TiruMi yen Mai 10 Mal 1898. Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 26 April 1898. stank van de publieke wateren zich reeds te openbaren. Dank zij toch de aanhoudende oostewinden, kon langen tijd het overtollige boezemwater der provincie worden geloosd, doch het water was langzamerhand zóó gedaald, dat weinige dagen geleden alle provinciale zeesluizen dienden te worden gesloten, zoodat het water in de pro vincie thans nagenoeg stil staat. De stand van het water is pl. m. 1 decimeter lager dan op het einde van de maand April des vorigen jaars. De vooruitzichten zijn dientengevolge nóg ongunstiger dan verleden jaar het geval was, en men kan er zich daarom op voorbereiden, dat weldra uit de openbare wateren een stanklueht zal opstijgen, die niet alleen de bewoners van andere plaatsen afschriktte Leeuwarden te vertoeven langer dan noodig ismaar zelfs stadgenooten noopt, gedurende de zomer maanden hun heil te zoeken op plaatsenwaar geen stanklueht heerscht. Gelijk spr. van een deskundige heeft vernomen, zou de gewenschte dam in twee, ten hoogste drie maanden kun nen zijn gelegd. Kon nu spoedig een voorstel in behan deling worden gebracht, om den dam te leggen, dan zou men althans nog in den nazomer vrij zijn van de ver ontreiniging der publieke wateren met hare ergerlijke gevolgen. Spr. veroorlooft zich thans, aan burgemeester en wet houders de vraag te doen, of hun advies op het inge diende adres spoedig kan worden tegemoet gezien Mocht het advies gunstig zijn, dat dan zoo spoedig mogelijk aan het werk worde gegaan, om aan den ondragelijken stank, waarover nu reeds zooveel jaren wordt geklaagdeen einde te maken, en mocht het adres onverhoopt ongun stig luiden dan zou er naar andere middelen kunnen worden omgezien. De Voorzitter deelt den heer Duparc in antwoord op zijne vraag mede, dat een paar weken geleden een uit voerig adres van den directeur der gemeentewerken over deze zaak is ingekomen. Burgemeester en wethouders hebben er kennis van genomen en besloten het advies met bijlagen te stellen in handen van de commissie voor openbare werken. De stukken circuleeren nu bij hare leden en het is spr.'s voornemen, in den loop van de volgende week de commissie bijeen te roepen. De heer Duparc bedankt voor dit antwoord. Hieruit mag worden opgemaakt, dat de raad dus spoedig een voorstel tegemoet kan zien, in welken geest het dan ook zij. De voorzitter sluit hierop de vergadering. Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Miedema Co., Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 10 Mei 1898. 53 Tegenwoordig 22 leden. Afwezig de heer C. L. B. J. Feitz. Voorzitter: de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoo Slootenburgemeester. I. De notulen van de op 26 April j.l. gehouden ver gadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1. een schrijven van mej. A. C. Leopoldhoudende bericht, dat zij de benoeming tot onderwijzeres aan school no. 11 aanneemt 2. dat het contract mot den Staatbetreffende het gebruik door de militairen van de volkszweminrichting is opgezegd 3. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten tot a. wijziging van de gemeente-begrootingdienst jaar 1897 b. het doen van af- en overschrijvingen op die be grooting c. tot het verleenen van ontheffing op de huur der woning Oldegalileön nos. 40 en 32 aan S. H. Ritman. III. Wordt ter tafel gebracht 1. een adres van het hoofd van gemeenteschool no. 3, houdende verzoek, om in do betrekkelijke verordening de aan hare betrekking verbonden jaarwedde te verhoogen. Wordt in handen van burgemeester en wethouders gesteld om bericht en raad 2. een voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van pensioen aan M. van den Berg, eervol ontslagen arbeider bij den stadsreinigingsdienst 3. alsboven tot het verleenen van vergunning aan het bestuur der coöperatieve stoomzuivelfabriek alhier, om voor het lossen en laden van zuivelproducten bij harden wind gebruik te mogen maken van eene barte bij de 2e kanaal brug 4. alsboven om aan S. Dijkstra vergunning te geven