34 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1913. Op voorstel van ons college werd besloten dit amen dement in onze handen om prae-advios te stellen, omdat, gelijk bij de discussies bleek, er plannen werden beraamd om dezen functionaris ook het schoonhouden van het gebouw, over welks hooge kosten bij de tegenwoordige regeling geklaagd was, op te dragen en in verband daarmede een salarisregeling te ontwerpen. De uitslag van die overwegingen is goweest, dat wij, nu nader vernomen is dat de concierge inderdaad geregeld enkele kleinere werkzaamheden verricht, die anders dooreen amanuensis worden gedaan, voornemens zijn hem bij instructie die werkzaamheden op te dragen tegen een belooning van 100.'s jaars. Intusschen bleek thans ook, dat, inzooverre in tegenstelling met wat aanvankelijk werd gemeend, de tegenwoordige titularis, mits tegen een behoorlijke vergoeding, genegen zou zijn krachtens de instructie het schoonmaken en het schoonhouden van het gymnasiumgebouw op zich te nemen. De belooning is in overleg met hem be paald op '200.'s jaars. Hieruit zal hij dan alle kosten hebben te betalen. Aan deze regeling meenen wij de voorkeur te moeten geven boven die, door de heeren Haverschmidt en Hartelust bij hun amendement beoogd. Wat nu de jaarwedderegeling van den concierge der school van middelbaar onderwijs voor meisjes aangaat, de beslissing daarover werd in de raads vergadering van '26 Februari 1.1. aangehouden in verband met een van dien titularis ingekomen ver zoek, om toekenning van twee driejaarlijksche ver hoogingen van 75.elk. Gelijk reeds in ons voorstel tot herziening van de jaarwedderegeling voor de leeraressen aan die school (bijlage no. 8) werd medegedeeld, achten wij de be zoldiging van den concierge voldoende en verhooging geenszins noodzakelijk. Ook nadere overweging heeft ons niet tot een ander inzicht gebracht, integendeel heeft het dit versterkt. Bij vergelijking tusschen de belooningen van de titularissen, van wie in deze sprake is, blijkt ook, dat de concierge van de meisjes school geen voldoenden grond heeft om met recht op verhooging van bezoldiging te kunnen aandringen. De totale belooning bedraagt aan het gymnasium, zoo de nieuwe regeling wordt aanvaard Jaarwedde500. Vergoeding voor vrije woning 150.— Belooning als amanuensis 100. Vergoeding voor schoonmaken 200. ƒ950.— aan de middelbare meisjesschool Jaarwedde450. Vrije woning geschat op 150. Vrij vuur en licht geschat op 50. Vergoeding voor schoonmaken 330. ƒ980.-, zoodat de laatste nog 30 meer ontvangt dan de eerste, hoewel het aantal lokalen en ook de werk zaamheden geheel gelijk zijn. Voor toekenning van de gevraagde periodieke ver hoogingen bestaan naar onze meening alzoo geen termen. Onder aanbieding van de ter zake betrekkelijke stukken, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten 1. in verband met de nader aan den concierge van het gymnasium op te dragen werkzaamheden van amanuensis goed te keuren dat hem daarvoor een jaarlijksche belooning van 100.zal worden toe gekend 2. het voorstel der heeren Haverschmidt en Hartelust te verwerpen 3. het verzoek van L. Pel, om hem als concierge van de school van middelbaar onderwijs voor meisjes twee driejaarlijksche verhoogingen van 75.elk toe te kennen, af te wijzen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Haverschmidt brengt in herinnering, dat Curatoren bij de regeling der jaarwedden voor het gymnasium een verhooging hadden toegedacht aan den concierge. Ze veranderden den titel in concierge-amanuensis om Burgemeester en Wethouders een wenk te geven dat de werkzaamheden als amanuensis ook dienden te worden beloond. Burgemeester en Wethouders zijn daar niet op ingegaan. Ze hebben den titel afgeknot en de jaarwedde ge laten zooals die was. Dit was een der redenen, waarom spreker met den heer Hartelust op 10 December een amendement heeft ingediend. Thans komen Burgemeester en Wethouders aan dit bezwaar tegemoet en al is het niet in die mate als de voorstellers wenschten, zoo bestaat er toch eigen lijk geen aanleiding om het amendement te hand haven, zoodat spreker en de heer Hartelust dit intrekken. De Voorzitter deelt mede dat de heeren Haverschmidt en Hartelust hun amendement hebben ingetrokken. Het maakt derhalve geen onderwerp van beraad slaging meer uit. De heer Zandstra staat er niet zoo onder als de heeren Haverschmidt en Hartelust. Over den concierge