Vergadering van Dinsdag 24 October 1916. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 October 1916. 243 Tegenwoordig eerst 22, later 23 leden, te weten de heeren: Cohen, Tiemersma, Terpstra, Tulp, Binnerts, Schaafsma, Hiemstra, de Vos, Dijkstra, Zandstra, H. P. de Haan, Beekhuis, Peletier, Yonck, Haverschmidt, van Sloterdijck, Menalda, Oosterhoff, Fransen, Koopmans, Berghuis en Schoondermark. Later de heer van Weideren baron Rengers. Afwezig zonder kennisgeving de heeren: Atte- ma en P. A. de Haan. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge meester. I. De notulen der op Dinsdag 10 October 1.1. ge houden vergadering worden vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedge keurd de raadsbesluiten d.d. 26 September 1.1. tot koop van gedeelten van erven aan den Dokkumer- trekweg ten behoeve van de verbetering daarvan en d.d. 10 October 1.1. waarbij Burgemeester en Wethouders zijn gemachtigd om wegens wanbeta ling van huurpenningen voor den rechter te eischen de ontbinding van de huurovereenkomst met J. ReekersWed. E. Postma alhier van de bij haar in gebruik zijnde woning in het perceel Groot Schavernek no. 9. 2. schrijven van Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 7 September 1.1., no. 54, 2e afd., hou dende mededeeling dat zij voor een herhaalde be handeling- van de hij hen weer aangebrachte her ziening der grensregeling LeeuwardenLeeuwar- deradeel thans niet het tijdstip achten gekomen, met bereidverklaring echter om s Raads verzoek in verdere behandeling te nemen, zoodra het uit breidingsplan der gemeente aan hen is medege deeld. 3. schrijven d.d. 3 October 1.1., no. 4369 afd. O van den Minister van Binnenlandsche Zaken dat Zijne Excellentie in verband met de bijzondere tijdsomstandigheden geen vrijheid heeft kunnen vinden op de ontwerp-begrooting van zijn departe ment voor het dienstjaar 1917 gelden aan te vragen om de toekenning van nieuwe Rijkssubsidiën ten behoeve van inrichtingen voor vakonderwijs moge lijk te maken, zoodat de aanvrage der gemeente Leeuwarden om subsidie voor de middelbare avondhandelsschool alhier niet voor inwilliging vatbaar is. 4. bericht van A. R. van der Sluis dat hij de benoeming tot lid der commissie van administra tie der Stads Bank van Leening aanneemt. 5. rapport ingevolge de toezegging, gedaan in de raadsvergadering van 23 Mei 1916, omtrent het onderzoek van liet gas der gemeentelijke gas fabriek. De mededeelingen 15 worden voor kennisge- ing aangenomen. 6. rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1916. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 7. adhaesiebetuigingen van de afd. Leeuwarden van den Chr. Fabrieks-, Haven- en Transport- arbeidersbond, van den Algemeenen Nederland- schen Timmerliedenhond en van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mer- curius" met het adres van het Centraal Comité voor Drankbestrijding alhier om de 9-uur-winkel- sluiting ook uit te breiden tot de tapperijen door wijziging van de verordening regelende de politie op de openbare vermakelijkheden en plaatsen van vereeniging (gemeenteblad 1914, nos. 6 en 21). Zal bij de stukken worden gevoegd. 8. adres met memorie van toelichting van de afd. Leeuwarden van den Bond van Nederland- sche Onderwijzers en adres van de afd. Leeuwar den van liet Nederlandsch Onderwijzers Genoot schap, houdende verzoek om de regeling van de onderwijzerssalarissen te herzien. ordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies. 9. adres met memorie van toelichting van de afd. Leeuwarden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers om het op de gemeentebegrooting voor 1916 toegestaan bedrag voor schoolvoeding en -kleeding voor 1917 aanmerkelijk te verhoogen. 19. adres van het Centraal Comité voor drank bestrijding alhier, waarbij wordt verzocht het sub sidie ad 200,voor 1917 te verhoogen. De stukken 9 en 10 zullen hij de begrooting wor den behandeld. 11. adres van den Bond Friesche Stoomvaart- belangen om in te trekken het raadsbesluit van den Li Augustus 1.1. tot wijziging der verordening tot heffing van een belasting onder den naam van kadegel d. Wordt voorgesteld eene afwijzende beschikking te nemen. De heer Tulp had op prae-advies van Burge meester en Wethouders gehoopt. Bij de behande ling van het kadegeld hebben Burgemeester en Wethouders Leeuwarden vergeleken met Rotter dam. Die vergelijking is niet juist. Spreker had het juister gevonden als eene vergelijking was ge maakt met Groningen. Als men nu de door de heide kapiteins gegeven cijfers nagaat, dan is Leeuwarden niet in eene gunstiger conditie. Spre ker had daarom verwacht dat dit voor Burgemees ter en Wethouders eene aanleiding zou zijn ge weest tot het uitbrengen van prae-advies. De Raad zou dan in de gelegenheid worden gesteld nog ivat studie van de zaak te maken. De Voorzitter neemt aan dat de Raad deze zaak heeft bestudeerd, voor zij op 15 Augustus in be handeling kwam. Burgemeester en Wethouders meenen dat er van eene herziening der bedoelde verordening geen sprake kan zijn. Spreker herin nert zich niet de vergelijking met Rotterdam. Hij Avist ook toen wel dat er tusschen die stad en Leeuwarden een groot verschil bestaat. De hoofd zaak echter is A'oor Burgemeester en Wethouders, dat de verordening pas is A'astgesteld en dat het daarom niet aangaat haar nu reeds te herzien. De heer Tulp is het met den Voorzitter eens dat eene verordening, die pas gemaakt is, niet direct moet worden herzien. Bij de behandeling dezer verordening evenwel heeft de Raad de cijfers \7an Groningen niet onder de oogen gehad en De Voorzitter: „daar wordt geen kadegeld ge heven." De heer Tulp vervolgt en wijst erop dat het voor de schipperij veel gunstiger uitkomt om naar Groningen te varen. Dat is natuurlijk schadelijk voor de neringdoenden hier en spreker wil nu niet gaarne noodeloos den handel naar Groningen ver plaatsen. De heer Oosterhoff (wethouder) wijst erop dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 1