Kamerniet tot het nemen van dit besluit heeft mede gewerkt. 2. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening en verantwoording van het nieuwe stads weeshuis dienst 1896. Overeenkomstig het voorstel der commissie wordt be sloten deze rekening goed te keuren in ontvang tot een bedrag van f 24,559.10, in uitgaaf van 21,153.19'/, alzoo met een batig saldo van 3405.90'/,. Wordt opgemerktdat de heer Beucker Andreae lid van het bestuur dezer instelling, niet tot het nemen van dit besluit heeft medegewerkt. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan niej. S. M. .lurrjens, onder wijzeres in de handwerken. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten aan mej. S. M. Jurrjens op haar verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 9, met ingang van den 1 Juli 1897. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders lot het verleenen van eene tegemoetkoming in de huur aan II. Hotsma huurder van de stadsplaats op Wijlaarderburen. L. H. Hotsmahuurder van de zathe en landen op Wijlaarderburen, in eigendom behoorende aan de gemeente, verzoekt, hem een gedeelte van de huur over 1896 97 te willon kwijtschelden, ter tegemoetkoming in de schade, die bij heeft geleden tengevolge van het heerschen van het mond- en klauwzeer onder zijn vee. Burgemeester en wethouders hebben een nauwgezet onderzoek ingesteld, of de adrossant alle voorzorgen heeft genomen, die hij het heerschen van mond- en klauwzeer zijn aanbevolen om de nadeelenwelke van die ziekte het gevolg kunnen zijnzooveel mogelijk te voorkomen of te beporken. Het is gebleken, dat de adressant getracht heeft, door alle door den gemeente-veearts voorgeschreven maatregelen, de nadeelige gevolgen der ziekte zooveel mogelijk te beperken. Niettemin heeft hij niet slechts de gewone gevolgen der ziekte ondervondenmaar bovendien acht koeien verloren. Indien er in dezen slechts sprake was van de gewone schadedie ieder veehouder van meergemelde ziekte ondervindt en welke in den regel zich bepaalt tot achter uitgang van het vee, tijdelijk verlies in molk, sterfte van kalverenbiggen en van 2 a 3 koeien van een beslag als dat van den adressantdan zouden burgemeester en wethouders geen vrijheid hebben gevondenhet voorstel te doen tot het geven van een tegemoetkoming in de geleden schade, maar, waar, zooals in casubehalve de gewone nadeelen een buitengewoon verlies van koeien is geleden daar meenen burgemeester en wethouders dat de billijkheid medebrengt, kwijtschelding van een gedeelte der huursom te verleenen. Zij stellen derhalve voor, te besluiten aan L. H. Hotsma voornoemd kwijtschelding van een gedeelte der huursom over 1896/97 te verleenen tot een bedrag van 500. De beraadslagingen worden geopend. De heer Duparc verklaartgeen bezwaar te hebben tegen aanneming van dit voorstel. Hij wenscht burge meester en wethouders te vragen, of zij, vóórdat zij besloten tot het indienen van dit voorstelzich er van hebben vergewistof de adressant zijn vee tegen ziekte heeft verzekerd in een of ander veefonds Indien hij uit eenig dergelijk fonds eene schadevergoeding genootzou de gemeente hem geene vergoeding behoeven te geven. De Voorzitter deelt mededat bij onderzoek is geblekendat de adressant zijn vee niet in een veefonds tegen ziekte had verzekerd. De heer Duparc zounu hij van den voorzitter heeft vernomen, dat de adressant zijn vee niet heeft verzekerd, wel aan burgemeester en wethouders in overweging willon gevenom in het vervolg in de huurcontracten voor de stadsplaatsen de verplichting voor den huurder op te nemen, om zijn vee in een solied veefonds tegen ziekte te ver zekeren. Dit kanvolgens spr.voor de huurders geen bezwaar opleveren want er zijn in Friesland veefondsen genoeg. Deze verzekering acht spr. voor veehouders even noodig, als die van een ieder tegen brand en nog zooveel verzekeringen meertegen eenig geldelijk nadeeltegen ongelukken enz. De heer Meijer zegtdat het voor de hand ligtdat wanneer zich een soortgelijk geval, als het onderwerpelijke, voordoetburgemeester en wethouders informeeren of de belanghebbende zijn vee in een veefonds heeft ver zekerd. Toen dit niet het geval bleek te zijn rees de vraag, waarom dit niet was geschied.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1897 | | pagina 1