108 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juni 1907.
Artikel 8 wordt ongewijzigd aangenomen.
Op artikel 9 wordt door den heer Zandstra een
amendement ingediend, luidende
In de 2e alinea na het woord „bevoegd" te lezen
„na genomen besluit in de leeraarsvergadering".
Dit amendement wordt niet ondersteund en maakt
dus geen onderwerp van beraadslaging uit.
Artt. 9 en 10 worden ongewijzigd aangenomen.
Bij art. 11 stelt de heer Zandstra een amendement
voor luidende
te lezen na„op voorstel van den Directeur", „na
overleg met de betrokken leeraren".
De heer Zandstra is van oordeel dat de leeraren,
die hunne beste krachten geven aan het onderwijs,
in deze zaak moeten worden geraadpleegd.
De Voorzitter doet den heer Zandstra opmerken dat
dit weer net een geval is als bij art. 4. Hier is n.l.
weer sprake van eene handeling, die Burgemeester
en Wethouders hebben uit te voeren.
Die handeling doen zij niet eigenmachtig maar op
voorstel van den Directeur, die natuurlijk de gegevens
van de leeraren moet hebben. Bovendien heeft de
Directeur meer lessen dan vele leeraren, zoodat als
de gezondheidstoestand van een leerling hinderlijk is,
deze er wel alles van af weet.
Betrokken leeraren, waarvan de heer Zandstra spreekt
in zijn voorstel, zijn er in het geheel niet. Hij zou
dus moeten voorstellen te lezen „in overleg met de
leeraren".
Dit amendement wordt niet ondersteund en maakt
dus geen onderwerp van beraadslaging uit.
De artt. 11, 12 en 13 worden ongewijzigd aangenomen.
Bij art. 14 dient de heer Zandstra een amendement
in, luidende: te lezen na: „in overleg met den Direc
teur", gehoord de leeraarsvergadering".
Dit amendement wordt niet ondersteund en maakt
dus geen onderwerp van beraadslaging uit.
Art. 15 wenscht de heer Zandstra te lezen als volgt
Het onderwijs is opgedragen aan een getal leeraren,
geëvenredigd aan de behoeften van het onderwijs.
Jaarlijks kiest de vergadering een hunner tot Directeur.
De Voorzitter doet den heer Zandstra opmerken,
dat de vergadering geen Directeur mag kiezen. Deze
wordt door den Raad benoemd.
De heer Zandstra vraagt of zijn voorstel in strijd
is met de wet.
De Voorzitter antwoordt bevestigend en leest het
betrekkelijk wetsartikel voor.
De heer Zandstra trekt hierop zijn voorstel in.
De artt. 1516 worden ongewijzigd aangenomen.
De heer Zandstra stelt voor art. 17 te lezen als
volgt
„Voor den aanvang van den cursus en verder om
„de twee maanden wordt eene vergadering van lee
raren belegd en verder zoo dikwijls de Directeur of
„de Commissie van Toezicht dit noodig acht".
De heer G. W. Koopmans ondersteunt dit voorstel.
De heer Zandstra behoeft tot toelichting niet veel
te zeggen. Hij is van oordeel dat het voorstel voor
zich zelf spreekt.
De heer G W. Koopmans ziet er veel goeds in en
daarom ondersteunt hij het voorstel.
De heer Schoondermark doet opmerken dat de heer
Zandstra van oordeel is, dat het noodig is, dat er eene ver
gadering belegd wordt vóór de school begint. Ook Burge
meester en Wethouders hebben dit noodig geacht. Dit
blijkt duidelijk uit het bepaalde in art. 5. De verdere ver
gaderingen worden in art. 17 geregeld.
Er is in dit aid. sprake van „eenige hunner", omdat
het eene inrichting is met vakonderwijzers.
De heer Zandstra zegt dat de vergaderingen in
art. 17 niet verplichtend zijn gesteld. Wordt die
verplichting niet in het art. vastgelegd, dan kan de
Directeur wel in het geheel niet vergaderen.
De heer Feddema doet opmerken dat het hoofd met
de onderwijzers ten slotte toch moet vergaderen zoo
dikwijls de Commissie van Toezicht dit noodig acht.
Deze commissie kan b.v. vergaderingen om de twee
maanden voorschrijven. Deze commissie is spreker
borg, dat vergaderingen gehouden zullen worden, óók
als de leeraren met gegronde klachten komen.
De heer Zandstra wijzigt zijn amendement. Het
luidt nu:
„De Directeur belegt om de twee maanden eene
„vergadering met de leeraren en voorts zoo dikwijls
„de Commissie van Toezicht dit verlangt".
De heer Tromp moet zich tegen dit amendement
verklaren al was het alleen op grond, dat niet inci
denteel mag worden beslist over een principe als
verplichte schoolvergadering. De laatste maal dat
de Raad zich hierover uitsprak, leerde bovendien, dat
hij deze vergadering wel zeer wensehelijk achtte,
doch niet tot de verplichting wilde overgaan.
Bovendien maakt de redactie de aanneming onmo
gelijk omdat er voorgeschreven wordt vergaderingen
om de 2 maanden zonder meer, dus over 't geheele jaar,
terwijl wij te doen hebben met een wintercursus.
