30 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1913. De Voorzitter zegt dat de Raad met groot leedwezen de mededeeling van den heer Beucker Andreae zal hebben vernomen. Hij zal zich evenwel bij diens besluit moeten neerleggen en in de noodzakelijkheid komen om in eene volgende vergadering een ander lid van de commissie voor de reclames te benoemen. V. Rapporten. De heer Menalda rapporteert dat de commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening en verantwoording van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voorstelt de rekening en verantwoording goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 433.97. De Voorzitter stelt voor de rekening en het rapport in eene volgende vergadering te behandelen, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. VI. De Voorzitter stelt voor thans aan te brengen en in behandeling te nemen een spoedeischend voorstel tot benoeming van twee tijdelijke leeraressen aan de middelbare school voor meisjes. Spreker geeft het woord aan den heer Schoonder- mark ter toelichting. De heer Schoondermark (wethouder) doet opmerken, dat er op het oogenblik drie leeraressen zijn die geen les geven. Twee zijn ziek en een heeft ontslag genomen, tengevolge waarvan 38 lesuren door andere leerkrachten moeten worden waargenomen. Dat is een toestand, die niet lang kan en mag duren. In de vorige vergadering is de salarisregeling vastgesteld, in welke regeling de tijdelijke leeraressen zijn opge nomen, wat vroeger niet het geval was. Burgemeester en Wethouders konden nog niet met een aanbeveling- bij den Raad komen, omdat zij nog geen bericht hadden van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs. Dat bericht is heden morgen ingekomen en nu willen Burgemeester en Wethouders den Raad verzoeken, direct tot de benoeming over te gaan. Het betreft de benoeming van twee tijdelijke lee raressen en voor elke vacature is sleehts één sollici tante. In de vacature wegens ontslag wordt ook voorgesteld tijdelijk te voorzien voor 1 jaar omdat de sollicitante nog niet in het bezit is van de acte aardrijkskunde Middelbaar Onderwijs. Zij heeft de hoofdacte en is bevoegd, studeert voor de acte Middelbaar Onderwijs en staat bij hare professoren gunstig aangeschreven. Burgemeester en Wethouders evenwel hebben liever een leerares met volle be voegdheid. Wat de vacature tengevolge van ziekte betreft, deze is geheel tijdelijk. Burgemeester en Wethouders nu hebben destijds duidelijk uiteengezet, dat er bij het Middelbaar Onderwijs geen sprake is van tijdelijke leerkrachten. Dit moet op deze wijze worden opge vat, dat elke benoeming moet geschieden door den Raad en niet door Burgemeester en Wethouders. Er was bij gelegenheid van de behandeling dezer kwestie eenige oppositie van den heer Baart do la Faille, die zei dat zulks niet noodzakelijk was. Burgemeester en Wethouders echter meenden dat, waar in de wet niet gesproken wordt van tijdelijke leeraressen, de benoe ming moest geschieden als die der definitief te benoemen titularissen. Spreker zou nu den Raad willen verzoeken, om Burgemeester en Wethouders te machtigen, het begrip „tijdelijke" leeraressen niet toe te passen ingeval van ziekte. Iemand toch, die benoemd wordt voor een zieke leerares, vertrekt weer als die patient beter is. Burgemeester en Wethouders zagen zich dan ook gaarne gemachtigd in dergelijke gevallen een plaats vervangster te benoemen, na den inspecteur gehoord te hebben. Wordt besloten dit punt direct te behandelen. De heer J. Koopmans merkt op dat, wanneer men veronderstellen mag dat de Raad het voorstel om de gevraagde machtiging te verleenen aanneemt, men thans slechts de eene der vacatures door den Raad kan doen vervullen. De heer Schoondermark (wethouder) antwoordt dat deze opmerking zeer juist is. Wanneer eerst wordt besloten Burgemeester en Wethouders te machtigen ingeval van ziekte eene plaatsvervangster te benoemen, blijft er voor den Raad slechts één leerares te be noemen over. Met algemeene stemmen wordt besloten Burge meester en Wethouders de gevraagde machtiging te verleenen. Wordt overgegaan tot benoemins leerares. van één tijdelijke Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. A. G. Kreuiter te Haarlem. VII. