Vergadering van Dinsdag 11 Mei 1909. 88 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 April 1909. 5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders in zake het adres van G. P. Faher om hem recht van uitzicht en uitgang, c. q. ter bede, te verleenen ten behoeve van zijn café ,,de Beursaan het Zaailand, op den daarnaast gelegen gemeentegrond, of, met het oog op brandgevaar, alleen recht van uitgang. Dit prae-advies luidt als volgt Bij adres van 13 Maart 1.1. verzoekt G. P. Faber vergunning, zoo noodig ter bede, tot het hebben van licht- en deurkozijnen in den oostelijken zijmuur van het café „de Beurs" aan het Zaailand alhier. U hierbij dienende van het verlangde prae-advies, merken wij op, dat adressant, die met Mei a.s. het bedoelde café gaat exploiteeren, reeds te voren bij wijze van aanvraag tot bouwvergunning met een soortgelijk verzoek tot ons college gekomen is en wij hem toen hebben medegedeeld, dat het terrein, waarop de ramen zullen uitzien en de deuren zullen uitkomen, niet tot den openbaren weg behoort, zoodat, al bestond overigens met het oog op de bouwverordening togen het verzoek geen bezwaar, het bouwplan zonder 's Raads vergunning, die wij intusschen niet bereid waren te bevorderen, niet tot uitvoering zou kunnen komen. Het eenmaal ingenomen standpunt, dat het niet wensclielijk is dat ramen uitzicht en deuren uitgang aan particulieren op het de Beurs omringende terrein zullen geven, is nog het onze. Bij den bouw van het Beurs- en Waaggebouw is de strook grond, die aan de westzijde werd opengelaten, wel is waar niet voor het verkeer afgesloten, tot den openbaren dienst is zij, gelijk ook do kadastrale kaart aantoont, nimmer bestemd. Op den voorgrond stond daarbij, dat de gelegenheid moest blijven bestaan om, zoo gewenscht, zonder bezwaar tot uitbreiding van het Beursgebouw O O te kunnen geraken. Dit karakter zal nu aan de grond- strook, wordt op het verzoek ingegaan en dus ook aan die zijde een toegang tot het café gemaakt, geheel worden ontnomen. Maar ook wanneer de rechten ter bede worden verleend, rijzen er moeilijkheden. Een eventueel verzoek van andere belendende eigenaren zal dan evenmin kunnen worden afgewezen en metterdaad wordt alzoo een toestand geschapen, die, wanneer de gemeente eens van haar recht zal willen gebruik maken en de deuren en ramen, voor het aanbrengen waarvan de betrokkenen zich dan wellicht niet onbe langrijke offers hebben getroost, moeten worden ver wijderd, niet dan na verzet en bezwaren van de zijde der belanghebbenden weer zal kunnen worden opge heven. Het wil ons voorkomen, dat het beter is, dat de gemeente zich niet de kans dier moeilijkheden op den hals haalt. Daar komt nog bij dat het bewuste terrein jaarlijks in de kermis voor het plaatsen van een tent wordt gebezigd, die het vrijwel in zijn geheele breedte inneemt. Ook dit zal niet meer kunnen geschieden, als eenmaal een uitgang op dien grond is toegestaan. Resumeerende meenen wij U te mogen aanraden Uwe beslissing te nemen in denzelfden geest als reeds eerder door ons college is geschied en aan adressant mitsdien te doen weten, dat op zijn verzoek afwijzend moet worden beschikt. De beraadslaging wordt geopend. De heer Hartelust heeft kennis genomen van de stukken, die ter visie hebben gelegen in verband met het verzoek van den heer Faber. Spreker heeft op gemerkt dat noch de Directeur der Gemeentewerken, noch de Inspecteur voor het Woningtoezicht bezwaar hebben liet verzoek in te willigen. Niettegenstaande dat stellen Burgemeester en Wethouders voor afwij zend op het verzoek te beschikken. Spreker is niet doordrongen van de motieven, die Burgemeester cn Wethouders tot het doen van hun voorstel hebben geleid. Het komt hem voor dat, waar zoo dikwijls eene welwillende houding tegenover de ingezetenen wordt aangenomen, er nu geen reden is om tegen