teaflfim van Diisdaï 11 Januari 1898 ~.r. _V/"ft- S* TW /-I Hr; /V-,1 Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 11 Januari 1898. 1 Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heeren Dr. J. Baart de la Faille, S. H. Hijlkema, H. Beucker Andreae, D. Tigler Wijbrandi en Jhr. Mr. W. C. G. van Eijsinga. Voorzitter: de heer Mr. J. S baron van Harinxma tlioe Slootenburgemeesterdie de vergadering opent met de volgende toespraak Mijne, Heeren. Bij den aanvang onzer eerste vergadering in het jaar 1898 bied ik u met groote ingenomenheid mijne welge meende gelukwenschen aan. Het jaar, dat achter ons ligt. laat menige gelukkige herinnering bij ons achter, ook in den werkkring waarin we ons hier bewegen. Maar helaaséén groote schaduw is daarop achtergebleven de dood heeft een onzer ver dienstelijkste leden van ons weggenomenonzen zoo bij zonder gewaardeerden wethouder Mr. Johan Carel Meijer. Van hem hadden we nog zooveel nuttigen arbeid voor do gemeente Leeuwarden, die hij had liefgekregen, mogen verwachten. In de volle kracht van het leven is hij heen gegaan. Ik acht mij gelukkig, hier te mogen memoreeren, dat Mr. Wolft' zich de keuze tot opvolger van Mr. Meijer als wethouder heeft laten welgevallen. Ook onder onze ambtenaren hebben we het verlies van eenige verdienstelijke mannen te betreuren. Ik noem slechts het hoofd der gemeenteschool no. 8, den heer C. Koster, den opzichter der gemeentewerken J. D. van Niuiwegen en mejuffrouw Geertruida Klinkenberg, hoofdonderwijzeres van bewaarschool no. 3. Hunne plaatsen zijn thans alle door anderen ingenomen. Nog breng ik gaarne hulde aan den arbeid in uw midden verricht door de heeren Jhr. Mr. C. van Eijsinga en J. van der Scheer, diebij gelegenheid hunner perio dieke aftreding als raadslid, meenden, zich voor eene nieuwe verkiezing niet te moeten beschikbaar stellen. Het cijfer der bevolking onzer gemeente bleef nagenoeg gelijkterwijl de algemeene gezondheidstoestand niet on gunstig mag worden genoemd. Van besmettelijke ziekten kwamen, behalve 358 gevallen van mazelen, slechts 7 van roodvonk, 7 van diphtheritis en 2 van typhus voor. Het schijnt niet al te gewaagd hieruit af te leiden dat de maatregelen tot wering daarvan doeltreffend zijn. Toch valt het te betwijfelen, of de verregaande vervuiling van het grachtswater op den duur den algemeenen gezond heidstoestand niet bedreigt. Middelen tot beteugeling van dat kwaad zijn in onderzoek. Het getal der geboorten (848) overtrof belangrijk dat der sterfte (495). Onzen bijzonderen dank ten aanzien der volksgezondheid verdient de commissie bestaande uit de heeren Dr. Ph. Kooperberg, A. E. Sissingh en Dr. J. P. van den Berg, en do besturen en pleegzusters van het diaconessenhuis en van het Roomsch Katholieke ziekenhuis, die onder hunne leiding eene leelijke ziekte bij de schooljeugd hebben bestreden met goed gevolg. Handel en bedrijf bleven nog gedrukt onder allerlei omstandigheden waaronder voor de provincie en hare hoofdplaats de besmettelijke veeziekte (mom1- en klauwzeer) de eerste plaats inneemt. Toch heeft onze veemarkt bijna het geraamde bedrag aan marktgelden kunnen opbrengen, terwijl van de gelegenheid tot het wegen van vee druk gebruik werd gemaakt. Dit resultaat, verkregen niettegen staande de ongunstige omstandigheden, bewijst, naar het mij voorkomt, dat onze veemarkt hare gunstige reputatie heeft gehandhaafd. De aanvoer van boter aan de waag bleef verminderen, naar ik vertrouw om geene andere redenen dan wegens de toename der boterfabrieken in de provinciedie met