Trolrioï ni Hit In 10 Jiiuri 1880.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 10 Januari 1899. 1
Tegenwoordig 21 leden.
Afwezig de hoeren J. F. H. Bekhuis en A. Vlaskamp.
Voorzitter de heer dhr. Mr. A. Röellburgemeester,
die de volgende toespraak tot de vergadering richt:
Mijne Heeren
Alvorens een aanvang to maken met de behandeling
der voor deze eerste bijeenkomst in het jaar 1899 aan
de orde gestelde punten, gevoel ik behoefte, u van deze
plaats mijne oprechte gelukwenschen aan te bieden met
het nieuwe jaar en daarbij de hoop uit te spreken, dat
het u zoowel persoonlijk als in uwe gezinnen en betrek
kingen heil en zegen moge brengen, en de gezondheid en
de krachten moge schenken, om de gewichtige belangen, die
u ook als leden dezer vergadering zijn toevertrouwd, met
lust en opgewektheid te blijven behartigen.
Aan dezen gelukwensch voeg ik, volgens oud gebruik,
enkele mededeelingen toe over den afgesloten tijdkring,
het heuglijke jaar 1898.
Heuglijk mag ik het afgeloopen jaar zeker noemen
niet omdat daarin op geen enkele schaduwzijde zou zijn
te wijzen, maar alléén reeds met het oog op de aanvaar
ding der regeering door onze jonge, voor Haar taak zóó
voortreffelijk voorbereide Koningin, die aanleiding gaf tot
eene feestviering alom in den lande en ook in onze stad,
waarbij de hechte band tusschen volk en Vorstenhuis, die
levensvoorwaarde, voor ons onafhankelijk volksbestaan
wederom op ondubbelzinnige wijze mocht blijken. De nog
tengere boom, aangeboden door de Friesche Tuinbouw-
vereeniging, die moge opwassen tot een trotsche linde,
staat daar, omgeven door het geschenk der verceniging
„Voor Vaderland en Oranje", als eene blijvende herinne
ring aan de geestdrift dier onvergetelijke dagen.
Heuglijk ook in menig ander opzichtwas het jaar
1898. JL)e onverbiddelijke dood heeft toch uwen kring
gespaard en onder de talrijke schaar ambtenaren en be
dienden der gemeente waren slechts twee sterfgevallen te
betreuren. Wel trof den raad, en niet minder het dage-
lijksch bestuur, een gevoelig verlies door het scheiden uit
zijn midden van Dr. N. Reeling Brouwer, maar eenparig
hebt ge u verheugd, dat deze, tot het dagelijksch bestuur
over de gewestelijke aangelegenheden geroepen, zijne hoog
gewaardeerde gaven aan de openbare belangen kou blijven
wijden. Zijne plaats als raadslid werd op 12 November
door uw jongste medelid, den heer 8. Jansen, ingenomen,
nadat hij reeds aanstonds als wethouder door Mr. C. Beek
huis was vervangen. Hier mag ik zeker ook nog melding
maken van het vertrek van Casper Habekottee, over wiens
verdiensten ik intusschen het stilzwijgen kan bewaren
waar uw raad zelf hem eenparig het grootste eereblijk,
dat de gemeente schenken kan, den zilveren eerepenning
waardig keurde.
Gunstig was in het afgeloopen jaar ook de loop der
bevolking, die met 227 zielen vermeerderde, zoodat op
31 December j 1. de gemeente Leeuwarden 32171 in
woners telde. De sterfte bepaalde zich in 1898 tot 451
gevallen tegen 476 in 1897 daartegenover staan voor
1898 847 en voor 1897 846 geboorten.
Mogen deze cijfers wellicht reeds de conclusie recht
vaardigen, dat de algemeene gezondheidstoestand bevredi
gend, zelfs gunstig was, ik kom te eerder tot deze slot
som, waar de besmettelijke ziekten zich bepaalden tot 61
gevallen van mazelen, 3 van roodvonk, 5 van typhus en
1 van diphtheritis. Voor 1897 waren deze cijfers resp.
358, 7, 2 en 7.
Veeziekten kwamen in onze gemeente nagenoeg niet
voor. Zeer enkele gevallen van mond- en klauwzeer en
van schapenschurft uitgezonderd bleef zij daarvoor ge
spaard en onze veemarkt kon dan ook, dank zij deze
omstandigheid en ondanks het voortdurend verbod van
uitvoer naar Duitschland en de beperkende bepalingen
waaronder de uitvoer naar België mogelijk werd, haar
ouden roem handhaven 187470 stuks vee werden tor
markt aangevoerd, of ruim 20000 stuks meer dan in 1897,
terwijl ongeveer 4500 stuks meer dan in 1897, of 22229
stuks werden gewogen.
