Vergadering yan Dinsdag 21 Juni 1910.
II
j-VyV
u
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Juni 1910. 135
Aanwezig eerst 16, later 17 leden, te weten de
heerenFransen, de Jong, J. Koopmans, Berghuis,
Wilhelmij, Oosterhoff, Zandstra, Menalda, Lautenbach,
van Messel, Hartelust, G. W. Koopmans, Komter,
Burger, Beucker Andreae en Schoondermark.
Later de heer Baart de la Faille.
Afwezig met kennisgeving de heeren Haverschmidt,
Feitz, Beekhuis, Tijsma, Besuijen en Feddema.
Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen der op Dinsdag 14 Juni 1.1. ge-
kouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
De Voorzitter gevoelt zeer goed dat het voor vele
leden bezwaarlijk is te vergaderen op andere dagen
dan de bij het Reglement van Orde aangewezene.
Niet dan huiverig grijpt spreker dan ook de gelegen
heid aan om eene tusschentijdsche vergadering te
beleggen. Hij heeft het nu ook gedaan in overleg
met zijne medeleden van het Dagelijksch Bestuur. De
Raad vordert toch uiterst langzaam met de behan
deling van het werkliedenreglement, terwijl weldra
de tijd aanbreekt dat vele leden van den Raad, en
ook leden van het Dagelijksch Bestuur op reis zullen
zijn, waardoor de verdediging moeielijk wordt. Mis
schien gaan ook leden van de Commissie op reis,
zoodat het gewenscht is nu zooveel mogelijk af te doen.
De Raad kan zich nu 3y2 a 4 uur tot het werklie
denreglement bepalen.
Spreker verzoekt den leden zich zooveel mogelijk
in hunne redevoeringen te beperken. Wanneer zij
zich voornemen, niet dan bij strikte noodzakelijkheid
voor de tweede maal het woord te voeren, is er al
veel gewonnen. In eersten termijn kunnen de leden
hunne bedoeling voldoende duidelijk mededeelen.
Spreker begrijpt zeer goed dat geen pertinente ver
zoeken of beloften daaromtrent kunnen worden gedaan,
maar hij geeft den Raad in overweging zich te be
perken en in ieder geval zoo min mogelijk vergun
ning te verleenen om voor de derde maal het woord
te voeren.
II. Wordt medegedeeld
1. schrijven van de Commissie voor het Werk
liedenreglement houdende mededeeling, dat zij, ter
vereenvoudiging van de beraadslaging, alsnog eenige
door de Wethouders ingediende amendementen over
neemt.
Zal bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd
2. adres van de heeren Jager en Wierda te Hee
renveen om vergunning tot het maken en hebben
van een inrit in het trottoir voor het perceel Turf
markt no. 6.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies
3. schrijven van den Vice-President van den Raad
van State, voorzitter der afdeeling voor de geschillen
van bestuur, houdende oproeping om te verschijnen
in de vergadering der afdeeling van 22 Juni a.s. in
verband met 's Raads beroep tegen het besluit van
Gedeputeerde Staten waarbij goedkeuring is onthou
den aan het raadsbesluit d.d. 8 Februari 1910 no.
46*/17 tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst
1910.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ter afdoening
4. adres van de heeren H. Tulp, J. de Boer en
H. A. Vosman, houdende verzoek om op het adres
der firma van Creveld en Fabre te Rotterdam, om
vergunning tot het berijden van den Harlinger
trekweg, tot het leggen van rioolbuizen in dien weg
en tot het maken van een aanlegsteiger aan en in
het talud van den trekweg langs het vaarwater voor
hun perceel, afwijzend te beschikken.
Zal bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd;
5. adres van het bestuur der vereeniging „de
Leeuwarder Industrie- en Huishoudschool" te Leeu
warden om het aan de vereeniging toegekende ge
meentelijk subsidie van 1700.te verhoogen tot
2200.—
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies.
III. De Voorzitter deelt mede, dat van den heer
Wilhelmij bericht is ingekomen, dat deze van 22
Juni6 Juli uit de stad is en dus verhinderd is bij
de herstemming voor de Provinciale Staten te fun-
geeren als 4e lid van het stembureau in het zesde
stemdistrict. De heer Fransen heeft zich intusschen
bereid verklaard als zoodanig zitting te nemen.
Spreker verzoekt den Raad over te gaan tot de
benoeming van een 4e lid in het stembureau voor
het 6e stemdistrict.
Wordt overgegaan tot de benoeming.
Uitgebracht zijn 16 stemmen, waarvan 15 op den
heer W. Fransen, terwijl 1 briefje in blanco is inge
leverd.
De heer W. Fransen is alzoo benoemd.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van
het voor heden op den oproepingsbrief vermelde punt.
1. Voortzetting der behandeling van het Ontwerp-
Werlcliedenreglement (bijlagen nos. 21, 26 en 37 van
1908, 10, 24, 35 van 1909 en 2 en 5 van 1910).
Aan de orde is artikel 22, bij welk artikel in de
vorige vergadering de beraadslagingen zijn geschorst.
De beraadslaging wordt heropend.
De heer Oosterhoff deelt mede dat Burgemeester
en Wethouders zich den tijd tusschen deze en de
vorige vergadering ten nutte hebben gemaakt om
na te gaan of hunne bezwaren tegen de door de
Commissie voorgestelde redactie reden van bestaan
hadden. Om dit te kunnen doen was het noodig aan
de Directeuren, hoofden van dienst, te vragen of zich
gevallen als de door spreker in de vorige vergadering
bedoelde zouden kunnen voordoen, of b.v. een persoon
die 6 weken achtereen in dienst der gemeente werk
verricht niet zou kunnen hebben een normalen werk
tijd. De Directeuren achtten zoo'n geval niet denk
baar, zoodat ook geen regeling daaromtrent noodig
is. Bovendien is in artikel 2 bepaald dat zij, die niet
den normalen werktijd hebben, niet vallen onder het
reglement. Burgemeester en Wethouders nemen de
redactie der Commissie daarom dan ook over.
De Voorzitter deelt mede, dat de Wethouders hun
amendement op artikel 22 hebben ingetrokken. Het
maakt mitsdien geen onderwerp van beraadslaging
meer uit.
Artikel 22 wordt met algemeene stemmen vastge
steld zooals het door de Commissie is voorgedragen,
met dien verstande evenwel, dat het woord „tien"
gewijzigd wordt in „elf".