Vergadering van Dinsdag 15 Augustus I9I&.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 Aug. 1916. 191
Tegenwoordig eerst 19, later 2ü leden, te weten
de heeren: Cohen, Binnerts, P. A. de Haan, Tulp,
Fransen, Tiemersma, de Vos, Oosterhoff, Zandstra,
Haverschmidt, Hiemstra, van Weideren baron Ren-
gers, H. P. de Haan, Vonck, Berghuis, van Sloter-
dijck, Attema, Koopmans en Schoondermark.
Later de heer Menalda.
Afwezig 4 leden, waarvan met kennisgeving de
heeren Peletier, Beekhuis en Schaafsma.
Zonder kennisgeving de heer Lautenbach.
Eene vacature.
Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge
meester.
I. De notulen der op Dinsdag 25 Juli 1.1. gehou
den vergadering worden vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. dat Burgemeester en Wethouders, mede na
mens Raad en burgerij aan H. M. de Koningin-
Moeder bij gelegenheid van Hoogstderzelver ge
boortedag op 2 Augustus 1.1. een gelukwensch heb
ben aangeboden en dat daarop een dankbetuiging
namens Hare Majesteit is ingekomen.
2. dat Gedeputeerde Staten hebben:
a. goedgekeurd het raadsbesluit van 11 Juli 1.1.
voor zooveel betreft den verkoop van een gedeelte
sloot ten zuiden van perceel sectie G no. 9815 aan
H. Visser;
b. verdaagd de beslissing op het raadsbesluit
van 11 Juni 1.1. tot aankoop van de perceelen, kada
straal bekend sectie F nos. 1279 en 1280, in het be
lang der volkshuisvesting en tot overdracht van die
perceelen aan de „Woningvereeniging Leeuwar
den".
De mededeelingen 1 en 2 worden voor kennisge
ving aangenomen.
3. schrijven van Voogden der Stads-armenka-
mer, houdende verzoek het maximum der jaarlijk-
sche belooning van de naai- en breivrouw, verbon
den aan het Stads-armhuis, van 400.te brengen
op 450.
Wordt bij de stukken betreffende herziening dei-
salarissen gevoegd.
4. aanbeveling voor de benoeming van een
voogdes van het Nieuwe Stads Weeshuis, vacature
mevrouw M. M. L. Gockinga-Losgert:
1. mevrouw W. J. Menalda-Holleman;
2. A. de Greve-Ledeboer;
3. A. van Weideren Rengers-barones-
se van Harinxma thoe Slooten.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
5. schrijven der commissie, aangewezen tot het
tot stand brengen eener organisatie van de Frie-
sche gemeenten, houdende verzoek om toe te treden
tot de op te richten afdeeling Friesland van de Ver-
eeniging van Nederlandsche gemeenten en een of
meer afgevaardigden aan te wijzen op eene op 27
September te houden vergadering.
Wordt voorgesteld dit schrijven, als ongezegeld,
ter zijde te leggen.
De Voorzitter deelt mede dat Burgemeester en
Wethouders niet zouden voorstellen op dit vorme
lijk bezwaar een verzoek als het onderhavige ter
zijde te leggen, ware het niet dat zij op andere gron
den inwilliging onraadzaam achten. Eenige maan
den geleden werd hun medewerking verzocht om te
komen tot een samensmelting van de vereeniging
van Nederlandsche gemeenten en een dergelijke
vereeniging van kleine gemeenten, en tot de oprich
ting van een afdeeling Friesland van de aldus tot
één samengesmolten vereenigingen. Het eerste had
hun instemming, het tweede niet. Wanneer voor ecu
of andere zaak samenwerking van de Friesche ge
meenten nooddg is als voorbeeld kan dienen de
gemeenschappelijke kolenaankoop dan is die te
verkrijgen door een bijeenkomst van de personen
die met dat onderwerp vertrouwd zijn bij den
kolenaankoop voornamelijk de Directeuren der gas
fabrieken en heeft men daarvoor geen afdee-
lingsbestuur der vereeniging noodig. En wat de
overige in de ontwerp-statuten genoemde punten
aangaat, zooals het verschaffen van inlichtingen,
het verzamelen van verordeningen, het stichten van
een bibliotheek, de ervaringen rlie Burgemeester en
Wethouders met vragen aan liet bestuur der veree
niging van Nederlandsche gemeenten hebben opge
daan, waren tot dusver niet gunstig, maar op den
duur hopen zij dat het bestuur eener Nederlandsche
vereeniging op dit gebied nuttig werk zal kunnen
doen; van een gewestelijke afdeeling hebben zij
echter weinig verwachting. Ons land is niet zoo
groot om voor dergelijke bureaux niet de grootst
mogelijke centralisatie te betrachten. Burgemeester
en Wethouders hebben deze zaak wel onder de
oogen gezien, maar achten haar geen stap in de
goede richting.
Overeenkomstig liet voorstel van Burgemeester
en Wethouders wordt besloten.
(i. adres van S. Visser e.a. om verlenging van
den termijn van ontruiming der onbewoonbaar ver
klaarde woningen Schoppershof nos. 40, 42 en 44.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies.
7. schrijven van de afdeeling Friesland van den
Nederlandsehen Bond van gemeente-ambtenaren
om in de salarisregeling van de ambtenaren ter ge
meente-secretarie het z.g. 3/4 stelsel in te voeren.
Wordt bij de stukken betreffende de herziening
der salarissen gevoegd.
8. door Burgemeester en Wethouders overge
legd, aan hen gericht schrijven van den Burgemees
ter naar aanleiding van de in de raadsvergadering
van den 23 Mei 1.1. gemaakte opmerkingen van het
raadslid Fransen inzake leveranties van hout ten
dienste der gemeentewerken.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Hiemstra zegt, dat hij het niet goed zou
vinden, dat dit schrijven zonder meer voor kennis
geving werd aangenomen. Hij veronderstelt toch,
dat de stukken niet aan de pers worden verstrekt
en er zou dan naar buiten van het onderzoek niets
blijken. Spreker en zijne partijgenooten hebben om
twee redenen met belangstelling naar het rapport
uitgezien. In de eerste plaats omdat zij voorstan
ders zijn van uitbreiding van gemeentebemoeiing
en zij meenen dat het gewenseht is, dat, als er ver
ondersteld wordt dat er ambtenaren zijn, die han
delingen verrichten waardoor die uitbreiding
wordt tegengehouden, dit aan liet daglicht komt.
Het is in het algemeen juist, dat, als iemand be
schuldigd wordt, op hem de plicht rust zich te ont
lasten. En voor den raad, èn voor den beschuldigde,
èn voor de ingezetenen is het evenwel van belang,
dat deze zaak is onderzocht. Spreker heeft de moei
te genomen de stukken in te zien en hij heeft den in
druk gekregen, dat het onderzoek zeer serieus en
omvangrijk heeft plaats gehad. Hij is het volkomen
eens met Burgemeester en Wethouders, dat het
onderzoek bemoeilijkt is door het feit, dat de be
schuldiging pas na drie jaar is uitgesproken. De
heer Fransen ontkent, dat de beschuldiging is ge
richt aan het adres van den directeur der gemeente
werken. In zijn brief spreekt hij eenigszins smalend