Vergadering van Dinsdag li April 1916. 76 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1916. meent te weten, van Burgemeester en Wethouders. De ingezetenen zelf moeten, met de bouwonderne mers, hiervoor zorgen. Het gemeentebestuur heeft zijn plicht gedaan met te zorgen dat er gelegenheid is tot bouwen, zooals is geschied door den aanleg van liet stratenplan aan de Spoorstraat, aan den Oostersingel, rioleering van den Stienserweg, enz. Alleen de bouw van arbeiderswoningen kan on der omstandigheden overheidstaak worden. In de laatste jaren heeft spreker die zaak meer dan eens overdacht en besproken. Een sneller tempo van aanbouw vond echter geen instemming bij hen met wie spreker de zaak besprak, met name den voor zitter der Woningvereeniging. Het is mogelijk dat men toen ongelijk gehad heeft. Maar dat de om standigheden waarvoor we nu staan, niet zijn voor zien, kan niemand worden kwalijk genomen. I)e bouwnijverheid is door den oorlog plotseling tot stilstand gekomen en het bouwen is zeer duur, ten gevolge van de hooge prijzen en de verhoogde loo- nen. Daarbij is de bevolking op een geheel onver wachte wijze toegenomen. Van 1090'95 bedroeg de aanwas jaarlijks ge middeld 173. Van 18951914, 384. In 1914 was dit getal 764 en in 1015, 1146. Het aantal overledenen en geboorten is ongeveer gelijk gebleven. Het overschot der vestiging is ech ter veel grooter geworden. Had de gemeente ten koste van groote opofferin gen in dezen tijd gebouwd, dan zou naar sprekers meening de toestand niet beter zijn geweest. Er zijn velen naar Leeuwarden gekomen, die hier niet thuis liöoren: een 100-tal Belgische gezinnen, en vele uit Duitschland uitgewekenen, die hier vóór hun ver trek naar Duitschland niet woonden. Waren meer woningen beschikbaar geweest, dan was de trek waarschijnlijk nog grooter geweest. En die bewo ners zijn voor de gemeente zoo begeerlijk niet. Het was spreker niet onaangenaam dat hij eenige per sonen, als hier bedoeld, kon wijzen op de noodza kelijkheid om Leeuwarden te verlaten. Het standpunt van Burgemeester en Wethou ders is: krachtig doorgaan met denhouw van arbei derswoningen, en wat de Mei-maand betreft, voor- loopig afwachten. Veel zal zich nog wel schikken. Is het onvermijdelijk, dan moet er voor tijdelijke woongelegenheid worden gezorgd. Maar dit alleen in den alloruitersten nood!. Deskundigen in zake volkshuisvesting hebben spreker hiertegen gewaar schuwd uit een oogpunt van hygiëne en zedelijk heid. Spreker heeft inlichtingen gevraagd bij drie ge meentebesturen, van wie hem bekend was dat zij dergelijke maatregelen hadden genomen en heeft de volgende antwoorden gekregen „wel bestaat hier sedert geruimen tijd een gebouw, waarin, geheel afgescheiden van eene al dan niet plaats gevonden onbewoonbaarverklaring, perso nen worden opgenomen, die geen tehuis hebben. De ervaring met deze inrichting opgedaan, is niet gunstig; in plaats van tijdelijk tegemoet te komen aan eenen noodtoestand, wordt de inrichting in wer kelijkheid door hen, die er eenmaal zijn ingekomen, veelal gebruikt als eene doorloopende verblijfplaats." Een ander schrijft: ,,ln mijne gemeente is de ervaring opgedaan, dat de bedoelde vier vertrekken doorloopend in ge bruik zijn en er dus bijna geen gelegenheid is, nieu we bewoners in het gebouw te huisvesten. De men- schen, die eenmaal in het gebouw zijn onderdak ge bracht, doen geen moeite meer eene woning te vin den, hoewel het voorkomt dat zij tot. betaling van huur, wat de inkomsten van het gezin betreft, wel in staat kunnen worden geacht." En eindelijk de derde „Het is echter enkele malen voorgekomen, dat dergelijke mensehen tijdelijk gehuisvest moesten worden in eene inrichting, onder beheer staande van het Burgerlijk Armbestuur, welke inrichting reeds vele jaren voor de invoering der Woningwet bestond. Dit gebouw is hoogst primitief ingericht, ten einde de bewoners ervan als het ware te drin gen om zoo spoedig mogelijk om te zien naar eene betere woning." Het blijkt dus dat die