adressant onwelwillend te zijn. Bovendien ziet spreker in het inwilligen van het verzoek een indirect voordeel. Het is hem toch be kend dat men het op het terrein tusschen het café en het Beursgebouw met de moraliteit niet zoo erg nauw neemt. Wanneer nu werd toegestaan om ramen te maken in den muur van het café zou dit een goede politiemaatregel zijn, want dan zou daardoor eenige controle kunnen worden uitgeoefend. Op grond van een en ander zal spreker tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen. De Voorzitter heeft aan het door Burgemeester en Wethouders uitgebrachte prae-advies niets toe te voegen. Alles wat door den heer Hartelust is mede gedeeld is door Burgemeester en Wethouders onder de oogen gezien. Spreker zal daarom de beraadsla gingen sluiten en het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming brengen. O O De heer Hartelust doet nog opmerken, dat de Directeur der Gemeentewerken overleg heeft gepleegd met den gelastigde van adressant. Uit de stukken is spreker gebleken dat de Directeur der Gemeentewerken van oordeel is dat voor het toestaan van het verzoek een retributie kan worden gevorderd van ƒ200.en tevens dat adressant daartegen geen bezwaar heeft. Ook op grond hiervan zou spreker het verzoek willen inwilligen. De heer Feddema zou over deze vrij simpele zaak eene mededeeling willen doen, die van invloed kan zijn op de stemming. Hij wil hiervoor echter gaarne eene vergadering met gesloten deuren. De Voorzitter zal de deuren laten sluiten en den Raad laten beslissen of hij met gesloten deuren wil beraadslagen. Na heropening deelt do heer Hartelust mede dat- hij, na de in gesloten vergadering ontvangen mede- deelingen, geen bezwaar meer heeft tegen het voor stel van Burgemeester en Wethouders. Hij zal dus vóór stemmen. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde wordt de verga dering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Mei 1909. 89 Tegenwoordig 18 leden, te weten de heeren Zandstra, Wilhelmij, Beucker Andreae, de Jong, Kom- ter, Schoondermark, Lautenbach, Beekhuis, Hartelust, Oosterhoff, G. W. Koopmans, Menalda, Feitz, J. Koopmans, Burger, Baart de la Faille, Berghuis en Haverschmidt. Afwezig met kennisgeving de heerenFeddema, Duparc, van Messel en Besuijen. Eene vacature. Voorzitter de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester. I. De notulen der op Dinsdag 27 April 1.1. ge houden vergadering worden gelezen en vastgesteld. De Voorzitter spreekt hierna het volgende Mijne Heeren „Alvorens onze gewone werkzaamheden aan te vangen, wensch ik met een enkel woord, overtuigd daarmede in uw geest te handelen, uiting te geven aan de gevoelens van dankbare vreugde, waarmede ook in deze gemeente de tijding van de geboorte eener Prinses van Oranje-Nassau is ontvangen. Die geboorte is voor ons vaderland van onbereken bare beteekenis en wij allen hebben ook reden om ons te verheugen in het groote geluk, dat door Gods goedheid aan ons Koninklijk Huis werd geschonken. Moge prinses Juliana opgroeien gelijk de Oranje's zijn opgegroeid, dragende ons Vaderland in het harte en zelf gedragen wordende door de liefde van een dankbaar volk. Daartoe geve God Zijn zegen en bescherme Hij het dierbaar leven van dit Koningskind". De heer Zandstra verklaart dat, wat het moeder schap betreft, de sociaal-democraten zich verheugen in den zegen die iedere moeder te beurt valt, als er een kind wordt geboren. Bij de sociaal-democraten is er echter geen onderscheid of een kind geboren wordt in een paleis dan wel in een arbeiderswoning. Zij zijn blij met de geboorte van beide, maar hech ten niet die waarde aan de geboorte van een prinses in het Noordeinde te den Haag, als blijkbaar de ver eerders van het Koningschap doen. II. Wordt medegedeeld: 1. dat op 30 April 1.1. van het Departement van Binnenlandsche Zaken een telegram is