Vergadering yan Dinsdag 25 Januari 1910. 10 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Januari 1910. gedeelten van beide laatstgenoemde perceelenhet gedeelte van het kad. perceel sectie D no. 749, ge legen ten zuiden van de kad. perceelen sectie D nos. 753, 754 en 755 en ten westen van eerstgenoemd perceel en van het kad. perceel sectie D no. 750 van G. Dalenoord on J. M. D. Brink, handelende onder de firma Dalenoord en Co., het hun toebehoorend zuidelijk gedeelte van het kad. perceel sectie D no. 782 van A. J. Ket de hem toebehoorende zuidelijke gedeelten van de kad. perceelen sectie D nos. 779, 780 en 781 van W. Franconi de hem toebehoorende westelijke gedeelten van de kad. perceelen sectie D nos. 1064 en 1065 van W. Keizer de hem toebehoorende zuidelijke en westelijke gedeelten van het kad. perceel sectie D no. 1066 van P. F. de Boer c. s. den toegangsweg van de Landbuurt naar de Achter Landbuurt kad. bekend in sectie D no. 866 een en ander, gelijk op de bij den brief van den Directeur der Gemeentewerken van 3 December 1909 no. 1194/77 behoorende teekening gemerkt B met bruinroode kleur is aangeduid, onder voorwaarde dat aan de gemeente worde bijbetaald voor het van harentwege voldoende in orde maken en voor het voortdurend onderhoud der straten, zoomede voor het maken eener rioleering ten behoeve van de aan de wed. J. F. Höper toebehoorende kad. perceelen sectie D nos. 751 en 752, eene som berekend naar f 40.— voor elk perceel, terwijl de koston van over dracht, roiement, overschrijving enz., die van de kadastrale uitmeting en van de levering van een notarieel afschrift der akte ten behoeve van het ge meentearchief, door de eigenaren moeten worden gedragen, en voorts do door W. Franconi bij het betreffende adres gestolde eisch zal worden in acht genomen. III. Burgemeester en Wethouders te machtigen de straten aan de Landbuurt van de noodige rioleering- te voorzien en verder in orde te maken, een en ander gelijk door den Directeur van Gemeentewerken in zijn schrijven van 3 December 1909 no. 1194/77 is omschreven, hun daarvoor een credict te verleenen van f 1640.en hen voorts te machtigen voor het toe komende op gelijken voet met die verbetering door- te gaan, al naar mate meer eigenaren zich tot de betaling der vereischto kosten bereid verklaren. IV. Voor zooveel noodig hen voorts te machtigen tegen de eigenaren van perceelen in de Landbuurt, die naar aanleiding van hunne aanschrijving van 27 Maart 1909 bij voortduring in verzuim blijven, die maat regelen te nemen waartoe wet en verordening de bevoegdheid verleenen. Met algemeene stemmen worden de onderdeelen IIV van het voorstel van Burgemeester en Wet houders achtereenvolgens aangenomen. 7. a. Voorstel van Burgemeester en Wethouders he' treffende de organisatie van den keuringsdienst b. voorstel der Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot vaststelling eener verordening op eet- en drinkwaren en gebruiksartikelen. (Bijlage no. 34). De heer Haverschmidt deelt mede dat de heer Baart de la Faille spreker heeft verzocht het voorstel te doen de behandeling van dit punt uit te stellen tot eene volgende vergadering, daar dit lid van den Raad, tevens voorzitter der gezondheidscommissie, er prijs op stelt bij de behandeling tegenwoordig te zijn. De heer van Messel meent dat de heer Baart de la Faille, alvorens de vergadering to verlaten, de reden van zijn vertrek zelf had kunnen kenbaar maken. Spreker vindt de nu gevolgde handelwijze niet de juiste. De heer Haverschmidt meent dat men, als een ge neesheer zich verwijdert, niet naar de reden behoeft te vragen. Hij zal dat doen in het belang zijner patiënten. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van den heer Haverschmidt aangenomen. Niets meer te behandelen zijnde wordt de verga dering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Januari 1910. 11 Tegenwoordig 19 leden, te weten de heeren: Lau- tenbach, Beucker Andreae, Fransen, G. W. Koopmans, Wilhelmij, Schoondermark, Oosterlioft', Feitz, J. Koop- mans, Burger, Haverschmidt, van Messel, Tijsma, Berghuis, Feddema, Zandstra, Menalda, Komter en Baart de la Faille. Afwezig 4 leden, waarvan met kennisgeving de heeren Hartelust en Besuijen. Zonder kennisgeving de heeren: de Jong en Beekliuis. Voorzitter: de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester. I. De notulen der op Dinsdag 11 Januari 1.1. ge houden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten dd. 11 Januari 11. a. betreffende splitsing van erfpachtsrecht op bouw terreinen aan het Nieuwe Kanaal b. tot overneming van de straten Achter de Stienser landbuurt en van gedeelten der straten van de Landbuuit c. het 3e suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1909 2. bericht van den heer A. E. Zimmerman, Bur gemeester dezer gemeente, dat hij de benoeming tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand dezer gemeente aanneemt 3. kennisgeving van den heer Dr. J. Ariëns Kap pers, dat hij zijn verzoek om verlenging van den huurtijd der huizinge Arendstuin no. 41 tot 11 November 1910, intrekt. De mededeelingen sub 1-3 worden voor konnis- geving aangenomen 4. adres van mej. de wed. H. Bergema geb. S. D. van Nimwegen, houdende verzoek haar, mede ten behoeve van minderjarige kinderen, in verband met de langdurige dienstvervulling van wijlen haren echtgenoot, in leven boekhouder der gemeentelijke gasfabriek, eene gratificatie toe te kennen. