?an
78
Verslag der handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden, van Dinsdag 25 Juli 1899.
De heer Duparc zegt, moeilijk in het hart* van den De gewijzigde motie wordt hierop iu stemming gebracht
minister Borgesius te kunnen lezen en daarom geen ant- en verworpen met 14 tegen I stemmen, die van de heeren
woord te kunnen geven op de vraag van den heer Jansen, Konter, Jansen, Wilhelmij eii Vlaskamp.
wat deze minister wel zou hebben gedaan, indien er in
dezen geen aandrang tot hem ware gekomen. Wil de heer De voorzitter sluit de vergadering.
Jansen het echter weten, dan zou spr. hem willen aan
bevelen, de vraag rechtstreeks aan den minister zeiven
te richten.
Stoom Boek- en Steendrukkerij van N. Micderna Sc Co., Leeuwarden.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, van Dinsdag 8 Augustus 1899. 79
Tegenwoordig 14 leden.
Afwezig de heeren Oosterhoff, Haverschmidt, Duparc, Kolff,
Bekhuis, Theunisse, Hijlkoma en van Ketwieh Verschuur.
Eene vacature.
Voorzitter: de heer Jhr. Mr. A. Röell, burgemeester.
I. De notulen van de op 25 Juli j.l. gehouden verga
dering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. Dat door burgemeester en wethouders is benoemd
tot opzichter aan de gemeentegasfabriek de heer F. J. ter
Braak, thans opzichter aan de gasfabriek te Amersfoort.
2. Eene resolutie van Gedeputeerde Staten, waarbij
mededeeling wordt gedaan van de afwijzende beschikking
der Staten op het verzoek, om het onderhoud van den
Dokkumertrekweg voor rekening van de provincie te wil
len nemen, met bericht tevens dat, voor zoover later ver
zoeken tot de Staten mochten worden gedaan om maat
regelen tot herstel van gedeelten van den trek weg, die
als verbindingsmiddel niet kunnen worden gemist, uit de
provinciale fondsen financieel te steunen, die vergadering
bereid is, zoodanige verzoeken in welwillende overweging
te nemen.
De Voorzitter stelt voor, deze resolutie voorloopig voor
kennisgeving aan te nemen, met opdracht aan burgemeester
en wethouders te overwegen, in hoeverre zij aanleiding
geeft tot het doen van nadere voorstellen.
Conform besloten.
3. Eene resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende
goedkeuring van den 5n suppletoiren staat tot wijziging
van den primitieven staat A der openbare tot den gemee-
nen dienst van allen bestemde waterstaatswerken, door
het veranderen daarop van de omschrijving van de Door
gaande Steeg.
4. Eene resolutie alsvoren, geleidende het koninklijk
besluit tot goedkeuring der verordening tot heffing van
begrafenisrechten.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders, om
aan mej. J. Zijlstra, onderwijzeres in de nuttige en fraaie
handwerken aan de gemeenteschool no. 4, ingevolge haar
verzoek, met ingang van 1 September e.k., eervol ontslag
uit die betrekking te verleenen.
2. De begrooting van inkomsten en uitgaven van het
Stads-Ziekenhuis voor het jaar 1900.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport in handen gesteld
van de heeren Tigler Wijbrandi, Hijlkema en van Eijsinga.
3. De rekening van ontvangsten en uitgaven der ge
meente over 1898.
In deze vergadering zal tot de benoeming van eene
commissie van onderzoek worden overgegaan.
4. Het rapport van het onderzoek van den geloofsbrief
van den heer S. Jansma.
De Voorzitter wijst op art. 3 van het reglement van
orde voor de vergaderingen van den Raad, waarbij in de
eerste plaats is bepaald, dat in dezelfde vergadering, waarin
het verslag van het onderzoek der geloofsbrieven wordt
gedaan, door den Raad over de al of niet toelating van
den nieuw benoemde wordt beslist. Maar het tweede
gedeelte van het genoemd artikel luidt aldus„vordert de
zaak uitstel, dan wordt de beslissing zoo kort mogelijk
verdaagd".