ontvangen, meldende, dat Hare Majesteit de Koningin voorspoedig bevallen is van een prinses, waarop namens het ge meentebestuur aan Z. K. H. Prins Hendrik der Neder landen en Hare Majesteit de Koningin-Moeder tele grafisch gelukwenschen zijn aangeboden, waarvoor door Z. K. H. en namens Hare Majesteit dank is betuigd; 2. dat bij Kon. besluit dd. 26 April 1.1. no. 21 is goedgekeurd de verordening tot heffing van schoolgeld voor onderwijs aan de school van M. O. voor meisjes alhier dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten, dd. 27 April 1.1. a. tot verhuring van gemeente-eigendommen Bij de Put, aan Oldegalileën en in de Bagijnestraat b. tot verhuring van de buiten dienst gestelde bewaarplaats van brandbluschmiddelen in de Weer klank. De stukken 1 en 2 worden voor kennisgeving aan genomen 3. bericht van den heer K. P. W. Besuijen, dat hij de raadszitting van heden niet kan bijwonen, met verzoek de behandeling van de ontwerp-verordeningen op het Werkliedenfonds en de Arbeidsbeurs tot de volgende vergadering aan te houden. Zal bij punt 9 der agenda worden behandeld 4. adres van de firma H. G. Brouwer en Zn. alhier om haar in koop af te staan 800 M2. van gemeentelijk terrein aan de Emmakade Noordzijde, voorbij de 2e Kanaalbrug, voor de stichting van een asfaltfabriek. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies 5. adhaesie-betuiging van de afdeeling Leeuwarden van den Algemeenen Nederlandschen Typografenbond aan de amendementen-Besuijen op het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van verordeningen op het gemeentelijk werkloozenfonds en de Arbeidsbeurs. Wordt bij de stukken onder punt 9 gevoegd; 6. dat van de terroinen aan den Hoekstersingel provisioneel in erfpacht zijn afgestaan plus minus 303.75 M2. van blok Ga aan P. Boonstra, waarde ongeveer 1518.65, canon plus minus 68.34J/2; plus minus 233 M2. van blok Aa aan A. Dirksen, waarde plus minus 1211.60, canon ongeveer 54.52; 7. dat aan H. de Boer geboren A. van der Yegt bij openbare inschrijving is gegund de pacht van de opkomsten der Poppebrug gedurende het tijdvak van 12 Mei 190912 Mei 1914 tegen eene pachtsom van ƒ1.per jaar en eene toelage aan haar voor de bediening van 50.per jaar 8. dat bij openbare aanbesteding is gegund a. aan C. Lerk en S. van der Zaag alhier het bouwen van een walmuur en het uitvoeren van ver schillende graaf-, alsmede straat- en metselwerken op het terrein van de gemeentelijke gasfabriek voor de som van 7746. b. aan P. Vonk, alhier 1. het bouwen van een regulateurhuis; 2. het deels afbreken en weer opbouwen van den ringmuur om het fabrieksterrein, langs het Hoekster- pad en bij de Kazerne 3. het maken van een uitbouw achter de Direc teurswoning, benevens de uitvoering van eenige kleinere werken in gebouwen van de gasfabriek, voor de som van 11000. De mededeelingen sub 68 worden voor kennis geving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres der Vereeniging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen om eene bijdrage uit de gemeentekas voor het oprichten van een Nederlandsche Arbeids beurs in het Ruhrgebied. 2. Voordracht voor de benoeming van een onder wijzeres aan gemeenteschool no. 9, vacature mej. A. Ooiman 1. mej. A. H. Dorenstouter te Britsum 2. mej. C. M. Klok te Osdorp. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche verpachting van een standplaats voor een stoomcaroussel op het Wilhelminaplein gedu rende de kermis in de jaren 1910 en 1911. 4. Alsvoren om ten behoeve van den dienst der stadsreiniging ondershands te gunnen aan H. Kori te Berlijn de levering van een verbrandingsoven voor 1800. aan A. J. Zegveld te Rijswijk de levering van een ijzeren schoorsteen voor dien oven voor 252.50. Al deze stukken zullen in eene volgende vergade ring worden behandeld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1909 | | pagina 1