mensehen in die verblijf plaatsen, waar de huisvesting geschiedt op eene onhygiënische en verkeerde manier, blijven zitten. Alleen in den uitersten nood moet daartoe dan ook worden overgegaan. Om een barak te bouwen, dat is slechts een kwestie van een paar weken. In dien tijd zouden de betrokkenen in logementen moeten wor den ondergebracht. De heer Fransen: „in het hotel op bet Schaver- nek". De heer Hiemstra dankt voor het ontvangen ant woord. Hij begrijpt zeer goed dat het een moeilijk vraagstuk is. I it de woorden van den Voorzitter zou spreker echter bijna kunnen opmaken, dat de gemeente van geluk mag spreken dat er woning nood is, om de verkeerde elementen kwijt te raken. Het middel is echter erger dan de kwaal! Er zal iets moeten gebeuren. De inlichtingen, die de Voorzitter heeft ontvan gen slaan naar spreker meent op eene andere ca tegorie van mensehen, slechte betalers misschien, in elk geval de slechtst gesitueerden. Spreker ge looft evenwel dat hier Mei a.s. flinke arbeiders zon der woning zullen raken. Een aantal woningen van 3.— en 4.— huur worden met hypotheek gekocht, ten einde niet kans te hebben dakloos te worden. Het is hier niet de kwestie van de allerarmsten, hoe wel daarvoor ook zal moeten worden gezorgd. Over de verplichting der gemeente ten opzichte van wo ningbouw kan lang worden gepraat, spreker meent dat de overheid wel degelijk de verplichting heeft om te zorgen dat ieder een woning krijgt. Hier moet, meent spreker, vlug en krachtig worden in gegrepen. De verhuurders maken misbruik van den toestand en het is in het algemeen belang dat er in de gemeente eene behoorlijke woningtoestand be staat. Spreker dankt voor het antwoord. De interpellatie wordt hiermee gesloten. Niets meer te behandelen zijnde sluit te Voorzit ter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 April 1916. 77 Tegenwoordig 23 leden, te weten de heeren: Pe- letier, de Vos, Tiemersma, Tulp, Schaaf sma, Cohen, Lautenbach, Fransen, van Wel deren baron Ren- oers, van Sloterdijek, Haverschmidt, Menalda, H. P. de Haan, Beekhuis, /andstra, Binnerts, Vonck, Oosterhoff, P. A. de Haan, Attema, Koopmans, Hiemstra en Schoondermark. Afwezig met kennisgeving de heer Berghuis. Eene vacature. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge meester. I. De notulen der op Dinsdag 26 Maart 1.1. ge houden vergadering worden vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten dezer provincie heb ben a. goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 14 Maart i.l. tot verhuring van de woning Eestraat no. 10 aan H. Walta, tot wijziging der verordening tot rege ling der jaarwedden en der verdere inkomsten van het onderwijzend personeel aan de scholen van openbaar lager onderwijs, en tot wijziging dei- Bouw verordening; b. vastgesteld de gemeenterekening, dienst 1914 de ontvangsten tot een bedrag van J 2.712.324.74r' de uitgaven tot een bedrag van 2.362.037.67 2. dat bij Koninklijk besluit van 21 Maart 1.1. no. 15 is goedgekeurd het besluit tot heffing van schoolgeld aan de middelbare avondhandelsschool, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 September 1915. 3. dat bij Koninklijk besluit van 23 Maart 1.1. no. 36 het maximum van het bij Koninklijk besluit van 13 Februari 1914 no. 31 aan de gemeente ver leende voorschot uit 's Rijks kas ten behoeve van het uit de gemeentekas te verstrekken voorschot aan de „Woningvereeniging Leeuwarden" nader is bepaald op 343.971,42. 4 proces-verbaal van de opneming van de boe ken en kas van den ontvanger der gemeente; 5. verslag der commissie voor het afnemen van liet eind-examen der Burgeravondschool in 1916; 6. kennisgeving van den heer van de Vall dat bij door vertrek van Leeuwarden naar Schoten ophoudt lid te zijn van den Gemeenteraad; 7. berichten vim mevr. G. C. StellingwerfJen- tink en R. Th. Bisschop dat zij de benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim aannemen. De mededeelingen 17 worden voor kennisge ving aangenomen. 