Vergadering yan Dinsdag 13 September 1910.
202 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Augustus 1910.
voor het aanbrengen van een trasraam onder alle
muren van het niet vernieuwd wordende gedeelte van
gemeenteschool no. 6, ten laste van volgno. 226 der
loopende begrootingKosten voor het stichten van
schoollokalen en onderwijzerswoningen alsnog een
bedrag beschikbaar te stellen van 436.
Sprekers vraag was tot op zekere hoogte een vraag
naar den bekenden weg. De Raad moet echter een
besluit nemen. Moet hij nu besluiten om het bestaande
trasraam uit te breken of te vernieuwen zooals de
redactie van het voorstel luidt, dan kan spreker niet
vóór stemmen. De opzichters van het werk en de
heer Woltring hebben nog heden aan spreker gezegd,
dat ondergrondsch het metselwerk goed is en dat
er uit het bestaande trasraam niet één steen heel is
uit te krijgen. Het bestaande is dus best. Is het
echter de bedoeling het trasraam te verhoogen, dan
is spreker er niet tegen, maar dan moet het voorstel
gewijzigd worden in dien geest en in die bewoordingen
vervat zijn. Spreker zou het dan willen doen luiden
f 436.— beschikbaar te stellen voor het verhoogen
van het trasraam onder de oude school.
Sprekers bedoeling is om de zaak zuiver te stellen.
De heer Schoondermark wijst er op dat de heer
Feddema in den laatsten tijd de gewoonte heeft ver
klaringen uit te spreken waarop de Raad zal moeten
ingaan. Spreker is niet bereid dit te doen. De be
oordeeling van den heer Feddema laat hem koud,
hij houdt zich aan de mededeelingen van den Direc
teur der Gemeentewerken en den opzichter.
De heer Fransen is ook aan de school geweest en
hij heeft zich van den toestand aldaar overtuigd.
Van den opzichter, met de uitvoering vau het werk
belast en van den aannemer heeft hij de verklaring
gehoord dat het bestaande' trasraam in een zeer goede
conditie verkeert. Het ziet er uitstekend uit. Wel
is het wat laag, wat nu bij het uitbreken der vloeren
eerst is gebleken. Daarom zal het moeten worden
verhoogd. Het vocht in de muren vindt zijn oor
zaak in het schrobben, het trekt in de zachte steen
omhoog.
Spreker zal er zich niet tegen verzetten om vijf
lagen trasraamwerk op het bestaand blijvend tras
raam aan te brengen.
De heer Feddema hoort den heer Schoondermark
zeggen dat hij spreker de gewoonte heeft om
zoo maar eens iets te zeggen. Spreker heeft dit ver
wijt van den heer Schoondermark ook in de geheime
zittingen, die over dezen schoolbouw zijn gehouden,
enkele malen moeten hooren en meende toen vol
doende aangetoond te hebben dat niet hij, maar de
heer Schoondermark juist niet altijd correct sprak.
Hetgeen spreker mededeelt is volkomen waar. Dat
de heer Schoondermark hem niet gelooft, laat spreker
koud, de geheele persoon van den Wethouder laat
spreker koud. Spreker wil geloofd worden in hetgeen
hij zegt en verzoekt den voorzitter daarom alsnog
aan den Directeur der Gemeentewerken te vragen of
het de bedoeling is het bestaande trasraam te ver
hoogen, en of het bestaande trasraam nog goed is.
De Voorzitter is van oordeel dat de geheele kwestie
eigenlijk geen kwestie is. De Raad staat 436.
toe en daarvoor komt het trasraam en de vochtige
muur in orde. Het is niet mogelijk nu een advies
van den Directeur der Gemeentewerken te vragen,
wat toch zal moeten geschieden als in de omschrij
ving verandering moet worden aangebracht. De be
doeling is om door het optrekken van het trasraam
de vochtige muren voor goed te genezen.
De heer Feddema zegt dat de oorzaak van de
kwestie niet bij hem ligt. De wijziging is overigens
van ondergeschikt belang en waar hij zijne meening
te dezen opzichte duidelijk heeft gezegd trekt hij
zijn voorstel in en zal hij voorstemmen, onder uit
drukkelijk voorbehoud, dat de aangevraagde gelden
zullen dienen tot verhooging van het bestaande tras
raam.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Niets meer te behandelen zijnde wordt de ver
gadering door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 September 1910. 203
Tegenwoordig eerst 17, later 21 leden, te weten
de heeren Fransen, G. W. Koopmans, J. Koopmans,
de Jong, Menalda, Berghuis, Lautenbach, Tijsma,
Beucker Andreae, Haverschmidt, Schoondermark, Wil-
helmij, Hartelust, Zandstra, Burger, Besuijen en
Komter.
Later de heeren Feitz, Beekhuis, Baart de la Faille
en Feddema.
Afwezig, met kennisgeving, de heerenOosterhoff
en van Messel.
Voorzitterde heer A. E. Zimmerman, burgemeester.
De Voorzitter zegt dat de leden van den Raad,
evenals spreker, met belangstelling zullen hebben
opgemerkt, dat de heer Besuijen, die sedert 13 Juli
van het vorig jaar wegens ongesteldheid niet aan de
beraadslagingen heeft kunnen deelnemen, weer is
teruggekeerd. Spreker wenscht den heer Besuijen
geluk met diens aanvankelijk herstel en hoopt dat
hij, gesterkt door de kuur die hij heeft gedaan, thans
weder geregeld de vergaderingen zal kunnen bijwonen.
