Vergadering van Dinsdag 1 September 1909.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 7 September 1909. 181
Tegenwoordig 20 leden, te weten de heerenJ.
Koopmans, de Jong, Oosterhoff, Fransen, van Messel,
Burger, Feitz, Hartelust, Lautenbach, Feddema,
Schoondermark, Baart de la Faille, G. W. Koopmans,
Zandstra, Komter, Menalda, Beekhuis, Tijsma, Wil-
helmij en Berghuis.
Afwezig 3 leden, waarvan met kennisgeving de
heeren Besuijen en Haverschmidt.
Zonder kennisgeving de heer Beucker Andreae.
Voorzitter de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen der op Dinsdag 24 Augustus 1.1.
gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Hierna komt aan de orde
de beëediging van de nieuwbenoemde leden, de heeren
G. W. Koopmans, L. Zandstra, T. Komter, Mr. A.
Menalda, Mr. J. W. Tijsma, Mr. C. Beekhuis, P. A.
Wilhelmij en J. H. Berghuis.
De eerste vier leggen de bij artikel 39 der Ge
meentewet voorgeschreven beloften en verklaringen,
de anderen de eeden af in handen van den Voorzitter.
De Voorzitter wenscht de heeren geluk met het
vertrouwen, bij hernieuwing of voor de eerste maal
door de burgerij in hen gesteld, beveelt hun de be
langen der gemeente van harte aan en verzoekt hun,
de voor hen bestemde plaatsen te willen innemen.
III. Wordt medegedeeld
1. dankbetuiging namens H. M. de Koningin voor
de Haar uit naam van het gemeentebestuur en de
burgerij aangeboden gelukwenschen, bij gelegenheid
van Haar verjaardag op 31 Augustus 1.1.
2. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd
het raadsbesluit dd. 27 .Juli 1909 waarbij aan J. en
G. Brouwer alhier circa 960 M2., gedeelte van het
kadastrale perceel sectie G. no. 7003, aan den Ka-
naalweg Z.Z. in erfpacht is afgestaan
3. dat door Burgemeester en Wethouders bij open
bare aanbesteding is gegund het verrichten van onder
scheidene timmerwerken in de Rijkslandbouwwinter-
school aan H. Arends alhier, voor 1243.
De stukken en de mededeeling sub .13 worden
voor kennisgeving aangenomen.
IV. Wordt ter tafel gebracht:
1. De begrooting van de inkomsten en uitgaven
der gemeente, dienst 1910.
Wordt gedrukt als bijlage en bij de leden rond
gezonden, met bepaling, dat het onderzoek der sectiën
vóór 1 October e.k. moet zijn afgeloopen.
2. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake het adres van W. Buising en 15 andere be
woners van perceelen aan Oldegalileën om de privaten
op den hoek van het Hazebuurtje, vroeger van eerst
genoemde straat af zichtbaar, te doen verwijderen of
verplaatsen.
3. Voorstel van Burgemeester on Wethouders om
aan mej. J. M. Meindersma op haar verzoek eervol
ontslag te verleenen als onderwijzeres in de hand
werken aan gemeenteschool no. 1.
De stukken 2 en 3 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
Hierna spreekt de Voorzitter het volgende
Nu zich in ons vaderland hier en daar, Gode
zij dank nog slechts weinige, gevallen van
cholera hebben geopenbaard, acht ik het mij
ten plicht den Raad mededeeling te doen van
de voorzorgsmaatregelen die ik, in overleg met
den betrokken inspecteur van de volksgezond
heid en met den voorzitter der gezondheids
commissie, bereids heb getroffen.
Als zoodanig moge ik dan noemen
1. het kosteloos beschikbaar stellen van drinkwater
aan de schipperij, uit de bestaande standpijpen nabij
een viertal bruggen, een maatregel, waaraan op uit
gebreide schaal publiciteit is gegeven
2. het houden van controle op de herkomst der
schepen die onze wateren bevaren en het instellen
van een onderzoek naar den gezondheidstoestand van
de bemanning van die vaartuigen, welke uit Rotterdam
afkomstig zijn, zoomede naar het water, dat zich aan
boord bevindt
3. het onschadelijk maken van het drinkwater door
tusschenkomst van de gemeentereiniging en het des-
infecteeren van het vaatwerk, waarin het was ge
borgen, op schepen die daartoe aanleiding geven
4. het houden van toezicht op verzamelingen van
vuilnis en mest en op de slooten nabij woningen en
erven
5. het dagelijks onderzoeken van het leidingwater
op faecaal bacteriën en het ten spoedigste ter kennis
brengen van den uitslag van dat onderzoek aan den
gemeentegeneesheer, den heer Uffelie, die zich met
groote welwillendheid met het cholera-onderzoek in
zijn geheelen omvang heeft belast
6. het, door aanschaffing van een broedstoof, die
in het hulpziekenhuis in werking zal worden gesteld,
gelegenheid scheppen de diagnose bij verdachte ge
vallen vast te stellen
7. het nemen van de maatregelen, die noodig zijn
tot opname en verpleging van eventueele lijders en
tot het in observatie nemen van verdachten.
Ik meen hiermede te kunnen volstaan. U
voorstellende, deze mededeelingen voor kennis
geving aan te nemen, spreek ik het vertrouwen
uit, dat Uwe vergadering te zijner tijd bereid
zal worden gevonden de door mij te dezer
zake reeds gedane en nog te doene uitgaven
goed te keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Y. Rapporten.
De heer Baart de !a Faille rapporteert dat de Com
missie, belast geweest met het onderzoek der rekening
en verantwoording van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken alhier, dienst 1908, geene aanleiding heeft
gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen,
weshalve zij voorstelt de rekening en verantwoording
goed te keuren tot een bedrag van 343.69.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de rekening
in eene volgende vergadering in behandeling te nemen,
onder dankbetuiging aan de Commissie voor den door
haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.