10
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 25 Januari 1898.
Bovendien moet in aanmerking worden genomendat
de gemeente, tijdens het maken van de bedoelde bruggen,
in het belang van de scheepvaart nog belangrijke sommen
heeft besteed voor de amotie van het Verlaat, ter plaatse
van de tegenwoordige Harlingervaartsbrug, het verbeteren
van het grootscheepsvaarwater „de Noordergracht", het
maken van de doorgraving bij Camstraburen in verbinding
met de Dokkumer Ee, het maken van den onderbouw en
verbeterde doorvaart van de Wirdumerpoortsbrug.
De kosten van al deze werken hebben bedragen ruim
f 107000terwijl nog voor vernieuwing van de Prins
Hendrikbrug met daarmede in verband staande werken
in 1896/97, is betaald eene som van ongeveer 40000,
die in eene leening is begrepen, waarop nog slechts zeer
weinig is afgelost.
De opbrengst der heffingen kan dus op verre na de
uitgaven niet bestrijden.
Het komt hem evenwel niet wenschelijk voor, het tot
nu toe geheven bedrag op te voeren, omdat de scheepvaart
zoo min mogelijk mag worden belemmerden het niet
onbillijk is, een doel der gemaakte kosten te beschouwen
als in het belang van de ingezetenen te zijn aangewend.
Overigens vereischen, naar 's raads meening, de verschil
lende artikelen van het heffingsbesluit en der verordening
op de invordering, geene nadere toelichting. Alleen zij
nog opgemerkt, dat, op grond van de daartegen bestaande
bedenkingen wordt afgezien van de tot 1111 toe geheven
hoogere doorvaartsgelden wanneer de bruggen bij nacht
worden afgedraaid.
De voorzitter sluit de vergadering.
Stoom IJotk- en Steendrukkerij van N. MIKDEMA Co.
Leeuwarden.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 8 Februari 189S.
11
Tegenwoordig 22 leden.
Afwezigde heer Mr. C. Beekhuis.
Voorzitter: de heer Mr. J.
thoe Slooten burgemeester.
hpnnpj innn I. Benoeming van eene. commissie voor het onderzoek
UI Huil lOüOi \van reclames tegen aanslagen in den II. O., dienst 1898.
Het resultaat der gehouden stemmingen is, dat uit de
eerste sectie de heer Mr. A. Menalda met 19 stemmen,
uit de tweede sectie de heer R. H. Dijkstra met 14
S. baron van Harinxma stemmen en uit de derde sectio de heer N. T. Haverschmidt
met 13 stemmen worden benoemd.
I. De notulen van de vorige op 25 Januari j.l. ge
houden vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. dat bij koninklijk besluit van 24 Januari 1898 no.
38 de jaarwedde van den burgemeester dezer gemeente
is vastgesteld op 3500 en die van den secretaris op
f 3000
2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de
raadsbesluiten
a. tot onderhandsche verhuring van een stuk weiland
bij de Bolswarderbrug
h. tot onderhandsche verhuring van eene kast in de
Beurs.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. het primitief kohier van de directe belasting op
het inkomen dienst 1898.
Wordt besloten, dit kohier, waai van gedrukte exemplaren
aan de leden zijn uitgereikt, in de sectiën van den raad
te behandelen, met bepaling dat het onderzoek moet zijn
afgeloopen binnen vier weken na heden.
Heden over te gaan tot de benoeming van eene com
missie voor onderzoek van de in 1898 in te komen
reclames
2. de rekening en verantwoording over het beheer
van den Prinsentuin over 1897.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in
handen van de heeren van Sloterdijck, Bekhuis en Vlaskamp
3. een verzoek om machtiging tot het doen van af- en
overschrijvingen op de begrooting van het stads-zieke'nhuis
voor 1897.
Wordt gesteld in handen van de heeren Duparc
Theunisse en Feitzten fine van onderzoek en rapport
4. een adres van F. Broersma e. a.inhoudende het
verzoek om medewerking tot het verbeteren van de sloot
langs het Hollanderdijkje.
Wordt om bericht en raad gesteld in handen van
burgemeester en wethouders
5. een adres van H. Bogaerts te Boxtel tot levering
van een portret van H. M. de Koningin.