vóór zijn perceel Nieuweweg no. 5 op gemeentegrond een stoep te mogen doen leggen 5. alsboven tot vaststelling van een besluit op de heffing en eene verordening op de invordering van havengeld 6. alsboven tot vervallenverklaring van de verordeningen betreffende de overdekte vischmarkt 7. rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening van de Kamer van koophandel en fabrieken over 1897 8. alsboven omtrent de rekening en verantwoording van de stads-armenkamerdienst 1897. Wordt besloten, de stukken sub 2 tot en met 8 voor de leden ter visie te leggen, om in eene volgende ver- gadadering te worden behandeld, terwijl die sub 5 en 6 zullen worden gedrukt in de bijlagen tot het verslag van 's raads handelingen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van stembureaux voor de verkiezing van leden van de Provinciale Staten. Wordt opgemerkt, dat in de raadsvergadering van 23 Juli 1897 voor één jaar leden van stembureaux uit de ingezetenen zijn benoemd. Heden moet worden overgegaan tot de benoeming van j een plaatsvervanger voor den voorzitter van het stem bureau in het le stemdistrictde voorzitters van de 3 overige stembureaux en de leden en plaatsvervangende leden tot aanvulling der stembureaux, ingevolge het be paalde bij art. 9 ter van de Provinciale wet. De uitslag der gehouden stemmingen is dat worden benoemd A. tot leden en plaatsvervangende leden tot aanvulling van de stembureaux in het le stemdistrict tot lid de heer J. F. H. Bekhuis met 18 stemmen en tot plaatsvervangend lid de heer T. Konter met 20 stemmen in het 2e stemdistrict tot lid de heer N. T. Haver- schmidt met 20 stemmen en tot plaatsvervangend lid de heer R. H. Dijkstra met 21 stemmen; De heer Hijlkema was intusschen ter vergadering ge komen. in het 3e stemdistrict tot lid de heer H. Beucker Andreae en tot plaatsvervangend lid de heer Mr. W. Kolffieder met 21 stemmen in het 4e stemdistrict tot lid de heer S. H. Hijlkema en tot plaatsvervangend lid de heer Mr. A. Menalda ieder met 21 stemmen B. tot plaatsvervanger van den voorzitter van het stembureau in het le stemdistrict de heer Mr. J. L. van Sloterdijck met 21 stemmen C. tot voorzitters van de stembureaux in het 2e stemdistrict de heer Mr. I. Wolff met 21 stemmen in het 3e stemdistrict de heer Mr. H. D. van Ketwich Verschuur met 21 stemmen; in het 4e stemdistrict de heer Mr. C. Beekhuis met 21 stemmen. 2. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening van het nieuwe stads-weeshuis over 1897. Conform het voorstel der commissie wordt besloten de rekening van ontvangsten en uitgaven van het nieuwe stads-weeshuis over het jaar 1897 goed te keuren en wel in ontvang tot een bedrag van34,989.58 uitgaaf 32,457.14 dus sluitende met een voordeelig saldo van 2,532.44 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onin- vorderbaarverklaring van aanslagen in de directe belasting op het inkomendienstjaar 1896. Wordt besloten den gemeente-ontvanger te machtigen, in zijne rekening over 1897 als oninvorderbaar aan te brengen eene som van 115.93 Vjwegens onbetaald gebleven belasting op het inkomen over 1896. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onin- vorderbaarverklaring van aanslagen in de directe belasting op het inkomen dienstjaar 1897. Burgemeester en wethouders stellen voor, onbetaald gebleven aanslagen in deze belasting tot een bedrag van f 297.89 oninvorderbaar te verklaren. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijkstra heeft bezwaar tegen het voorstel van burgemeester en wethoudersom den aanslagop den overgelegden staat onder no. 19 voorkomende, oninvorder baar te verklaren. Deze belastingschuldige hoeft eene zaak, die jarenlang door zijnen vader met succes is en nu reeds gedurende zeer vele jaren door hemzelven wordt gedreven en bewoont daarvoor op geschikten stand een huis, dat zeker een werkelijke huurwaarde van 500 heeft. Het komt spr. voor, dat hij met eenigen goeden wil wel in staat zal zijnzijne belasting te betalen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1898 | | pagina 1