Waar de commissie naar meer dan één plaats in de
Gemeentestem verwijst, acht hij het wenschelijk, dat de
Raad in de gelegenheid worde gesteld van die stukken
kennis te nemen en hij stelt daarom voor, het rapport
in de eerstvolgende vergadering in behandeling te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van do op
den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot heffi-ing
van rechten onder den naam van leges. (Zie bijlage no.
21 tot het verslag van 's Raads handelingen).
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig dit voorstel besloten, vast te stellen de navol
gende verordeningen
De raad der gemeente Leeuwarden
In aanmerking nemende dat, krachtens artikel 14 der
wet van 24 Mei 1897 (Staadsblad no. 156), met.1 Januari
1900 van rechtswege vervalt het„Besluit tot het heffen
van regten wegens de uitgifte van stukken ter secretarie
en verrigtingen van den burgerlijken stand in dè ge
meente Leeuwarden (gemeenteblad no. 3 van 1880), vast
gesteld den 13 November 1879 en goedgekeurd bij ko
ninklijk besluit van 20 December d.a.v. no. 24
Overwegende, dat het wenschelijk is, omtrent de heffing
van voorschreven rechten een nieuw besluit te nemen
Gelet op de artikelen 104, 238 en 240 der gemeentewet,
zoomede op art. 5 der wet van 23 April 1879 (Staatsblad
no. 72)
Heeft goedgevonden, vast te stellen het navolgende
Besluit tot heffing van rechten onder den
naam van LEGES.
Art. 1.
Ten behoeve van de gemeente Leeuwarden worden,
onder den uaam van leges, rechten geheven wegens het
verstrekken van door of vanwege het gemeentebestunr
uitgegeven stukken, het legaliseeren van handteekeningen
of waarmerken van stukken, zoomede voor huwelijks
voltrekking op anderen tijd of andere wijze, als waarop
zij ingevolge artikel 4 der wet van 23 April 1879 (Staats
blad no. 72) kosteloos plaats heefteen en ander over
eenkomstig de bepalingen en tot de bedragen vastgesteld
bij de volgende artikelen.
Art. 2.
Wegens het verstrekken van het jaarverslag van den
toestand der gemeente, de begrooting der plaatselijke in
komsten en uitgaven, de rekening van de inkomsten en
uitgaven der gemeenteden staat van hetgeen naar bur
gerlijk recht eigendom der gemeente is, elk raadsbesluit
of elke verordening, bestekken en voorwaarden van aan
besteding, voorwaarden van verhuringen en verpachtingen
en alle stukken in aard en strekking met de bovenver
melde overeenkomende wordt een recht geheven,
a. indien deze stukken geheel gedrukt zijn, van 40
cent per vel druks 4° formaat en van 20 cent per vel
druks 8° formaat, gedeelten naar evenredigheid, maar van
ten minste 10 cent voor elk stuk
indien deze stukken gedeeltelijk gedrukt zijn,
van 10 cent boven het sub a bedoelde recht voor elke
bladzijde waarin bijvulling plaats heeft
c Indien deze stukken geheel of grootendeels geschre
ven zijn, van cent voor eiken regel schrift van twaalf
lettergrepen
Wegens het verstrekken van afschriften van in het ge
meente archief berustende stukken, dagteekenende vóór
het jaar 1800, wordt een recht geheven van 2 cent voor
eiken regel van twaalf lettergrepen.
Voor elk abonnement op het verslag van 's raads han
delingen met de daarbij behoorende bijlagen, is een recht
verschuldigd van 60 cent per jaargang.
Art. 3.
Voor elke acte of elk bericht van benoeming tot- of
eervol ontslag uit eenige betrekking, waaraan eenige be-