VirtlÉIln Kt DiHlïl 23 AIS® 1838.
fc
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 23 Augustus 1898.
99
Tegenwoordig 17 leden.
Afwezig de heeren Mr. J. L. van SloterdijckMr. H.
D. van Ketwieh Verschuur, Dr. Jac. Baart de la Faille,
J. Theunisse en Mr. W. Kolff. Eene vacature.
Voorzitter: de heer J. Troelstra, wethouder, waar
nemend burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 9 Augustus j.l. ge
houden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. een schrijven van mej. de wed. A. S. Schaafsma—
Stoetthoudende dankbetuiging voor het haar verleend
eervol ontslag als leerares in de handwerken en het haar
toegekend pensioen
2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de
concessie-voorwaarden voor den aanleg en de exploitatie
van stoomtramwegen in de gemeente.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. eene aanbeveling voor de benoeming van eene
voogdes van het nieuwe stads-weeshuis
2. een voorstel van burgemeester en wethouders be
treffende eene wijziging der regeling van de bijdragen
van het rijk de provincie en de gemeente in de kosten
van verpleging van behoeftige krankzinnigen
3. alsboven tot overneming van een stuk grond op
den hoek van de St. Jacobstraat en de Klokstraat
4. alsboven tot wijziging van het reglement op het
bestuur der stads-armenkamer
5. een rapport der raadscommissie omtrent het onder
zoek van de begrooting der stads-armenkamer, dienst 1899
6. een rapport der raadscommissie omtrent het onder
zoek van de begrooting van het stads-ziekenhuis, dienst 1899.
De stukken sub 1 tot en met 6 worden ter visie gelegd,
om in eene volgende vergadering te worden behandeld
7. de ontwerp-gemeentebegrootingdienst 1899.
Wordt besloten, deze te doen drukken en in de sectiën
te behandelen, met bepaling dat het sectie-onderzoek moet
zijn afgeloopen vóór den 1 October e.k.
8. voorstel van burgemeester en wethouders tot be
noeming van eene tijdelijke leerares in de geschiedenis
aan de Middelbare meisjesschool
9. alsboven naar aanleiding van een verzoek der
Leeuwarder harddraverij-vereeniging om gebruik vau terrein
ten noorden van het Nieuwe Kanaal.
Wordt besloten, deze voorstellen, die voor de leden ter
visie hebben gelegen heden te behandelen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van eene commissie tot onderzoek van
de gemeente-rekening over 1897.
De uitslag der gehouden stemmingen is dat tot leden
dezer commissie worden benoemd de heeren H. Beucker
Andreae met 13, Jhr. Mr. W. C. G. van Eijsinga met 15
en A. Vlaskamp met 16 stemmen.
2. Benoeming van een stembureau voor de verkiezing
van een lid van den gemeenteraad (2e kiesdistrict.)
Het resultaat der gehouden stemmingen is, dat worden
benoemd tot voorzitter van het stembureau, de heer Mr.
C. Beekhuis met 9 stemmen, tot leden de heeren N. T.
Haverschmidt JHz. met 10 en Jhr. Mr. W. C. G. van
Eijsinga met 14 stemmen en tot plaatsvervangende leden
de heeren P. A. Wilhelmij en A. Vlaskamp onderscheidenlijk
met 13 en 11 stemmen.
3. Benoeming van eene tijdelijke leerares in de ge
schiedenis aan de Middelbare school voor meisjes.
In de raadsvergadering van 28 Juni j.l. werd besloten,
de aan den heer J. H. Brunne verstrekte tijdelijke op
dracht tot het geven van onderwijs in de geschiedenis aan
de Middelbare school voor meisjes met het einde van den
loopenden cursus in te trekken en werden burgemeester
en wethouders gemachtigd, eene oproeping te doen van
sollicitanten naar de betrekking van leerares in de ge
schiedenis aan die school, die tevens de bevoegdheid heeft
tot het geven van onderwijs in het Fransch.
Op deze oproeping meldden zich twee sollicitanten aan,
waarvan slechts één de gevorderde bevoegdheid bezat.
Daar geene voldoende aanbevelingslijst van benoembaren
kon worden opgemaakt, werd op voorstel der commissie
van toezicht eene oproeping gedaan voor leerares in de
geschiedenis en aardrijkskunde.
Hierop meldde zich eene sollicitante aan, Mej. K. W. J.
Cremer, doctoranda in de Nederlandsche Letteren te
Zuidhorn.
De commissie van toezicht geeft nu bij missive d.d.
25 Augustus jl„ no. 805, in overweging, deze sollicitante
aan te stellen, om tijdelijk het onderwijs in de geschiede
nis aan bovenvermelde school op zich te nemen, waartoe
zij zich heeft bereid verklaard.
De inspecteur van het M. O. verklaarde bij schrijven
dd. 17 Augustus jl. no. 782 zich hiermede te vereenigen.
Burgemeester en wethouders stellen nu voor, met ingang
van den cureus 1898/99 tot wederopzegging te belasten,
met de tijdelijke waarneming van de lessen in de geschie
denis aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes
Mej. K. W. J. Cremer, doctoranda in de Nederlandsche
letteren, te Zuidhorn, op eene bezoldinging berekend naar
1100 in het jaar.
Op eene vraag van den heer Du pare, of de moeilijk
heid, om eene leerares in dit belangrijk leervak te krijgen,
het gevolg is van het gebrek aan bevoegden, geeft de
heer Wolff ten antwoord, dat dit het geval is en in
Amsterdam dezelfde ondervinding is opgedaan, maar dat
het vooruitzicht beter wordt.
Hierop wordt besloten, over te gaan tot de benoeming
van eene tijdelijke leerares in de geschiedenis aan de
Middelbare meisjesschool.
De uitslag van de stemming isdat met allo (17)
stemmen wordt benoemd mej. K. W. J. Cremer, doctoranda
in de Nederlandsche letteren te Zuidhorn, overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders op eene
bezoldiging, berekend naar 1100 in het jaar.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tol het
verleenen van vergunning aan den heer A. Kulilmann
voor het leggen van een stankvrije kolk in de openbare
straat vóór perceel Tweebaksmarkt no. 42.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
de gevraagde vergunning tot wederopzegging te ver
leenen onder voorwaarde
a. dat de bedoelde kolk in het trottoir zóó laag worde
gelegddat de klinkers van het trottoir hooger liggen
dan de kolk
b. dat de kolk en hare bedekking zóó sterk worden
gemaakt en onderhouden dat zij voldoenden weerstand
bieden aan alle daarover te vervoeren vrachten
c. dat door den adressant telken jare vóór of op 12
November, voor het eerst vóór of op 12 November 189S,
ten kantore van den gemeente-ontvanger worde betaald
eene recognitie van 0.25, als erkenning van het eigen
domsrecht der gemeente op de ten dezen in gebruik
afgestanen grond.