I^JErS» 'HL 'A U. "v^gT 30 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Maart 1901. op de teekening verbeterd en is een taxatie-rapportover- dan toch nog op no. 1018 een aardige winst, die de ge- gelegd daaruit blijkt nudat de terreinen van welke meente echter niet kan maken maar daarmede is haar vroeger en ook thans nog, ruiling met gesloten beurzen dan ook genoeg welwillendheid bewezen, wordt voorgesteld, respectievelijk waard zijn 3 en 1.20 Daar spr. derhalve van meening is, dat de verplaatsing per centiare Spr. betreurt hetdat burgemeester en wethouders niet alleen geen aanleiding hebben gevonden om met die taxatie rekening te houdenintegendeel hun voorstel on veranderd hebben verdedigd en gehandhaafd. De heer Beekhuis wees vroeger reeds op de wensche- lijkheid, om terrein beschikbaar te hebben ten einde de brugwachterswoning te kunnen verplaatsenmaar spr. gaat in deze met den heer Jansen mede, als deze zegt, dat voorlangs dat huisje genoeg ruimte isen bovendien voor mogelijke verplaatsing daarvan, het voor de gemeente reserveeren van het aan te ruilen terrein onnoodig is daar de onmiddelijk er naast gelegen opslagplaats nog alle ruimte aanbiedt. Spr. kan zich niet begrijpen, dat burgemeester en wet houders zoo gesteld zijn op het aan te ruilen terrein immers, ook voor kweekerij is het, met het oog op de Westenwindeneene zoo ongunstig mogelijke plaats ander, veel beter terrein is aan de Zuidkant der stad te vinden. Een ander bezwaar tegen de verplaatsing van de kwee kerij naar het aan te ruilen perceel is gelegen in het ge vaar om de plaatswaar de trambaan den Singel recht hoekig snijdt, met veel boomen te beplanten. Overal toch, waar een tram- of spoorweg een weg kruist, moet het terrein zooveel mogelijk open zijn, opdat men den nade renden tram zal kunnen zien en nu zal eene kweekerij van jonge boomen aldaar het uitzicht op dat gevaarlijk kruispunt zeer moeten belemmeren. van de kweekerij naar luwer oord noodzakelijk is en er geene bezwaren zijn om in te gaan op den oorspronkelij- ken wensch der Maatschappij stelt hij voor„aan de „Ned. Tramweg-Maatschappij te berichten, "zulks in ant- „woord op hare vraag van 30 October 1900 tegen wel- „ken prijs het perceel kadastraal bekend gemeente Leeu warden sectie D no. 1018 in eigendom van de gemeente „te verkrijgen is, dat die koopprijs is 4091.45 benevens „de kosten der acte van overdracht en van de te naamstelling „en dat de Maatschappij zich dienaangaande vóór 1 Mei „e.k. zal hebben te verklaren, zullende het perceel binnen „een maand na die verklaring door de gemeente ont ruimd zijn." Dit voorstel voldoend ondersteund wordende, komt in behandeling. De Voorzitter oordeelt dit voorstel van den heer van Ketwich Verschuur niet als amendement, maar als tegen voorstel van dat van burgemeester en wethouders te moeten beschouwen en derhalve aan dit laatste de prioriteit te moeten geven. Wordt dit verworpen dan komt dat van den heer van Ketwich Verschuur aan de orde. De heer Haverschmidt had iets dergelijks willen voor stellen. Zijne zienswijze over deze zaak is onveranderd gebleven. Hij wenscht verkoop maar geen ruiling, want het bezit Vooral is de aandrang tot de aanruiling van dezen grond van den driehoek komt hem ongewenscht voor. Wanneer, zoo vreemd, daar. gelijk de opzichter Bosma verklaart, ondanks het politietoezicht, de schade gemiddeld 80 per er een voor kweekerij uitstekend door de huizen van de .jaar bedraagt op het oude terrein zal het op het nieuwe Schrans beschut terrein disponibel is aan de Huizumerlaan; weinig minder zijn. Aan het toezicht van den brugwach- een gedeelte van dat terrein is in gebruik bij de Friesche ter hecht spr. weinig waarde, want de woning heeft geen Tuinbouwvereenigingdie voor