Niet onverdeeld gunstig moet overigens het oordeel
luiden over handel en bedrijfhet handelsverkeer was in
sommige opzichten afnemend.
Afnemend de hoeveelheid aan de Waag aangevoerde
boter, waar in 1897 803304 kilogrammen werden ge
wogen, tegen slechts 523778 kilogrammen in 1898, eene
vermindering dus van bijna 280000 Kg. Daarentegen
steeg de hoeveelheid gewogen kaas, in 1897 niet meer
dan 850706 kilogrammen of ruim 200000 kilogrammen
minder dan in 1898, toen dat cijfer 1063296 Kg. bedroeg.
Afnemend, hoezeer in mindere mate, ook het getal
hectoliters gemeten en gewogen granen, namelijk 136955
in 1898, tegenover 140874 in 1897.
Afnemend voorts het beursbezoek, waar de opbrengst
der beursrechten tot een bedrag van f 3437.39, in het
afgeloopen jaar f 134.90 minder bedroeg dan in 1897.
Afnemend eindelijk, de inkomsten der stadsreiniging,
die in 1898 niet meer dan ruim 20000 besomden,
tegen f 25748.18 in 1897, welke mindere opbrengst in
hoofdzaak moet worden toegeschreven aan den sterk ver
minderden prijs, waarvoor in het laatst des jaars de com
post wegens de concurrentie der kunstmeststoffen ver
koopbaar was.
Tegenover deze minder gunstige cijfers mag op de ver
meerderde opbrengst der gasfabriek als een verblijdend ver
schijnsel worden gewezen. Het getal verbruikers steeg
met 48, dat der muntgasmeters met 31, terwijl het gas
verbruik ongeveer 91000 M3 grooter was dan in 1897
en dus met ongeveer 6 °/o vermeerderde, waardoor de
op 168000 geraamde inkomsten dan ook met 2 a 3000
worden overtroffen.
Als een gunstig teeken voor het peil der welvaart te
dezer stede mag voorts worden gewezen op het feit, dat
de spaarbank zich mag verheugen in toenemenden bloei
806 nieuwe deelnemers meldden zich aan tegen 731 in
1897 en het bedrag der 8485 inlagen heeft in 1898 de
som van f 355054.68 bereikt, tegen f 335921.24 in het
voorgaande jaar, terwijl omgekeerd aan inleggers werd
terugbetaald f 327795.14 of ruim f 13000 minder dan
in 1897. Bij hot sluiten der rekening bedroeg dan ook
de totale schuld van de spaarbank aan de deelnemers het
aanzienlijke cijfer van f 1575714 21.
Met lof mag ook in dit jaar worden gewaagd van het
optreden der politie en brandweer, al werden voor de
handhaving der orde geen buitengewone maatregelen ver-
eischt en al bepaalde het aantal branden van eenigen om
vang zich tot één enkelen uitslaanden brand op den
Kerstmorgen.
In de regeling der burgerlijke armenzorg kwam na het ver
trek van den verdienstelijken secretaris-boekhouder Alberts
eenige wijziging door de instelling, naast het buurtbezoek,
van het armbezoek door een bezoldigd ambtenaar. Dank
baar getuig ik hier van den prijzenswaardigen ijver, dien
hel gemeentelijk armbestuur bij de vervulling zijner zware
taak aan den dag legt en evenzeer van de zorgvuldige
verpleging in het stads-ziekenhuis. Deze inrichting had
het verlies te betreuren van haar geneesheer-directeur
Dr. Ph. Kooporberg, aan wien door u onder dankbetuiging
voor de ruim veertien jaren bewezen diensten, op zijn
verzoek eervol ontslag werd verleend en wiens opvolger,
do heer P. H. van Eden op I Januari j.l. in functie trad.
In het ziekenhuis werden in 1898 verpleegd 272 patiën
ten met 9086 verpleegdagenvoor 1897 waren deze
cijfers 286 en 9368.
Hiermede mijne heeren meen ik van den jaarkring,
die achter ons ligt, te mogen afstappen, om nog een
enkelen blik te werpen op het jaar, dat wij zijn ingetre
den en op de gewichtige beslissingen, waarvoor uw raad
zich reeds spoedig zal zien gesteld.
Ik behoef slechts te noemen die over het voorstel tot
herziening van de pensioensverordening van 1893, dat
slechts op verzoek der voorstellers niet op de agenda van