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Regeling van de rangorde van zitting der leden van den Raad. Deze wordt bij loting vastgesteld als volgt C. L. B. J. Feitz. S. Tulp. A. E. J. Bertling. D. Lautenbach. H. Beucker Andreae. mr. A. Burger. H. Tiemersma. J. Boosman. P. A. Wilhelmij. A. Vonck. mr. C. Beekhuis. Gr. W. Koopmans. J. H. Berghuis. S. J. van Messel. P. Hiemstra. W. Fransen, mr. J. W. Tijsma. J. Koopmans. B. Hartelust. L. Zandstra, N. T. Haverschmidt. nmissie, belast geweest met het No. 1 de heer No. 2 11 Ne. 3 11 11 No. 4 11 v) No. 5 11 No. 6 W 11 No. 7 11 11 No. 8 11 11 No. 9 11 11 No. 10 11 11 No. 11 11 11 No. 12 11 11 No. 13 11 11 No. 14 11 11 No. 15 11 11 No. 16 11 11 No. 17 11 No. 18 11 11 No. 19 11 11 No. 20 11 No. 21 11 11 No. 22 ii n 2. Rapport der cor dienst 1913. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der voorgestelde wijziging, wordt met alge meene stemmen aangenomen. 3. Rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek van eene af- en overschrijving op de begrooting van het Nieuwe Stads- Weeshuis, dienst 1912. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der voorgestelde af- en overschrijving, wordt met algemeene stemmen aangenomen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1913. 31 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan Mozes Dwinger Mz., handelende onder de firma Marcus Dwinger, alhier, en zijne rechtverkrijgenden vergunning te verleenen tot, het maken en tot wederopzeggens toe hebben van tivee lichtramen in den Zuidelijken gevel van zijn perceel Amelandstraat no. 14. Dit voorstel luidt als volgt Mozes Dwinger Mz., handelende onder de firma Marcus Dwinger, alhier, vraagt bij nevensgaand adres vergunning tot het maken en hebben van twee licht ramen in den zuidelijken gevel van het hem behooreDd perceel Amelandstraat No. 24, welke uitzicht geven op het open terrein, gelegen aan de Kromme Elleboog steeg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie B no. 2853, teneinde op de bovenverdieping van dat perceel, die als lompensorteeringswerkplaats zal worden gebruikt, ventilatie en toetreding van licht en lucht te hebben. Dit adres stelden wij om advies in handen van den gemeentelijken Inspecteur voor het woningtoezicht en den Directeur der gemeentewerken, die bij hun hierbij overgelegd advies de inwilliging van het verzoek onder enkele voorwaarden aanraden. Ook naar onze meening kan een gunstige beschikking genomen wor den, daar hierdoor geen enkel gemeentebelang zal worden geschaad. Voor de ter bede te verleenen ver gunning wenschen wij echter eene recognitie van ƒ0.25 's jaars voor elk raam te doen betalen als erkenning van den eigendom der gemeente op den grond, waarop uitzicht wordt verlangd. Wij hebben de eer U alzoo voor te stellen te be sluiten aan Mozes Dwinger Mz., handelende onder de firma Marcus Dwinger, alhier, en zijne rechtverkrijgenden ver gunning te verleenen tot het maken en tot wederopzeg gens hebben van twee lichtramen van doorschijnend glas in den zuidelijken gevel van het hem behoorend perceel Amelandstraat no. 24, kadastraal bekend ge meente Leeuwarden sectie B no. 253, welke uitzicht geven op het der gemeente Leeuwarden toebehoorend open terrein, gelegen aan de Kromme Elleboogsteeg, kadastraal bekend in dezelfde sectie no. 2853, ten einde op de bovenverdieping van genoemd perceel, die als lompensorteeringswerkplaats zalgebruiktworden, ventilatie en toetreding van licht en lucht te hebben, onder de volgende voorwaarden 1. De onderkant van de ramen blijft ten minste 3 M. boven den beganen grond. 