TeroJitlig; van Dinste 26 Joli 1839.
I
A V
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 26 Juli 1898.
87
Tegenwoordig 14 leden.
Afwezig de heeren Oosterhoff, HaverschmidtKonter,
Menalda, van Ketwich Verschuur, Kolft', Tigler Wijbrandi,
Feitz. Eene vacature.
Voorzitter: de heer J. Troelstra, waarnemend burge
meester.
I. De notulen van de vorige op 9 Juli j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. dat aan den secretaris der gemeente verlof is ver
leend en dat zijne werkzaamheden worden waargenomen
door den commies ter secretarie Timmers Verhoeven
2. eene missive, d.d. 11 Juli j.l., van den heer
Dr. N. Reeling Brouwerhoudende mededeelingdat hij
heeft aangenomen de benoeming tot lid van Gedepu
teerde Staten en mitsdien ontslag neemt als lid van
den raad
3. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de
raadsbesluiten
a. tot onderhandsche verhuring van grond in het
Bagijneklooster
b. tot onderhandsche verpachting van grasgewas
c. tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1898;
4. eene missive van mej. C. M. G. de Wijs, houdende
dankbetuiging voor het haar aangeboden boekwerk als
blijk van waardeering van belangeloos door haar waarge
nomen lessen aan de Middelbare meisjesschool
5. het verslag van het eind-examen aan de Burger
dagschool.
Wordt voor de leden ter visie gelegd
6. eene resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende
mededeelingdat de minister van waterstaathandel en
nijverheid bereid isonder nader vast te stellen voor
waarden, vergunning te verleenen van rijkswegen gebruik
te maken voor het aanleggen van tramwegen
7. eene missive van de directrice van het stads
ziekenhuis houdende dankbetuiging voor de verhooging
van hare jaarwedde.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. de begrooting van het stads-ziekenhuis, dienst 1899.
Wordt om onderzoek gesteld in handen van de heeren
Konter, Oosterhoff en Wilhelmij
2. voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag als voogdes van het nieuwe
stads-weeshuis aan mevrouw van Harinxma thoe Slooten
Collot d'Escury
3. lyst van benoembaren tot leden van het college
van zetters
4. voorstel van burgemeester en wethouders naar
aanleiding van het verzoek van H. J. Albers tot het doen
leggen van een riool in den Harlingersingel
5. alsboven tot het verleenen van eervol ontslag aan
mej. wed. SchaafsmaStoett als leerares in de hand
werken aan de Middelbare meisjesschool, met toekenning
van pensioen
6. alsboven tot vernieuwing van de Langepijp.
De stukken nos. 2 tot en met 6 worden ter visie gelegd,
om in eene volgende vergadering te wo. 1 ehandeldl.
7. voordracht voor de benoeming van eene onderwij
zeres aan school no. 9
8. voorstellen tot verkoop van grond bij de 2e kanaal-
brug aan G. H. Wassenaar en de stoomzui vel fabriek.
Wordt besloten, deze stukken, die ter visie hebben ge
legen, heden te behandelen
9. een adres van het bestuur der Christen-geheel-
onthoudersvereeniginghoudende instemming met het
adres van de afdeeling der Nederlandsche vereeniging tot
afschaffing van sterken drank, betreffende het sluitingsuur
van tapperijen, enz.
Wordt gerenvoieerd aan den burgemeester.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeente
school no. 9 (vacature mej. H. Gast).
De voordracht bestaat uit1. Mej. J. C. Eggink te
Dronrijp, 2. mej. B. Hospes te Hornhuizen en 3. mej.
J. Dijkstra te Driesum.
De uitslag van de stemming is, dat mej. J. C. Eggink
met alle (14) stemmen wordt benoemd.
De datum van infunctietreding zal nader door burge
meester en wethouders worden vastgesteld.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan den heer A. Alberts, als
secretaris-boekhouder der stads-armenkamer.
Wordt zonder discussie besloten: aan den heer A.
Alberts, op verzoek met ingang van 1 Augustus 1898
eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van secre
taris-boekhouder der stadsarraenkamer, onder dankbetuiging
voor de door hem aan de gemeente bewezen diensten.
3. Voorstel van burgemester en wethouders naar aan
leiding van een verzoek van mej. H. Bujsom wijziging
der regeling van de jaarwedde van het hoofd van school no. 3.
Mejuffrouw H. Buijs, hoofd der gemeenteschool no. 3,
heeft bij adres van den 2e Mei 1898 verzocht, art. 1 der
verordening tot regeling der jaarwedden en der verdere
belooningen van de onderwijzers aan de scholen van open
baar lager onderwijs (Gemeenteblad no. 25 van 1897) in dien
zin te wijzigen, dat het verschil in het bedrag der beloo
ning 'van het hoofd van de school der eerste klasse voor
meisjes vervalt, en dus eene gelijke belooning wordt toe
gekend aan het hoofd, onderwijzer, als aan het hoofd, on
derwijzeres.
De commissie van toezicht,- over dit verzoek gehoord,
geeft in overweging, het nemen van een definitief besluit
op gemeld adres aan te houdentotdat wellicht in een
volgend jaarin verband met de gevolgen van invoering
van leerplichteene herziening van de jaarwedden van
de hoofden der scholen in deze gemeente wenschelijk en
billijk zal blijken.
Het komt burgemeester en wethouders echter beter
voor, dat het verzoek worde afgewezen.
In de raadsvergadering van 25 October 1892 zijn de
gronden duidelijk uiteengezet, welke hebben geleid tot
het maken van onderscheid in het bedrag der jaarwedden
naar gelang aan het hoofd der gemeenteschool no. 3 een
onderwijzer, dan wel eene onderwijzeres staat, en burge
meester en wethouders meen endat deze nog als geldig
moeten worden beschouwd.
Of de invoering van leerplicht aanleiding zou kunnen
geven tot eene herziening van de jaarwedden van de
hoofden der gemeentescholen schijnt bovendien twijfelach
tigdaar het de vraag is, of de werkzaamheden dier
hoofden daardoor zullen vermeerderen. Mocht dit echter
wel het geval zijn of om andere redenen eene nadere
regeling der jaarwedden in overweging worden genomen
dan spreekt het wel van zelf, dat ook adressante's jaar
wedde een punt van bespreking zal uitmaken.
Wordt nu het adres aangehoudendan zal dit allicht
verwachtingen opwekken, die tot teleurstelling aanleiding
zouden kunnen geven.
Op grond van het vorenstaande stellen burgemeester
en wethouders voorte besluitenhet bovenomschreven
verzoek van mej. H. Buijs, hoofd der gemeenteschool no. 3,
te wijzen van de hand.