Vergadering Yan Dinsdag 8 October 1907.
b. d.d. 17 September d.a.v. betreffende het regelen
en onderhouden der gemeentelijke uurwerken.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 October 1907. 153
Tegenwoordig eerst 21, later 22 leden, te weten
de heerenWilhelmy, de Jong, Krijgsman, G. W.
Koopmans, Lautenbach, Oosterhoff, Duparc, Beucker
Andreae, Schoondermark, Menalda, Zandstra, Besuijen,
J. Koopmans, van Ketwich Verschuur, Hartelust,
Beekhuis, Komter, Burger, Beerends, Feitz en Baart
de la Faille.
Later de heer Haverschmidt.
Afwezig met kennisgeving de heer van Messel.
Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen van de op Dinsdag 17 September
1.1. gehouden vergadering worden gelezen en vast
gesteld.
De Voorzitter deelt mede, dat hem door den heer
Baart de la Faille is verzocht om terstond na de
behandeling van punt 17, aan de orde te willen stellen
het voorstel in de vorige geheime vergadering door
hem gedaan. Spreker stelt voor aan dit verzoek
te voldoen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter deelt verder mede, dat door den heer
Besuijen tot den Raad het verzoek wordt gericht, hem
verlof te willen verleenen om aan Burgemeester en
Wethouders een paar vragen te stellen, naar aanleiding
van het ongeval dat j.l. Vrijdag aan een metselaar
is overkomen. Spreker stelt den Raad voor aan den
heer Besuijen het gevraagde verlof te verleenen en
zal in dat geval dat lid daartoe het woord geven na
behandeling van punt 16 der agenda.
De heer Burger zou liever zien dat de interpellatie
werd geplaatst na het laatste punt der agenda. Deze
is toch al zwaar belast, terwijl den Raad bovendien
eene bespreking in geheime vergadering staat te
wachten naar aanleiding van punt 17.
De Voorzitter antwoordt dat hij door den heer
Besuijen reeds gisteren in kennis is gesteld met de
strekking van de door dezen te houden interpellatie.
Spreker weet dus, dat dit raadslid slechts begeert een
tweetal vragen te doen in verband met de bepalingen
der bouwverordening, en heeft den indruk dat de
interpellatie niet veel tijd van den Raad zal vorderen.
Hij handhaaft daarom zijn voorstel, den heer Besuijen
het woord te verleenen na de behandeling van punt 16
Dienovereenkomstig wordt besloten.
II. Wordt medegedeeld:
1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
de raadsbesluiten
a. d.d. 3 September 1.1. tot onderhandsche opdracht
der levering van straatkolken en ramen
Wordt aangenomen voor kennisgeving.
2. de begrooting van uitgaven der Stads Bank
van Leening, dienst 1908.
Wordt in handen gesteld van de heeren Feitz,
Hartelust en de Jong, om onderzoek en rapport.
3. de begrooting van ontvangsten en uitgaven van
het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1908.
Wordt in handen gesteld van de heeren Baart de
la Faille, van Messel en Krijgsman, om onderzoek en
rapport.
4. adhaesie-betuiging van den Leeuwarder Be-
stuurdersbond met het adres der vereeniging „Helpt
Elkander", om steun der gemeente ter bestrijding van
de werkeloosheid, met toepassing van het z.g. Gentsche
stelsel.
Zal bij de stukken worden gevoegd.
5. adres van de besturen der afd. Leeuwarden I
van de Ned. Vereeniging tot afschaffing van alco
holhoudende dranken en andere drankbestrijdersver-
eenigingen om toekenning van een subsidie uit de
gemeentekas voor 1908 ad 300.
Zal bij de begrooting behandeld worden.
6. adressen van Z. Feddema, A. J. en J. G. Wol-
tring om hun eene aanstelling te verleenen als make
laar.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet
houders ten fine van prae-advies.
7. adres van het bestuur van den Nederlandschen
Schildersgezellenbond e. a., om het gebruik van lood
houdende verven bij de uitvoering van werken der
gemeente te verbieden.
Wordt ter afdoening gerenvoyeerd aan Burge
meester en Wethouders.
8. adres van H. Postma en A. van Vliet, pachters
van pontveeren bij het Stads-Ziekenhuis en aan den
Westersingel, om de overvaart aldaar, in plaats van
tot elf uur te bepalen tot 10 uur des avonds.
De Voorzitter stelt voor dit adres in handen te
stellen van Burgemeester en Wethouders ten fine van
afdoening.
De heer Besuijen vraagt of dit adres niet om prae-
advies moet worden gerenvoyeerd aan Burgemeester
en Wethouders. Het is toch eene wijziging in de
pachtvoorwaarden. Is ook art. 138 der Gemeentewet
niet van toepassing?
De heer Zandstra zegt, dat het wenschelijk zou zijn
dat adressanten ontheven werden van het varen na
10 uur, als mocht blijken dat het monnikenwerk is.
Adressanten zullen zich bij inwilliging van het ver
zoek financiëele schade berokkenen en spreker kan
zich daarom niet voorstellen, dat die schade groot
kan zijn. Hij zou er daarom voor zijn dat Burge
meester en Wethouders een onderzoek instelden ten
einde te weten te komen of het publiek belang ook
geschaad zal worden, wanneer de ponten na 10 uur niet
meer varen. De bloempjes op het levenspad van den
arbeider zijn niet zoo vele, dat, als wij daaraan eentje
kunnen toevoegen door hem wat meer huiselijk leven
te bezorgen, wij een goed werk zouden doen.
De Voorzitter doet opmerken, dat het voorstel om
het onderwerpelijk adres in handen van Burgemeester
en Wethouders te stellen ter afdoening, in geen enkel
opzicht van invloed is op de door den heer Zandstra
ter sprake gebrachte kwestie van onderzoek. Het is
uitsluitend gebaseerd op de verordening op de invor
dering van veergelden (Gemeenteblad no. 4 van 1899).
In die verordening staat dat de invordering der veer
gelden geschiedt volgens voorwaarden door Burge
meester en Wethouders vastgesteld en eene dier voor
waarden is nu dat de pontveren tot 11 uur 's avonds
moeten varen.
Waar dus gevraagd wordt hierin wijziging te bren
gen, is het rationeel dat Burgemeester en Wethouders
die zaak afdoen. Overigens doet die afdoening, zooals
gezegd, niets af aan het al of niet instellen van een
onderzoek.
Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
den Voorzitter.
9. proces-verbaal van de opneming der kas van
den gemeente-ontvanger op 30 September 1.1.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
10. adres van het bestuur der afd. Leeuwarden