van het gymnasium zal spreker zich niet uitlaten, maar hij wenscht iets te zeggen over het prae-advies op het adres van den concierge der Middelbare School voor Meisjes. Toen spreker dit prae-advies in handen kreeg was hij onthutst dat Burgemeester en Wethouders het verzoek van den concierge zoo brusk afwijzen. Spreker zal zich kalm houden en Burgemeester en Wethouders daarover niet hard vallen, maar hij wil de opmerking maken, dat voor vele raadsleden de nieuwe cijfers eene verrassing zullen zijn geweest. In de vorige raadszitting toch is de Raad zoo ver trouwd geworden met het cijfer 600.dat het nu genoemde bedrag van 980.een vreemden indruk zal hebben gemaakt. Een vooruitgang van 380.in veertien dagen tijds is toch geen kleinigheid. Zoo iets overkomt niet ieder, en vooral niet iemand die in dienst is van de gemeente Leeuwarden. Deze nieuwe cijfers even wel wettigen de vraag of Burgemeester en Wethouders de zaak wel met den noodigen ernst hebben behandeld. De aanstelling van den concierge toch vermeldt 450.salaris 150.voor vrije woning, vuur en licht. Thans vernemen wij dat dit laatste bedrag in 14 dagen met 50.is gestegen, zonder dat de betrokkene zal kunnen zeggen wat daarvan de oorzaak is. De woninghuren toch zijn in de laatste dagen niet zoo onrustbarend vooruitgegaan en het genot van vrije woning is daardoor dus niet meer waard geworden. Bovendien vernemen wij, dat de 330.— voor het schoonmaken als inkomsten moet worden gerekend. In dit opzicht spreken Burgemeester en Wethouders zich zelf tegen als zij van den concierge van het gymnasium het volgende zeggen „de belooning (voor het schoonmaken) is in overleg „met hem bepaald op 200.'s jaars. Hieruit zal „hij dan alle kosten hebben te betalen". Uit die laatste toevoeging blijkt voldoende, dat de toelage allerminst geheel tot het loon kan worden gerekend. De werkelijkheid is dan ook dat nagenoeg het geheele bedrag van 330.wordt uitgegeven Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1913. 35 aan loon voor werksters in de Meisjesschool, soms 5 in getal, en verder aan het benoodigde materiaal. Wat hier den Raad is voorgelegd kan dan ook niet veel meer heeten dan een goochelen met cijfers op den naam van ernstige voorlichting kan het geen aanspraak maken. Burgemeester en Wethouders tooveren maar wat denkbeeldige guldens op papier en meenen dat het zaakje gered is. Dit alles echter maakt op spreker en zijne partijgenooten niet den minsten indruk. Zij zijn dan ook geenszins van zienswijze veranderd. Een geluk mag het heeten, zegt spreker, dat deze nieuwe cijfers niet in de vorige zitting werden ge geven. Het vertrouwen van den Raad in Burgemeester en Wethouders had er toe kunnen leiden, dat de zaak zeer ten nadeele der betrokken personen was afgedaan. Op grond van het voorgaande zijn spreker en zijne partijgenooten dan ook van oordeel, dat zij hun voorstel in de vorige vergadering gedaan moeten hand haven, dat, zooals bekend is, het salaris van den con cierge aan de Middelbare Meisjesschool worde bepaald op 600.vrije woning, vuur en licht. Hem kunnen drie 3 jaarlijksche verhoogingen van ƒ100. worden toegekend. Zij bevelen dit voorstel dan ook ernstig bij den Raad aan. Den heer Burger spijt het, dat hij zich in zeker opzicht bij den heer Zandstra moet aansluiten. De toelichting en de becijfering is toch zonderling en uit de lucht gegrepen. Spreker zal over den con cierge van de meisjesschool niet uitweiden, maar wil eene enkele opmerking maken over het voorstel voor zoover het denzelfden titularis van het gymnasium betreft. In de 2e alinea van het voorstel staat „de uitslag van die overwegingen is geweest, dat „wij, nu nader vernomen is dat de concierge inderdaad „geregeld enkele kleinere werkzaamheden verricht, „die anders door een amanuensis worden gedaan" enz. Er is sprake van geregeld enkele kleine werkzaam heden verrichten. Spreker vraagtwie doet de andere werkzaamheden? De concierge. Deze verricht alle werkzaamheden, die overal elders door een amanuensis worden gedaan. Hij houdt de instrumenten twee lokalen zitten propvol geregeld schoon en onderhoudt die ook. Er zal dit is aan Burgemeester en Wethouders bekend uitbreiding moeten komen van de berg ruimte voor die instrumenten, te meer daar er alle jaren voor 2 a 300.bijkomt. De concierge nu moet den leeraar in natuur- en scheikunde helpen bij het nemen van proeven niet alleen, maar ook bij het