haar doel toch wel naar ramen aan die zijde en het ontvreemden van geheele eene geschikte plaats zal hebben uitgezien. j boomen zal wel 's nachts geschieden. Van den aldaar door de gemeente verhuurden grond kan Ook voor de woning is het terrein niet noodig. Het een derde pondemaat voor de kweekerij worden afgenomen, i huis staat niemand in den weg en kan desnoods te zijner 'tgeen een mindere opbrengst geeft van slechts 15 dat tijd nog heel wat meters achteruit worden geplaatst, terrein is bovendien omgeven door breede slooten, slechts Met den heer Jansen is spr. het eens, dat de berekening is een hek noodig om het vee van een naburig perceel van burgemeester en wethouders-zonderling is. Wanneei te keeren. men toch een stuk land bezit, dat als bouwterrein een De verplaatsing van de kweekerij naar dat terrein zou j waarde heeft van 3510 gulden en men ziet zich genoodzaakt kosten ƒ878.95 evenwel vindt spr., dat men bij verkoop de daarop gevestigde kweekerij ten koste van 925 gulden van het perceel aan den Westersingel die kosten niet te verplaatsen, dan dient dat bedrag eveneens vergoed, geheel in rekening kan brengen aan de Maatschappij, daar Ook de post van 1000 gulden als gekapitaliseerde mindere het hek staande om de tegenwoordige kweekplaats zeer schade maakt op spr. een vreemden indruk, debiel is en het dus niet zou aangaan dat de gemeente Nu moge het waar zijn, dat de Tram-Maatschappij aan uit deze omstandigheid voordeel sloegde begrootte som J den heer Wassenaar per pondemaat berekend, een hoogen voor een nieuw hek a 297.50 moet dus daarvan wor- den afgetrokken. Wil de gemeente dus het terrein afstaan en daarbij niets verliezen, dan moet behalve de getaxeerde waarde van den grond nog betaald worden ƒ878.95 297.50 581.45. Spr. laat voor rekening van burgemeester en wethouders de in het laatste voorstel opgemaakte balansdie tot sluitpost krijgt eene som van 181 welk bedrag aan de Maatschappij zou worden geschonken wegens aan de gemeente betoonde welwillendheid, het resultaat van een gegoochel met cijferszoo absurd dat hij er niet verder over zal spreken. Tot op zekere hoogte wil hij medegaan met burgemeester en wethouders voor zooveel betreft het betoonen van eenige tegemoetkoming aan de Maatschappij door haar in 't bezit van het gevraagde terrein te doen geraken. Als men het terrein nu verkoopt voor 3510 of 3 de centiare, vermeerderd met 581.45 n.l. de kosten van verplaatsing der kweekplaats, en de Maatschappij dan hare landen nos. 261, 264 en 1018 tegelijk verkoopt, dan gelooft spr., dat dit zal geschieden tegen een eenheidsprijs van niet veel minder dan 5 de Maatschappij behaalt prijs heeft moeten betalenper centiare wordt het weer van de hand gedaan en niemand zal beweren, dat de ge meente aan 3 gulden voor haar vierkant terreinwaarop ruimte voor 6 heerenhuizen, te veel ontvangt. Sprekers welwillendheid ten opzichte van de tram gaat niet zoo ver, dat hij het terrein voor een appel en een ei wenscht af te staan en hij sluit zich daarom bij den vorigen spr. aan. De heer Konter zal niet veel toevoegen aan hetgeen door de vorige sprs. is in het midden gebracht, daar hij vrijwel met hen kan medegaan. Hij had een amendement op het voorstel willen indienen, om te komen tot ruiling met bijbetaling van de meerwaarde der gemeentegrond a 1.80 per M'. en van 925 voor vergoeding dei- kosten verbonden aan de verplaatsing der kweekerij. Wordt echter het beweren der vorige sprs., dat de ge meente het in ruil aangeboden terrein best kan missen, niet weerlegd, dan zal hij gaarne medegaan met het voorstel van den heer van Ketwich Verschuur. Ook hij moet opkomen tegen de wijze, waarop door burgemeester en wethouders de rekening is opgemaakt. Verslag van de handelingen van