Het amendement-Zandstra wordt verworpen met
17 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Zandstra en G. W. Koop
mans.
Tegen de heeren Oosterhoff, Komter, Tigler Wij-
brandi, Lautenbach, Burger, Schoondermark, Wilhelmij,
J. Koopmans, van Ketwich Verschuur, Beekhuis, van
Mossel, Haverschmidt, Baart de la Faille, Tromp,
Feitz, Feddema en Menalda.
Op art. 18 dient de heer Zandstra een amendement
in, luidende
aan de 2e alinea toe te voegen „welk verslag in de
vergadering van leeraren is vastgesteld".
De Voorzitter doet den heer Zandstra opmerken,
dat art. 22 den leeraren de verplichting oplegt alle
inlichtingen aan den Directeur te verstrekken, die noodig.
zijn voor het samenstellen van het verslag.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juni 1907. 109
De heer Zandstra meent, dat de bepaling in art.
22 niet hetzelfde beoogt als hij. „De leeraren dienen
den Directeur van bericht en raad, de directeur
blijft vrij het verslag vast te stellen zonder de leeraren
te hooren."
Het amendement wordt niet ondersteund en maakt
dus geen onderwerp van beraadslaging uit.
Artikel 18 wordt ongewijzigd aangenomen.
De heeren Baart de la Faille, Feddema en Feitz
verlaten de vergadering.
De artikelen 19, 20, 21, 22, 23. 24 en 25 worden
ongewijzigd aangenomen.
In artikel 26 wenscht de heer Zandstra te lezen
achter „memorie van toelichting", „vastgesteld in de
leeraars vergad ering'
Dit amendement wordt niet ondersteund en maakt
dus geen onderwerp van beraadslaging uit.
De artikelen 2628 worden ongewijzigd aangenomen.
In art. 29 wenscht de heer Zandstra achter het
woord „Directeur" te lezen„gehoord de leeraars-
vergadering.
Dit amendement wordt niet ondersteund en maakt
dus geen onderwerp van beraadslaging uit.
Artt. 29 en 30 worden ongewijzigd aangenomen.
Het geheele reglement en bloc wordt hierop aan
genomen met 15 tegen 1 stem.
Vóór stemmen de heerenOosterhoff, Komter. Tigler
Wijbrandi, Lautenbach, Burger, Schoondermark, Wil
helmij, van Ketwich Verschuur, J. KoopmanJtBeekhuis,
G. W. Koopmans, van Messel. Haverschmidt, Tromp
en Menalda.
Tegen de heer Zandstra.
Ontwerp II van bijlage 16 wordt eerst artikelsgewijs,
daarna en bloc met algemeene stemmen aangenomen.
Aan de orde is ontwerp UIA.
Art. 1 wordt ongewijzigd aangenomen.
Bij art. 2 vraagt de heer Menalda of de redactie
\vel juist is. Er staat meer dan één leerling „bezoekt",
moet dit niet zijn „bezoeken". Verder staat er, „de
bepalingen van dit artikel", terwijl er slechts één be
paling in voorkomt, waarom hij beter acht: „Deze
bepaling", enz.
De heer Schoondermark antwoordt dat de eerste
opmerking ongegrond is, de tweede daarentegen juist.
De redactie wordt dienovereenkomstig gewijzigd en
art. 2 aangenomen.
De artt. 3, 4 en 5 worden ongewijzigd aangenomen.
De heer G. W. Koopmans wijst er bij art. 6 op, dat
ontheffing wordt verleend op aanvraag of ambtshalve.
Het is spreker al dikwijls voorgekomen dat belasting
schuldigen hem hebben gevraagdmoet ik ontheffing
vragen of niet?
Spreker gaf dan den raad het te doen, maar meestal
is het overtollige drukte gebleken.
Spreker zou „op aanvraag" willen laten vervallen.
De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet
houders niet altijd weten, wie voor ontheffing in aan
merking komt. Bij overlijden zou de afdeeling Bur
gerlijke stand rekening hebben te houden met het
feit dat de overledene een leerling der school is en
zou dit aan de afdeeling onderwijs moeten worden
gemeld. Spreker vindt het beter dat het artikel on
gewijzigd blijft.
De heer G. W. Koopmans wil den Raad niet ophou
den en zal er geen voorstel van maken.
De artt. 7 en 8 worden ongewijzigd aangenomen.
Ontwerp III A wordt nu in zijn geheel aangenomen
met 14 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Oosterhoff, Komter, Tig
ler Wijbrandi, Lautenbach, Burger, Schoondermark,
Wilhelmij, van Ketwich Verschuur, J. Koopmans,
Beekhuis, van Messel, Haverschmidt. Tromp en
Menalda
Tegen de heeren G. W. Koopmans en Zandstra.
Ontwerp III B wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Wegens het vergevorderde uur wordt de behande
ling van punt 13 Voorstel van Burgemeester en Wet
houders om met de gemeente Menaldumadeel eene rege
ling te treffen omtrent de toelating van kinderen uit die
gemeente tot scholen voor Openhaar Lager Onderwijs
alhier (bijlage no. 15), verdaagd tot de volgende ver
gadering en sluit de Voorzitter de vergadering.