prepareeren voor de lessen, het klaar zetten der instrumenten enz. Hij verricht dus alle werkzaamheden die een ama nuensis gewoonlijk doet en de voorstelling van Bur gemeester en Wethouders, dat de man geregeld enkele kleine werkzaamheden doet, is dan ook zonderling verdraaid. Dat de titularis aan de Middelbare Meisjesschool amanuensis-werk verricht, ligt reeds opgesloten in zijne aanstelling. Hij heet toch concierge-amanuensis. Spreker geeft toe dat aan beide scholen het ama nuensisschap niet zoo omvangrijk is als aan een R. H. B. S. met 5 jarigen cursus omdat aan deze scholen niet zooveel onderwijs wordt gegeven in natuur- en scheikunde, maar dat neemt niet weg, de betrokkenen zijn èn concierge èn amanuensis. Daarom hebben Curatoren, in overleg met den Inspecteur, voorgesteld tot eene betere bezoldiging over te gaan. De Inspecteur toch heeft curatoren verzekerd dat er aan verschillende gymnasia twee personen zijn verbonden voor het werk dat hier door één wordt verricht. Er zijn evenwel meer zonderlingheden. In dezelfde alinea staat ,,dat de tegenwoordige titularis, mits tegen een „behoorlijke vergoeding, genegen zou zijn krachtens „de instructie het schoonmaken van het gymnasium- „gebouw op zich te nemen." Als men dus den concierge wil opleggen het gym nasiumgebouw schoon te maken en te houden, moet men hem daarvoor een behoorlijke vergoeding geven. Spreker leest nu de alinea verder en ziet dan staan „die belooning is in overleg met hem bepaald op 200.'s jaars". Spreker nu had reeds te voren van den concierge een opgaaf, waaruit blijkt dat deze met ƒ200.niet toe kan. Hij heeft hem daarom gevraagd of hij de som van 2Ó0.had goedgekeurd en op die vraag een ontkennend antwoord gekregen. Toen heeft spreker hem gevraagd of er overleg met hem was gepleegd en daarop heeft de concierge bevestigend geantwoord. Hij voegde er echter bij dat hij eene berekening had gemaakt dat het schoonhouden en schoonmaken op den voet van de tegenwoordige instructie voor de werksters 320.zou moeten kosten, terwijl de kosten ƒ230.zouden bedragen als hij het op zijn manier met hulp van zijn dienst bode, die daarvoor dan een extra belooning moet hebben, doet. Spreker meent dat het een zonderlinge manier van Burgemeester en Wethouders is om de zaken voor te stellen. Er is wel overleg gepleegd, maar overeenstemming bestaat er niet. Spreker vraagt of het, wanneer het voorstel wordt aangenomen, vaststaat dat aan den concierge niet zal worden opge dragen het schoonmaken en schoonhouden van het gymnasiumgebouw, tenzij tegen eene vergoeding die de kosten ervan ten minste dekt. Wanneer spreker die toezegging krijgt dan zijn zijne bezwaren daar tegen vervallen. Spreker zegt verder dat de concierge kwestie inder tijd ter sprake is gekomen toen de verordening op de tractementen der leeraren werd besproken. Ook bij de meisjesschool was de concierge in de verorde ning betreffende de salarieering der leeraressen opge nomen, maar Burgemeester en Wethouders deelden mee dat de titularis hier wel uit de verordening kon wegvallen. Bij de verordening betreffende het gymnasium kan dit niet, omdat het Rijk de helft der kosten betaalt. Spreker vraagt nu of Burgemeester en Wethouders van de verhooging van 100.als amanuensis ook zullen trachten van het Rijk de helft terug te krijgen. Dit zal hun zeer gemakkelijk vallen, maar moet het dan niet in de verordening worden opgenomen Spreker wil den Raad in overweging geven zich voorloopig uit te spreken over de verhooging met 100.ten einde een nader voorstel af te wachten om deze zaak bij verordening te regelen. Spreker zou het staatje onder aan het voorstel vervalscht willen noemen, daar het bedrag dat voor schoonmaken wordt gerekend als belooning wordt meegeteld. Bij het gymnasium moet de concierge op die som nog toeleggen. De vergelijkingen van de beide inrichtingen wat betreft de schoonmaakkosten zijn bitter weinig waard. Wanneer toch de concierge van het gymnasium met 200.rond kan komen, kan zijn collega van de meisjesschool dat ook, daar de werkzaamheden der beide inrichtingen zoowat gelijk zijn. Spreker stelt beide volkomen gelijk en bij de bepaling van het loon moeten de schoonmaakkosten buiten rekening worden gelaten, daar men anders op een onzuiver terrein komt. Voor het gymnasium nu hebben cura toren de voorlichting gehad van den Inspecteur, die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1913 | | pagina 4