I. De notulen der op Dinsdag 23 Augustus 1.1.
gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. dankbetuiging namens H. M. de Koningin voor]
de Haar uit naam van het gemeentebestuur en de
burgerij aangeboden gelukwenschen, bij gelegenheid
van Haar verjaardag op 31 Augustus 1.1.;
2. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd
het raadsbesluit d.d. 12 Juli 1.1., no. 243"/114, tot
wijziging der bouwverordening en dat van hen is l
ingekomen het ontvangst-bericht naar aanleiding van
artikel 167 der Gemeentewet;
3. dankbetuiging van dr. C. J. A. Meerdink voor
de gunstige beschikking op zijn verzoek om wijziging
van den datum zijner infunctietreding als leeraar aan
het gymnasium alhier;
4. alsvoren van mej. R. de Boer alhier voor hare
benoeming tot onderwijzeres aan gemeenteschool no. 1
5. bericht van mr. C. W. Stheeman, dat hij de
benoeming tot voogd van het Nieuwe Stads Weeshuis
aanneemt
De mededeelingen 15 worden voor kennisgeving
aangenomen.
6. adres van P. J. Blom en andere bewoners en
eigenaren van huizen aan de De la Reystraat en de
Paul Krugerstraat (verlengd gedeelte) alhier, hou
dende verzoek om een tweetal aldaar geplaatste lan
taarns, welke wegens wan-praestatie van een voor-
maligen eigenaar thans niet voor de straatverlichting
wordon gebruikt, voortaan wederom 's avonds te doen
ontsteken
Wordt voorgesteld deze mededeeling voor kennis
geving aan te nemen.
De heer Besuijen doet opmerken, dat deze kwestie
hem vreemd is. Misschien is er niet meer van bekend
geworden in openbare zitting, maar als het waar is
dat wegens het niet nakomen van financieele ver
plichtingen van den vorigen eigenaar de lichten niet
worden ontstoken, worden de adressanten onschuldig
gestraft. De duisternis die in de bedoelde straat
lieerscht, is bijna een Egyptische. Als er onwelvoe-
gelijkheden gebeuren of soms erger dingen, gaat de
Raad niet vrij uit, want die behoort en vooral op
do grens der bebouwing voor eene behoorlijke ver
lichting te zorgen. Spreker heeft geen bezwaar dit
adres voor kennisgeving aan te nemen of het te
renvoyeeren naar Burgemeester en Wethouders ter
afdoening, maar hij hoopt dat het gevolg er van zal
zijn, dat de lichten weer worden ontstoken. Spreker
herhaalt dat hij het niet goed vindt dat zulks niet
geschiedt, wanneer het waar is dat dit een gevolg
is van eene wanpraestatie van den vorigen eigenaar.
Misschien kunnen Burgemeester en Wethouders wel
inlichtingen geven.
De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en V' et-
houders den heer Besuijen wel kunnen inlichten.
Zooals dit raadslid terecht heeft vermoed is deze
zaak besproken in eene vergadering met gesloteu
deuren. Burgemeester en Wethouders hebben uit het
daar verhandelde den indruk gekregen, dat het strookt
met den wensch van de toen aanwezige raadsleden,
om dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Verder
meent spreker den heer Besuijen als deze meer
van de zaak wil weten te moeten verwijzen naar
de notulen der geheime vergaderingen.
De heer Besuijen zal, alvorens meer werk van deze
zaak te maken, zich eerst op de hoogte moeten stellen
en hij behoudt zich het recht voor, om in verband
daarmede een verzoek tot Burgemeester en Wethou
ders te richten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
7. adres van het bestuur der vereeniging „Open
bare Leeszaal en Bibliotheek", waarbij wordt verzocht
bij voortduring in het genot van het thans genoten
gemeentelijk subsidie ad 500.te worden gesteld
8. adres van het bestuur der kinderbewaarplaats,
alhier, om het gemeentelijk subsidie ad 300.per
jaar te willen continueeren
9. adres van Th. Overmeer, directeur van de
Naamlooze Vennootschap „de Leeuwarder Houthandel"
voorheen Th. W. Overmeer en Zoon, houdende ver
zoek om vergunning tot het maken van een inrit in
het trottoir voor haar perceel Willemskade no. 16;
De stukken 79 worden in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-
advies.
10. dat J. de Vries, alhier, door Burgemeester en
Wethouders opnieuw voor den tijd van een jaar is
belast met het opmaken en samenstellen van het
verslag van 's Raads handelingen
11. dat aan den Secretaris der gemeente verlof
tot afwezigheid is verleend van 5 tot en met 17
September a.s.
12. dat door Burgemeester en Wethouders bij
openbare aanbesteding is gegund het verrichten van
verfwerken aan onderscheidene gemeentegebouwen,
in elf perceelen, als
perceelen 1 en 11 aan J. Visser, alhier, respectie
velijk voor 135.en 90.
perceelen 2, 3, 4, 8 en 9 aan Th. de Boer, alhier,
respectievelijk voor 114.135.—, 133.
f 90.en f 45.
perceel 5 aan P. Siderius, alhier, voor 87.
6 aan de firma W. K. Wits en Zn., alhier,
voor 164.
perceel 7 aan G. de Beer, alhier, voor 177.—
10 aan J. van der Goot, alhier, voor 38.
13. dat door Burgemeester en Wethouders de vol
gende namen aan nieuw aangelegde straten zijn toe
gekend
1. aan de meest oostelijke der drie noord-zuid
loopende straten op het stratenplan-Keij (tusschen