2. Alleen de bovenste helft van de ramen mag geopend kunnen worden door middel van naar binnen openvallende gedeelten met tochtwangen. 3. Als erkenning van den eigendom der gemeente van den grond, waarop uitzicht wordt verkregen, wordt jaarlijks vóór of op den lsten April, voor het eerst in 1913, ten kantore van den ontvanger dezer gemeente betaald eene recognitie van vijf en twintig cent 0.25) voor elk raam. Bij niet tijdige betaling wordt de vergunning geacht te zijn vervallen, zonder dat vooraf in gebreke stelling behoeft plaats te hebben. 4. Bij opzeggen of vervallen van de vergunning worden de ramen binnen drie maanden na dag- teekening van de opzegging of na den lsten April weggenomen of alles in zoodanigen staat gebracht, dat geen uitzicht noch toetreding van licht en (of) lucht kan worden verkregen, tenzij overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 5. Wanneer aan de onder 4 gestelde voorwaarden niet binnen den daar genoemden termijn is voldaan, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd, ten koste van hem, aan wien deze vergunning is verleend, over gegaan of overgedragen, in hetgeen is nagelaten te voorzien. 6. Binnen een maand na dagteekening van dit besluit worden deze vergunning en de daarbij gestelde voorwaarden aangenomen bij een op zegel gestelde, aan den Raad te zenden, verklaring door hem, wien deze vergunning is verleend, die evenals zijne recht verkrijgenden, tevens verplicht zal zijn deze voor waarden bij overgang of overdracht van het hem behoorend perceel in de betrekkelijke akte te doen opnemen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Beekhuis doet opmerken dat onder b der voorwaarden staat „Binnen een maand na dagteekening van dit besluit „worden deze vergunning en de daarbij gestelde „voorwaarden aangenomen bij een op zegel gestelde, „aan den Raad te zenden, verklaring door hem, wien „deze vergunning is verleend, die evenals zijne recht- „verkrijgenden, tevens verplicht zal zijn deze voor gaarden bij overgang of overdracht van het hem „behoorend perceel in de betrekkelijke akte te doen „opnemen". Spreker meent dat de redactie, hoewel ze met zeer veel zorg is gekozen, niet geheel juist is, daar men er niet mee bereikt wat men wil, dat ieder eigenaar aan deze bepaling heeft te voldoen. Spreker is van oordeel dat de uitdrukking „zijne rechtverkrijgenden" overbodig is. Wanneer een eventueel opvolger toch deze voorwaarde niet nakomt, wordt de vergunning eenvoudig ingetrokken. De Voorzitter is dit wel met den heer Beekhuis eens, maar hij meent dat er ook geen bezwaar bestaat de redactie te laten zooals die is. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan D. A. O. Draper, alhier, met ingang van 12 Mei e.k. ondershands van maand tot maand te verhuren het huis Gouverneursplein no. 42, kadastraal bekend sectie A no. 650. Dit voorstel luidt als volgt In de raadsvergadering van 25 Juni 1912 (Hande lingen, bladzijden 121 en 122) kwam een voorstel van Burgemeester en Wethouders, om het huis Gouver neursplein no. 42 voor vijftien achtereenvolgende jaren te verhuren, te vervallen door de aanneming van het voorstel-Feddema-Berghuis, strekkende om dat huis niet anders dan voor korten termijn te ver huren. Thans heeft zich een gegadigde, D. A. G. Draper alhier, aangemeld, die tegen die voorwaarden geen bezwaar heeft. Hij voegde aan zijn daartoe strekkend verzoek de mededeeling toe, erop te rekenen, dat een der te stellen voorwaarden zou zijn, dat de kosten, verbonden aan het bewoonbaar maken en het onder houden van het huis, ten laste van den huurder komen. Bij voorbaat verklaarde hij zich hiertoe be reid, maar verzocht bij het bepalen van den huur prijs daarmede rekening te houden, evenals met de omstandigheid, dat hij tegeneen opzeggingstermijn van vier weken door beide partijen geen bezwaar heeft. De Directeur der gemeentewerken, over dit verzoek door ons gehoord, gaf in overweging de inwilliging

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1913 | | pagina 2