don gemeenteraa Zoowel in het adres der maatschappij als in het voorstel van burgemeester en wethouders wordt er op gewezon, dat de maatschappij veel duur land heeft moeten koopen, terwille van de door het gemeentebestuur gewenschte, gewijzigde richting. Tot welken prijs dit land is gekocht, wordt echter niet gezegd. Het wil spr. dan ook voor komen, dat niet is aangetoond, dat de maatschappij daar door schade heeft geleden. Voorts wordt tot zelfs de waarde der beschadigde boompjes gekapitaliseerd en in het voordeel der rekening van de Tramweg-Maatschappij gebracht; maar dan mag men daar tegenover er ook wel op wijzen, dat de gemeente, door mede te werken tot het voor de maatschappij geschikt maken van meer dan een hectare bouwteirein, den ver koop van haar eigen bouwterreinen benadeelt. De heer van Messel heeft zich in de vergadering van 22 Januari j.l. verklaard tegen 't voorstel van burgemee ster en wethouders, en blijft zijn toen ingenomen stand punt nog meer handhaven, omdat uit de motieven, thans door burgemeester en wethouders aangevoerd, duidelijk blijkt, dat zij een meer dan welwillend oor verleenen aan de belangen der maatschappij. Hij zou hierin gaarne medegaan, wanneer het de belan gen betrof der exploitatie der tram maar daar, waar burgemeester en wethouders van den Raad vragen eene bijzondere toegevendheid, om de maatschappij voor even- tueele schade te vrijwaren bij den verkoop van hare vroe ger gekochte terreinen, wil hij niet mede werken. Wat nu ten slotte de becijfering aangaat, sluit hij zich aan bij de vorige sprs., deze is werkelijk curieus bij het lezen daarvan kon hij een glimlach niet onderdrukken, en is 't volkomen juist, wat door den heer van Ketwich Ver schuur daaromtrent is in 't midden gebracht, dat hierbij de haren van den koopman te berge rijzen Vooral de kapitaliseering der 1000. Wil men een parallel trekken, dan komt spr. met het volgende voorbeeld Iemand gaat naar een kapitalist, belooft hom jaarlijks 500 rente, ontvangt daarvoor J 10000 zonder de ver plichting ze terug te geven. Het stelsel in het voorstel van den heer van Ketwich Verschuur neergelegd is z.i. juist en daarom zal spr. dan ook daaraan zijn stem geven. De heer Feitz komt ter vergadering. De heer Beekhuis erkent, dat hij, na de verschillende sprekers gehoord te hebben niet veel vertrouwen heeft dat het voorstel van burgemeester en wethouders zal wor den aangenomen. Hij oordeelt echter de aangevoerde grieven voor een groot deel onbillijk en uitdrukkingen als „gegoochel met cijfers" geheel misplaatst. Vooreerst ver zoekt hij den sprekers zich te willen herinneren dat het denkbeeld om cijfers te noemen niet van burgemeester en wethouders is uitgegaanmaar van den Raad. Het standpunt van burgemeester en wethouders is steeds ge weest, dat de Raad eene welwillende houding tegenover de Maatschappij moest aannemen omdat die zich een groot offer had getroost, geheel vrijwillig en in het belang der gemeente; de gemeente was dus, naar hunne meening moreel verplicht in dezen zooveel mogelijk aan de Tram weg-Maatschappij tegemoet te komen. Dit denkbeeld zelf is in de vorige vergadering niet weersproken gewordenmaar men wilde enkel vooraf weten, hoeveel die opoffering aan de gemeente zou moeten kosten. De daarop door burgemeester en wethouders benoemde deskundigen op wier bekwaamheid wel niet zal zijn af te dingen hebben de perceelen als bouwterrein geschat op respectievelijk ƒ3 en 1.20 per centiare. Aan de hand van die cijfers hebben burgemeester en wethouders hun voorstel toen nog eens overwogen, waarvan het resul taat is, dat zij persisteeren bij hun oorspronkelijk voorstel omdatnaar hun oordeelhet finantiëel offer voor de gemeente niet te groot is. van Leeuwarden, van Dinsdag 26 