Wordt voorshands voor kennisgeving aangenomen, om
later desgewenscht op het verzoek te letten
6. een voorstel van burgemeester en wethouders tot
verhuring van plekken grond aan het Oldehoofster kerkhofj
7. alsboven tot aanneming van een door de Friesche
Tuinbouwvereeniging aangeboden lindeboom, ten einde'
dezen te planten bij gelegenheid van de inhuldiging van
H. M. de Koningin, en van een ijzeren hek, om dien
boom te plaatsen, aangeboden door de vereeniging „Voor
Vaderland en Oranje";
8. alsboven tot vaststelling der voorwaardenwaarop
zal worden verpacht het terrein voor het plaatsen van
carroussels, kramen enz. gedurende de kermis van 1898:
9. alsboven tot vergrooting van de speelplaats bij de
gemeenteschool no. 6
1<). alsboven naar aanleiding van een adres van
J. W. Nicolai e. a. tot verbetering van den Dokkuiner-
trek weg.
De stukken sub 6 tot en met 10 worden voor de leden
ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te
worden behandeld
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot hel ver-
leenen van eervol ontslag aan den onderwijzer J. Zanstra.
Zonder discussie en hoofdelyke stemming wordt besloten
met ingang van 1 Maart 1898 aan J. Zanstra op verzoek
eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onder
wijzer aan de gemeenteschool no. 10.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders naar
aanleiding van eene resolutie van Gedeputeerde Staten
inhoudende verzoek om advies omtrent eene aanvraag van
de Nederlandsche tramwegmaatschappij tot het leggen
van spoorstaven in de bermen van rijkswegen voor de
exploitatie van stoomtramwegen.
Bij resolutie d.d. 23 December 1897 no. 46, 2e afd.
vragen Gedeputeerde Staten 's raads advies omtrent een
tot den minister van waterstaat, handel en nijverheid
gericht adres van den directeur der Nederlandsche tram
wegmaatschappij te Heeren veen om vergunning tot het
leggen van spoorstaven o. a. in de bermen var. den rijks
weg van Leeuwarden naar Quatrebrasaansluitende aan
den bestaanden tramweg VeenwoudenDrachten.
Onder referte aan den inhoud van het advies d.d. 7
Januari j.l.no. 14/3 van den directeur der gemeente
werken stellen burgemeester en wethouders voorte
besluiten
aan Gedeputeerde Staien in antwoord op hun boven
aangehaalde resolutie, te berichten, dat de breedte van
de rijkswegenvoorzoover die binnen deze gemeente zijn
gelegen het leggen van spoorstaven ten behoeve van
en de exploitalio van een tramweg met mechanische
trekkracht alleszins toelaatdat er overigens ook tegen
die exploitatie geen overwegende bezwaren bestaan
dat de aanleg van de tramwegen, waarvocr vergunning
wordt gevraagdvoor deze gemeente van groot belang
wordt geachtweshalve de raad adviseerthet verleenen
van de gevraagde vergunning te willen bevorderen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Konter heeft, naar aanleiding van dit voorstel,
ter hand genomen de in de vergadering van 7 September
1897 gehouden beraadslagingen over het voorstel van
burgemeester en wethouders tot het verleenen van concessie
aan de Nederlandsche tramwegmaatschappijvoor het
aanleggen en exploiteeren van een stoomtramweg van
het station alhier in directe verbinding met de tramlijn
VeenwoudenDrachten.
Spr. heeft in het verslag gelezendat de raad toen op
amendement van den heer van Ketwich Verschuur, zich
de nadere beslissing heeft voorbehouden omtrent de richting
van dien tramweg.
Nu is bij spr. de vraag gerezen, of bij aanneming van
liet onderwerpelijk voorstel het voorbehoud omtrent de
richting van dezen tramwegniet uit de hand wordt ge
geven, want de raad zal daardoor over de richting beslissen.
De richting, direct van Leeuwarden naar Suameer langs
een eigen baanzal dan voor goed uit de wereld zijn.
Spr. heeft hierop de aandacht willen vestigen omdat
dit naar zijne meening in de conclusie van het voorstel
ligt opgesloten.
Hij zal de lijn van hier langs Quatrebras naar Suameer
niet bestrijden, omdat hij vreest, dat met de directe ver
binding van Leeuwarden met Suameer lang zal worden
getraineerd. Maar op zichzelf geeft hij aan de laatste de