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies 5. adres van D. Pioters om hem voor den tijd van één jaar van 12 Mei 1910—12 Mei 1911 in huur af te staan de woning Kruisstraat 25 tegen een huur prijs van 200.—. Door Burgemeester en Wethouders wordt heden prae-advies uitgebracht 6. adres van S. A. Minnema te Huizum, om in- iiuring van het perceel Bij de Put 17 voor f 156. per jaar gedurende drie jaren. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies 7. amendementen van do heeren L. do Jong en L. Zandstra op het nader verslag der commissie voor het voorstel tot vaststelling van een werklieden reglement (bijlagen nos. 21, 26 en 37 van 1908, 10 24 en 35 van 1909). Zijn gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en zullen te zijner tijd met het verslag worden behandeld 8. adres van J. Bakker alhier, die daarbij ter kennis van den Raad brengt bezwaren tegen de be schikking van Burgemeester en Wethouders dd. 5 Januari 1910, waarbij de beslissing op zijn verzoek om vergunning tot het bouwen van twee woonhuizen aan de IJpeijstraat wordt aangehouden, op grond dat de zijgevel van een dier huizen zal worden opgetrokken aan eene geprojecteerde straat, waarvan de inrichting als zoodanig overeenkomstig de gegeven voorschriften naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders niet voldoende verzekerd is. Wordt voorgesteld dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening De heer Feddema zou gaarne weten, waarom Bur gemeester en Wethouders voorstellen dit adres in hunne handen te stellen ten fine van afdoening. Spreker had verwacht dat zou zijn voorgesteld het adres in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen ten fine van prae-advies. De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet houders daarom voorstellen het adres in hunne handen te stellen ter afdoening, omdat het bij den Raad niet thuis behoort. Men kan, naar art. 5 der Woning wet, bij den Raad in beroep komen van eene door Burgemeester en Wethouders geweigerde bouwver gunning. Geweigerd is er echter nog nietslechts is de beslissing op het verzoek tijdelijk aangehouden, om adressant in de gelegenheid te stellen aan te toonen dat de inrichting tot straat, van ééne der straten waaraan gebouwd zal worden, voldoende is verzekerd. Die zekerheid dienen Burgemeester en Wethouders te hebben in verband met het bepaalde bij artikel 2 der Bouwverordening. De Raad kan dus voorloopig niet anders handelen dan is voorgesteld. De heer Feddema doet opmerken, dat adressant bij spreker is geweest om hem zijn zaak bloot te leggen. Moot hij nu alvorens hij vergunning krijgt eene ge zegelde verklaring overleggen, dat de totstandkoming- der straat is verzekerd De Voorzitter repliceert, dat de gevraagde ver gunning vermoedelijk geweigerd zal worden als de bedoelde verklaring niet wordt overgelegd. Adres sant zal dan bij den Raad in beroep kunnen komen en dan kan over deze zaak worden gesproken. De heer Feddema begrijpt dus dat eventueele weige ring zal geschieden op grond van het feit dat de aanleg der straat niet voldoende is verzekerd. Deze opvatting- echter is in strijd met het besluit van den Raad van 1905, toen aan de heeren de Walle en IJsbrandi de verplichting is opgelegd, de straat vóór 1 April 1912 in orde te hebben. Waar dit besluit er ligt, acht spreker den aanleg der straat voldoende verzekerd. Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9. adres van G. J. Ooiman alhier, houdende verzoek om vergunning tot het maken van een inrit in het trottoir voor zijn perceel Achter de Hoven no. 17 10. adres van het bestuur der Condensed Milk Company of Holland Ld. e. a., waarbij wordt verzocht dat de gemeente Leeuwarden van de gemeente Sneek overneme het gedeelte van den Sneeker trekweg voor zoover in deze gemeente gelegen, en alsdan daarin gas- en waterleidingbuizen te doen aanbrengen en ook overi gens aan in het adres genoemde grieven tegemoet te komen. De stukken 9 en 10 worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies 11. aanbeveling der Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs voor de benoeming van twee leden. a. Vacature mr. A. baron van Harinxma thoe

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 1