Maart 1901. Omdat de Raad eene berekening van het finantiëel offer heeft gewenschthebben burgemeester en wethouders in eene nadere nota eenige becijferingen gegeven en nu is het de vraag, of deze de daarop geoefende kritiek billijken. Aanmerking is vooreerst gemaakt op den aftrek van de 925, inplaats dat die som is gevoegd bij de 3510. Deze aanmerking acht spr. geheel onjuist. Immers, waar vaststaat, dat bij verkoop van het perceel no. 1018 de kweekerij zal moeten worden verplaatst, wat 925 kost, daar zou de gemeente bij publieken verkoop van dat perceel eene som van 925 moeten bedingen boven den koopprijs. Natuurlijk zouden nu de gegadigden een bedrag van 925 aftrekken van den koopprijs, dien zij hadden willen besteden indien dat bezwaer hun niet was opgelegd. En nu de becijfering van 1000 voor gekapitaliseerde mindere schade aan de kweekerij. De opzichter der plantsoenen geeft op, dat in 1900 92 schade aan de kweekerij is, berokkend door gebrek aan toezicht. Daar het mogelijk is, dat de schade in dat jaar misschien buitengewoon hoog is geweest, nemen bur gemeester en wethouders eene gemiddelde aan van 80. Dat het toezicht van den brugwachter het vernielen ten zeerste zal beperken is duidelijk, toch hebben zij het ver lies, na de verplaatsing der kweekerij, nog gesteld op 30 per jaar. Het verbeterde toezicht zou dus de gemeente een jaarlijksch voordeel van 50 bezorgen. Kan men het nu eene verkeerde becijfering noemen, als men de 50 mindere schade, die verwacht mag worden, kapita liseert Te kapitaliseeren tegen den penning 20 is niet overdreven, daar het eerder in overeenstemming met den huidigen rentestandaard was geweest de penning 25 als maatstaf te gebruiken. Verder hebben de sprs. geheel geignoreerd, dat de maatschappij door het bezit van ons perceel in staat zal zijn eene betere bouwwijk te maken, wat voor de gemeente van groot belang is, een belang dat niet onder cijfers is te brengen. Insgelijks wordt het belang van eene mogelijke uitbrei ding of verplaatsing van de brugwachterswoning geheel ter zijde gesteld. Spr. wil zich houden aan het cijfer door de deskundi gen genoemd als waarde van het bouwterrein en niet maar willekeurig een som van 5 daarvoor in de plaats stellen. Het terrein kan nu wel voor de Maatschappij toevallig groote waarde bezitten omdat zij den omliggen- den grond bezitmaar de publieke marktwaarde kan niet grooter zijn dan het door de taxateurs genoemde. Gaat men af op die relatief grootere waarde en haalt men dus van de Maatschappij wat van haar te halen valt, jadan kan men gerust een hoogeren prijs voor het ter rein vragen, maar spr. oordeelt, dat men moreel verplicht is een anderen gedragslijn tegenover de Maatschappij te volgen. Enkele sprekers hebben gewezen op het perceel aan de Huizumerlaan ongetwijfeld biedt dit onderscheidene voor- deelen aan maar daartegenover staat, dat die grond ver uit de buurt ligt de werklieden dus tijd verliezen om er heen te gaan wat financieel ook nadeelig is en gekapita liseerd ook weer een aardig bedrag uitmaken zou. Het bezwaar door den heer van Ketwich Verschuur geopperddat door verplaatsing der kweekerij op het terrein achtpr de brugwachterswoninghet uitzicht op naderende trams zou worden belemmerd, acht spr. ten slotte niet grootdaar dit gevaar nog te meer bestaat wanneer op dat terrein huizen verrijzen. De heer Hijlkema is inmiddels ter vergadering ge komen. De heer van Ketwich Verschuur zegtdat onjuist is, dat bij aanneming van zijn voorstel van de Maatschappij gehaald wordtwat er van te halen isintegendeel de welwillendheid bekleedt daarbij nog een groote plaats. Het terrein is getaxeerd, onafhankelijk van het eigendom der

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1901 | | pagina 3