Vergadering van Dinsdag 22 Februari 1910.
24 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Februari 1910.
te doen als woonvertrek. Dit voordeel wordt door den
heer Feddema onderschat.
Spreker wenscht even terug te komen op de mede-
deeling van den heer Feddema, dat deze het huis
niet heeft kunnen zien. Toen destijds het huis te
koop was, is in geheime vergadering tot den aankoop
besloten. Spreker weet wel dat enkele leden in de
gelegenheid wenschten te worden gesteld het huis te
bezien. Opgemerkt werd toen, dat het niet gewenscht
was zulks hangende den verkoop te doen, omdat dit
de aandacht zou kunnen trekken. Aan de omstan
digheid dat het niet gebeurd is, is het dan ook
misschien te danken dat het huis voor een betrekkelijk
lagen prijs is gekocht. Ook de opzichter kende het
huis niet. Het is beoordeeld naar den plattegrond.
Toen hij dan ook stond voor het feit de nieuwe wo
ning te moeten betrekken, bleek het dat hij aan de meer
dere ruimte van zijn oude woning zeer gehecht was.
Hij heeft daarom gevraagd eenige verbeteringen
aan te brengen. Eerst heeft hij zich bereid verklaard
die zelf te betalen. Burgemeester en Wethouders
hebben toen overwogen wat het best was en zijn tot
de conclussie gekomen dat, door de verbeteringen aan
te brengen, de gemeente het huis bruikbaarder maakt,
zonder zelf een groot offer te brengen. De kosten
mogen dan 600.bedragen, wanneer de gemeente
25.huur meer krijgt en het huis bruikbaarder
wordt, kan dit offer niet groot worden genoemd.
Spreker zou het jammer vinden als de leden hun
stem afhankelijk stelden van de verbetering der woning.
Dat de woning door den opzichter wordt betrokken,
is een voordeel, dat spreker niet zou willen onderschatten.
De heer Feddema wijst er op dat er in de omgeving
zooveel huizen te huur zijn, dat de opzichter er licht
een van zal kunnen huren. Hem kan toch geen
politietoezicht worden opgedragen, want hij wil gaarne
aan de straat wonen, vanwaar hij op de kweekerij
niet kan zien.
Spreker blijft het jammer vinden nog 700.
aan de woning te besteden en zal dan ook tegen dit
gedeelte van het voorstel stemmen.
De heer Tijsma vraagt of de Directeur der Ge
meentewerken niet vooruit wist dat de verbeteringen
moesten worden aangebracht.
De Voorzitter antwoordt dat de woning is beoordeeld
naar een teekening en dat de Directeur der Gemeen
tewerken ook niet in de woning is geweest. Deze
dacht dat zij geschikt was, maar de opzichter dei-
plantsoenen heeft, toen hij vernam dat hij de woning
moest betrekken, gevraagd eenige verbeteringen aan
te brengen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Onderdeel a van het voorstel van Burgemeester
en Wethouders wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
Onderdeel b tot het woord „alhier"' wordt aange
nomen met 12 tegen 8 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Beucker Andreae, Berg
huis, J. Koopmans, de Jong, Oosterhoff, Komter,
Feitz, Burger, Tijsma, Schoondermark, Zandstra en
Baart de la Faille.
Tegen de heerenWilhelmij, Lautenbach, Beekhuis,
Fransen, van Messel, Feddema, Hartelust en Haver-
schmidt.
Het laatste gedeelte van onderdeel b wordt met
algemeene stemmen aangenomen en eveneens de
onderdeelen c en d.
Niets meer te behandelen zijnde wordt de verga
dering door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1910. 25
Tegenwoordig eerst 17, later 18 leden, te weten
de heeren: de Jong, Fransen, J. Koopmans, Berghuis,
Tijsma, Lautenbach, Oosterhoff, Wilhelmij, Beekhuis,
Feddema, Hartelust, Zandstra, van Messel, Schoon
dermark, Komter, Baart de la Faille en Burger.
Later de heer Menalda.
Afwezig met kennisgeving de heeren Besuijen,
Beucker Andreae, G. W. Koopmans, Haverschmidt
en Feitz.
Voorzitter: de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen der op Dinsdag 8 Februari 1.1. ge
houden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegédeeld
1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
de raadsbesluiten dd. 8 Februari 1.1.
a. tot verweer tegen de door de naamlooze ven
nootschap Julius Oppenheims' bank te Groningen
tegen de gemeente ingestelde rechtsvordering
b. tot verhuring van de woning Kruisstraat no. 25
aan D. Pieters
c. tot verhuring van de woning Oldegalileën no.
61 aan B. Lugt.
2. dat van Gedeputeerde Staten is ingekomen het
ontvangst-bericht van het afschrift der op 25 Januari
11. vastgestelde verordening op eet- en drinkwaren
en gebruiksartikelen en die tot wijziging der veror
dening, regelende de politie op den invoer, vervoer,
verkoop en de keuring van vleesch, visch, garnalen
en vruchten.