8. lijst van de dagen en uren, waarop de open bare uitreiking van getuigschriften aan de gemeen tescholen 1, 511 zal plaats hebben. Tot bijwoning worden uitgenoodigd de heeren Koopmans, Schaafsma en Cohen. 9. alsvoren van de dagen en uren waarop open bare lessen aan de gemeentelijke bewaarscholen zul len worden gehouden. Tot bijwoning worden uitgenoodigd de heeren Beekhuis, Tiemersma en Van Sloterdijek. 10. schrijven van voogden der Stadsarmenka- mer, houdende verzoek om machtiging tot af- en overschrijving op de begrooting dier instelling, dienst 1915. Wordt in handen gesteld van de heeren Menalda, Peletier en Van Sloterdijek om onderzoek en rap port. 11. mededeeling- van Burgemeester en Wethou ders dat onbewoonbaarverklaring van de woning Hellingbuurt no. 252, die ook in het voorstel van 12 Januari 1916 was opgenomen en waaromtrent de beslissing den 0 Februari 1.1. werd aangehouden, na de aangebrachte verbeteringen h.i. niet noodzake lijk is; 12. adressen van de af deeling Leeuwarden van den bond van werklieden in openbare diensten en bedrijven en van den Nederlandschen Federatieven Bond van gemeentewerklieden en den Nederland schen Bond van Christelijke gemeentewerklieden, houdende verzoek om ook de werklieden in vasten dienst der gemeente, voor zoover zij weduwnaar of ongehuwd zijn^ voor den toeslag op het loon in aan merking te doen komen. De mededeelingen 11 en 12 worden voor kennis geving- aangenomen. 13. schrijven van G. van der Veer alhier om hem opnieuw met de bediening van de Poppebrug te be lasten. Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd. 14. rapport, der commissie voor de reclames om trent bezwaarschriften in beroep tegen aanslagen in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1915. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld'. 111. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan J. Werkman, tijdelijk opzichter bij de le af- deeling van den dienst der gemeentewerken, alhier, te verhuren de woning Grachtswal O.Z. no. 121. 2. Alsvoren om met Mei a.s. niet over te gaan tot afbraak van de woningen Nieuweweg hoek Blokhuisplein. 3. Het derde suppletoir kohier van den Hoof delijken Omslag, dienst 1915. De stukken 13 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van een tweetal woningen in de Weer klank van G. M. Sterenberg. 5. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van den 13u suppletoiren staat van openbare tof den ge- meenen dienst van allen bestemde waterstaatswer ken, niet in onderhoud of beheer bij het Rijk, de Provincie of bij waterschappen. De stukken 45 zullen in eene volgende verga dering worden behandeld. 6. Alsvoren tot wijziging* van het reglement op het bestuur der Stads-Armenkamer (Gemeenteblad 1913) no. 41 en 1915 nos. 7 en 23). 7. Alsvoren tot wijziging der verordening op de gemeentelijke bewaarscholen, (gemeenteblad 1912 nos. 2 en 20) en van die, regelende den werkkring der commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen (gemeenteblad 1902 no. 22). De stukken 67 worden gedrukt als bijlage tot het Raadsverslag, bij de leden rondgezonden en te zijner tijd behandeld. 8. Alsvoren tot verhooging van het subsidie aan de commissie voor den cursus tot opleiding van onderwijzeressen bij de bewaarscholen. 9. Alsvoren tot herziening van den pensioens grondslag van mej. A. G. Kreuiter, leerares aan de school voor M. O. voor meisjes alhier. 10. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op het adres van U. Hoekstra alhier om ver gunning tot het maken van een inrit in gemeente grond vóór zijn wagenhuis aan het Jacobijnerkerk- hof ('t Krommejat) en om een stoep te mogen leg gen op gemeentegrond voor de toegangsdeur dei- woning- boven dat wagenhuis. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan de Friesche Tuinbouwvereeniging, alhier, voor den tijd van tien jaren te verhuren het perceel land aan de Huizumerlaan, kadastraal bekend ge meente Huizum sectie B no. -892 en om in verband

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 1