Vergadering yan Dinsdag 25 Maart 1913.
b. dat dd. 11 Maart 1913 tot wijziging der
gemeentebegrooting, dienst 1913
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1913. 49
Tegenwoordig eerst 19, later 20 leden, te weten
de heerenG. W. Koopmans, Boosman, Zandstra,
Tiemersma, Fransen, Feitz, Lautenbach, Hiemstra,
Tijsma, Wilhelmij, Burger, Hartelust, Beekhuis, Haver-
schmidt, Oosterhoff, Bertling, Menalda, Schoondermark
en Komter. Later de heer Vonck.
Afwezig met kennisgeving de heerenBeucker
Andreae, Tulp, Berghuis, van Messel en J. Koopmans.
Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burgemeester.
I. De notulen der op Dinsdag 11 Maart 1.1. gehou
den vergadering worden vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd:
a. het raadsbesluit dd. 11 Maart 1913 (geheime
vergadering) tot aankoop van de perceelen Noordvliet
nos. 189, 191, 193 en 195, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie G nos. 4899 en 4901 als huizen
en erven samen groot 4 are 10 cA. De perceelen zijn
den 18 Maart in openbare veiling gekocht voor de
som van 5321.(waaronder 30.overname)
2. dankbetuiging van den Bond van Chr. Ned.
Gemeentewerklieden voor de op 11 Maart 1.1. genomen
beslissing inzake de loonen der gemeentewerklieden.
De mededeelingen 12 worden voor kennisgeving
aangenomen
3. verslag van den toestand van het Middelbaar
onderwijs alhier over 1912.
Wordt gedurende eenigen tijd voor de leden ter
visie gelegd
4. schrijven van de Commissie van bestuur over
het Stadsziekenhuis alhier, houdende verzoek om
machtiging tot af- en overschrijving op de begrooting
dier instelling, dienst 1912.
Wordt in handen gesteld van do heeren Beucker An
dreae, Tijsma en Bertling om onderzoek en rapport
5. Alsvoren van de voogden der Stads-armenkamer
met gelijk verzoek.
Wordt in handen gesteld van de heeren Feitz, J.
Koopmans en Tijsma om onderzoek en rapport
6. adres van het bestuur van den R.K.Bond van
Handels- en Kantoorbedienden te Amsterdam, om
maatregelen te nemen ter beperking van het werken
op Zondag, meer in het bijzonder door eene verorde
ning vast te stellen, waarbij de winkelsluiting op
Zondag wordt geregeld.
Wordt bij de stukken gevoegd betreffende de ver
ordening op de winkelsluiting
7. adres van Th. Steenstra en R. W. Seinstra,
kaashandelaren, wonende onderscheidenlijk te Jelsum
en te Leeuwarden, houdende verzoek met het oog op
de ruimte in de Waag niet over te gaan tot het
maken van een afrekenlokaal in dat gebouw.
Wordt voorgesteld dit adres te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders, teneinde daarmede
zoo noodig rekening te houden bij de verdere voor
bereiding der ter zake aanhangige plannen.
Dienovereenkomstig wordt besloten
8. adres van het bestuur der vereeniging ter be
strijding van het alcoholisme: „Propagandaclub Kar
dinaal Manning" te Leeuwarden, waarbij onder over
legging van hare statuten en den catalogus van hare
bibliotheek, wordt verzocht haar voor het jaar 1913
een subsidie uit de gemeentekas toe te kennen.
Aangezien volgens art. 2 der statuten de actie der
vereeniging zich niet uitsluitend bepaalt tot de drank
bestrijding, wordt voorgesteld het verzoek af te wijzen.
Dienovereenkomstig wordt besloten
9. adres van J. H. Bos e. a., houdende verzoek
om wijziging van het raadsbesluit van 25 Juni 1912,
no. 247r/121, waarbij hun vergunning tot straataanleg
werd verleend op een terrein aan den weg Achter de
Hoven ten zuiden van den spoorweg naar Groningen.
Wordt voorgesteld dit stuk in handen te stellen van
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies.
De heer Fransen vermoedde, dat Burgemeester en
Wethouders zouden voorstellen dit adres in hunne
handen te stellen ten fine van prae-advies. Spreker
evenwel acht het wenschelijk het dezen middag te
behandelen. De zaak is urgent. Enkele bewoners
toch zijn reeds beboet en met 1 April zullen er weer
andere woningen worden betrokken, zoodat ook de
bewoners daarvan weer zullen worden beboet. Het
betreft nu een zaak van zeer kleinen omvang, zoodat
de Raad wel dadelijk een beslissing kan nemen.
De Voorzitter acht spoedige afdoening dezer zaak
ook buitengewoon wenschelijk. Hij heeft echter hoop
haar zoo te kunnen sturen, dat het adres zal kunnen
vervallen. Echter wil spreker den Raad in overweging-
geven niet zoo rauwelings een raadsbesluit ten op
zichte van een stratenplan te wijzigen. Het adres is
pas Zaterdag ingekomen en de Raad moet den toestand
precies kennen om een oordeel te kunnen vellen.
Het verloop dezer zaak is als volgtDe grootste
schuld ligt bij adressanten zelf. Met den heer Stoett
heeft spreker deze kwestie besproken en hij heeft
gezegd dat zijn indruk was, dat de sloot gedempt
moet worden. Evenwel heeft spreker den heer Stoett
aangeboden de kwestie bij Burgemeester en Wethouders
te brengen. De heer Stoett heeft toen gezegd zich
bij sprekers interpretatie te zullen neerleggen.
Nu hoort spreker bij zijn terugkomst echter dat
bij de heeren Bos c. s. wel bezwaren bestaan en dat
de adressanten niet kunnen voldoen aan de voorwaarden
van het raadsbesluit. Spreker wil er zooveel mogelijk
spoed achter zetten en is van meening dat de zaak
feitelijk bij Burgemeester en Wethouders behoort,
maar ontraadt den Raad ernstig, om zoo rauwelings
terug te komen op een raadsbesluit, te meer waar het
nog al een ingewikkelde zaak geldt.
De heer Fransen herhaalt dat de zaak bijzonder
ernstig is. Er zijn al eenige huizen bewoond en op
1 April worden er andere betrokken. Hot wordt dan
een eigenaardige toestand. Laat nu de Raad niet
voldoende met deze zaak op de hoogte zijn, hij heeft
in deze zitting ook wel andere zaken te behandelen
ten opzichte waarvan dit ook hot geval is. En daarover
moet hij toch ook oordeelen. Ter wille van adressanten
en in het belang der ingezetenen wil spreker deze
zaak hedenmiddag afdoen.
De heer Tijsma vraagt of het niet mogelijk is de
straten over te nemen behoudens dat stukje.
De Voorzitter wil deze zaak wel onder de oogen
zien. De verordening kent echter alleen het over
nemen van straten, en dat gaat straat voor straat.
Door te doen als de heer Tijsma wil, wordt een
gevaarlijk precedent geschapen en bovendien is het
de schuld van de heeren zelf, dat de zaak zoo is
geloopen. Spreker herhaalt gezegd te hebben haal
bij Burgemeester en Wethouders te zullen brengen,
maar dat de heer Stoett zich bij sprekers interpretatie
heeft neergelegd. Burgemeester en Wethouders passen
eenvoudig de verordening toe waarin staat, dat een