De stukken 1 en 2 worden voor kennisgeving
aangenomen
3. adres van den heer mr. I. de Greve e. a. be
woners van perceelen aan den Noordersingel alhier,
houdende verzoek om door trottoiraanleg maatregelen
te nemen tot verbetering van het gedeelte der Span
jaardslaan nabij de Bad- en Zweminrichting.
Wordt voorgesteld dit adres in handen te stellen
van Burgemeester en Wethouders ter afdoening.
De heer Feddema wijst er op, dat er een lid van
den Raad is, die niet ver af woont van de plaats waar
van in deze de rede is en die dikwijls met spreker
heeft gesproken over verbetering van den toestand
van den weg, waarover dit verzoek ook loopt. Nu
dit lid afwezig is, meent spreker verplicht te zijn
een enkel woord hieromtrent in het midden te
moeten brengen. Hij kan daarbij kort zijn en wil
Burgemeester en Wethouders zeer ernstig in over
weging geven, aan den uitgesproken wensch tegemoet
te komen. De toestand is, vooral in het tegenwoordig
seizoen, zeer slecht te noemen.
Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
4. adres van de besturen der afdeeling Leeuwarden
van den Nederlandschen Bond voor lichamelijke opvoe
ding en der vereeniging „Nijverheid"' alhier, houdende
verzoek een Commissie uit den Raad te willen benoemen,
die desgewenscht met eene commissie uit beider besturen
of vereenigingen van adressanten een plan tot stich
ting van een zwem- en badinrichting aan den Raad
zal hebben over te leggen, of zoodanige maatregelen
te nemen, als naar 's Raads oordeel het best tot het
beoogde doel zullen leiden.
Onder mededeeling dat de voorbereiding dezer
aangelegenheid in het college van Burgemeester en
Wethouders in een reeds gevorderd stadium verkeert,
wordt voorgesteld het adres te voegen bij de op de
zaak betrekking hebbende stukken.
Dienovereenkomstig wordt besloten
5. verslag der Commissie tot wering van school
verzuim in deze gemeente over 1909.
Wordt voor de leden ter visie gelegd;
6. adres van mr. A. baron van Harinxma thoe
Slooten te Winschoten, houdende beroep tegen het
besluit van Burgemeester en Wethouders, waarbij zijn
verzoek om afschrijving van zijn aanslag in den
Hoofdelijken Omslag dezer gemeente, dienst 1909,
is afgewezen.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies
7. adres van A. de Vries te Schenkenschans e. a.,
houdende verzoek om den Harlinger trekweg van de
spoorbrug af tot Ritzumazijl in beteren toestand te
brengen.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van afdoening
8. schrijven van den secretaris der vereeniging
„Dorpsbelang" te Deinum, waarbij instemming met
het vorige adres wordt betuigd en verzocht wordt
een gedeelte van den trekweg als rijwielpad aan te
leggen.
Wat het eerste gedeelte aangaat wordt besloten
het te voegen bij het vorige adres en het schrijven
verder als ongezegeld ter zijde te leggen
9. adres van P. Terpstra, politiedienaar alhier,
houdende verzoek hem met ingang van 1 Maart e.k.
te ontslaan van de huur der woning Westerplantage
no. 13, terwijl de mede-onderteekenaar A. Andriessen
die woniDg met dien datum in huur wenscht te aan
vaarden.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies
10. kennisgeving van den heer A. J. Reijntjes dat
hij de benoeming tot lid der Commissie van toezicht
op het Lager Onderwijs aanneemt
11. schrijven van Burgemeester en Wethouders
van Franekeradeel, waarbij ondersteuning wordt ver
zocht van een door den Raad dier gemeente aan
Gedeputeerde Staten dezer provincie ingezonden adres
om maatregelen te nemen tot regeling van den
waterstand.
De stukken 10 en 11 worden voor kennisgeving aan
genomen
12. aanbeveling van curatoren van het gymnasium
voor de benoeming van een lid in dat college, vaca
ture mr. H. D. van Ketwich Verschuur, waarop zijn
geplaatst de heeren
1. mr. A. Burger.
2. mr. P. C. J. A. Boeles,
3. mr. J. L. van Sloterdijck.
Zal in eene volgende vergadering worden behandeld
13. dat door Burgemeester en Wethouders inge
volge artikel 3 der verordening op de gemeentelijke
arbeidsbeurs (gemeenteblad no. 13 van 1909) is vast
gesteld de instructie voor den directeur dier beurs,
tevens secretaris-penningmeester van het gemeentelijk
werkloozenfonds, welke instructie in het gemeenteblad
is opgenomen
14. dat door hen zijn benoemd
a. tot keurmeester van eet- en drinkwaren en
gebruiksartikelen de heer J. de Vries, waagmeester
alhier
b. tot brandmeester, vacature W. Slager, de heer
U. van der Heide, alhier.
De mededeelingen 12 en 13 worden voor kennis
geving aangenomen.