hunne afnemers in directe relatie treden. De aanvoer van kaas bleef stijgen. Afnemende bleef ook het cijfer der gemeten en gewogen hectoliters granen. Terwijl de geheven beursrechten iets daaldenstegen daarentegen de inkomsten der stadsreiniging. Met ingenomenheid herinner ik aan de totstandkoming van de landbouwwinterschool. Eene geringe stijgende beweging valt waar te nemen in het gasverbruik door particulieren. Het getal der con sumenten vermeerderde met 57, terwijl een 100-tal munt gasmeters werd geplaatst. Het gemeentelijk armbestuur blijft zich bij voortduring met loffelijken ijver van zijne moeielijke taak kwijten. Het wil mij voorkomendat onze gemeente met hare armenverzorging de verpleging in het ziekenhuis daar onder begrepenin beteren doen begint te geraken. In- tusschen is liet getal der factoren, die tot deze uitkomst medewerken, zóó groot, dat een juist oordeel slechts over het verloop van eenige jaren kan worden uitgesproken. Een bedenkelijk verschijnsel is en blijft de toeneming van het getal arme krankzinnigen. Een woord van dankbare erkentelijkheid aan allen die met onverdroten ijver tot onzo armen- en ziekenverpleging medewerken, vinde hier zijne plaats. De brandweer volvoerde hare taak met alle succes. Slechts een enkele brand verkreeg grootere 'oeteekenis doch ook dezehoewel onder ongunstige omstandigheden uitgebroken bleef tot een enkel perceel beperkt. Het onderwijs, zoowel hooger- als middelbaar- en lager onderwijs, bleef aan de verwachtingen beantwoorden. Eene betere tractements-regeling voor de onderwijzersaan de lagere scholen verbondenvond algemeene sympathie. Straks zal u een nader voorstel bereiken tot reorganisatie der burgerdagschooldatnaar ik me vleieerlang tot eene gewenschte oplossing van dit moeielijke vraagstuk zal leiden. De moeielijke taak van hen, die tot de handhaving der openbare orde geroepen zijn, gaf geene aanleiding tot het neuien van bijzondere maatregelen. Met voldoening wijs ik er op, dat de gezindheid van Leeuwardens ingezetenen steeds ordelievend blijkt te zijn. De doelmatige wijze, waarop onze politie aan hare roeping voldoet, verdient lof en waardeering. Met den wenschmijne heeren dat het u zoowel in uwe openbare betrekkingen als in uw particulier leven in 1898 moge wélgaan open ik deze vergadering I. De notulen van de vorige op 28 December 1897 gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1. dat bij Koninklijk besluit van 29 December 1897, no. 38, is goedgekeurd het raadsbesluit tot heffing van 5070 opcenten op de hoofdsom der Rijks personeele belasting 2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten tot a. ingebruikgeving van een lokaal in de middelbare meisjesschool aan mej. Reddingius voor een teekencursus; b. ingebruikgeving van schoolbanken, borden enz. voor de Rijks-landbouwwinterschool c. onderhandsche verpachting van de opkomsten van eenige bruggen d. wijziging der voorwaarden van uitgifte der bouw terreinen aan weerszijden van het Nieuwe Kanaal. 3. dat door burgemeester en wethouders zijn benoemd tot gaarders van bruggelden bij de Wirdumerpoortsbrug W. Steen bij de Noorderbrug H. v. d. Noord en bij de Harlingervaartsbrug K. Kaspersma. III. Wordt ter tafel gebracht 1. een voorstel van burgemeester en wethouders tot aanwijzing van rooilijnen voor de verbouwing van het perceel op den hoek van de Nieuwestad en de St. Jacobstraat 2. alsboven tot ingebruikgeving van het benrslokaal aan het bestuur der Vereeniging tot bevordering van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1898 | | pagina 1