344 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 28 December 1916.
specteur voor het. Woningtoezicht alhier zijn deze
woningen ook thans nog niet ontruimd. Daar het
echter met het oog op de nog steeds bestaande wo-
ningschaarschte niet raadzaam is op ontruiming
dezer woningen aan te dringen, is verlenging van
den termijn van ontruiming met zes maanden op
nieuw noodzakelijk.
De Gezondheidscommissie voor de gemeente
Leeuwarden heeft zich blijkens haar advies, gege
ven bij schrijven van 20 December 1916, hiermede
kunnen vereenigen, weshalve wij de vrijheid nemen
TT in overweging te geven het hierbij aangeboden
ontwerp tot een besluit Uwer vergadering te ver
heffen.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
Overwegende, dat de bewoners van de bij raads
besluit van 8 December 1914, no. 428R/234, onbe
woonbaar verklaarde woningen Wisselstraat no. 22
beneden en boven, no. 30 links boven, no. 32 en no.
42, en Blokhuissteeg no. 31, tengevolge het steeds
voortdurend gebrek aan geschikte woningen, in de
onmogelijkheid verkeereu een andere woning te be
komen;
dat de termijn van ontruiming dezer woningen
reeds werd verlengd bij raadsbesluiten van 17
Augustus 1915, no. 301R/145, 28 December 1915, no.
498R/251, en 15 Augustus 1916, no. 365R/175, onder
scheidenlijk tot 8 Januari 1916, 8 Juli 1916 en 8 Ja
nuari 1917;
dat het niet raadzaam is thans tot de ontruiming
van die woningen over te gaan, doch op grond van
bovenvermelde omstandigheid de termijn van ont
ruiming opnieuw te verlengen;
gehoord het mondelinge voorstel van Burgemees
ter en Wethouders;
gelet op het advies van de Gezondheidscommis
sie voor de gemeente Leeuwarden, gegeven bij
schrijven van 20 December 1916,
alsmede op de bepalingen der Woningwet;
besluit
den termijn van ontruiming van de navolgende
woningen, alle onbewoonbaar verklaard bij raads
besluit van 8 December 1914, no. 428R/234, opnieuw
te verlengen en nader te bepalen op 8 Juli 1917, te
weten Wissesstraat nos. 22 beneden en boven, 30
links boven, 32 en 40, en Blokhuissteeg no. 31, ka
dastraal bekend gemeente Leeuwarden onder
scheidenlijk sectie A, nos. 1185, 46, 49 en 58 en
sectie B, no. 2333.
Wordt voorgesteld dit voorstel nog heden te be
handelen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter zegt dat dit voorstel om dezelfde
reden wordt gedaan als het voorgaande.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling der
voor heden op den oproepingsbrief vermelde
punten.
1. Benoeming van een onderwijzeres in de nuttige
en fraaie handwerken aan gemeenteschool no. 4 (vaca
ture Mej. A. van Asperen).
Uitgebracht zijn 20 stemmen, verdeeld als volgt:
op mej. T. A. M. Stoett 14 stemmen,
L. de Vries 6
Mej. T. A. M. Stoett is alzoo benoemd.
2. Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool
no. 8 (vacature M. Wolthuis).
Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer
J. Beunk.
3. Benoeming van een hoofd van gemeenteschool no.
10 (vacature D. van der Schaaf).
Uitgebracht zijn 20 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer O. Nieuwenhuis 19 stemmen,
R. Jager 1 stem.
De heer O. Nieuwenhuis is alzoo benoemd.
4. Benoeming van een curator van het gymnasium,
wegens periodieke aftreding van mr. J. A. Stoop.
Uitgebracht zijn 20 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer mr. J. A. Stoop 16 stemmen,
mr. A. Menalda 1 stem,
terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer mr. J. A. Stoop is alzoo benoemd.
5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
bezwaarschriften tegen aanslagen in de belasting op het
houden van honden, dienst WKi.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
den heer E. van Dijk, directeur van het gemeentelijk
electricitnt bedrijf, voor den tijd dat hij de betrekking
van directeur der gemeentelijke gasfabriek heeft waar
genomen, een gratificatie toe te kennen.
Dit voorstel luidt als volgt
Naar aanleiding van onze voorstellen van 6 Oc
tober 1916 en 8 November d.a.v. (raadshandelingen
blz. 246 en 264) werd door LT besloten aan het daar
in genoemde personeel van de gemeentelijke gas
fabriek een gratificatie te verleenen, wegens bui
tengewone werkzaamheden door hen verricht
tijdens de vacature van directeur van 1 Mei 1916
tot 1 October d.a.v.
In die voorstellen was nog niet opgenomen de
heer E. van Dijk, toenmaals directeur van het ge
meentelijk electriciteitbedrijf, die tijdens de even-
bedoelde vacature op ons verzoek bereidwillig het
directeurschap der gasfabriek heeft waargenomen.
Dit heeft voor hem veel werk meegebracht en daar
om is het billijk hem ook daarvoor een belooning
toe te kennen.
Derhalve hebben wij de eer U voor te stellen te
besluiten
aan E. van Dijk alhier, wegens de waarneming
van het directeurschap der gemeentelijke gasfa
briek van 1 Mei 1916 tot 1 October d.a.v. ten laste
van dat bedrijf eene gratificatie van 300,te
verleenen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om van
midden November 1916 tot midden April d.a.v. aan de
GroenUncentrale te 's-Gravenhage in gebruik af te
staan het gebouwtje op de voormalige vischmarkt alhier.
Dit voorstel luidt als volgt
Voor peen en knolrapen, welke naar gemeenten,
die niet per wagon kunnen bestellen, verzonden
moeten worden vanwege „de Groenten-centrale"
te 's-Gravenhage, is, naar de hoofdcontroleur van
den groentenuitvoer, de heer G. Botke alhier, ons
mededeelt, een opslagplaats noodig, welke in de
Verslag Van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 28 December 1916. 345
stad niet te vinden is. Daarom heeft hij ons ver
zocht voor dat doel het gebouw der voormalige
vischmarkt tegen een billijke som te mogen huren
van half November 1.1. tot half April 1917, met de
bevoegdheid op kosten van de Groenten-centrale
de noodige betimmering te mogen doen aanbren
gen, welke na afloop van den huurtyd van harent
wege zal worden verwijderd.
De gemeente heeft zelve dat gebouw thans niet
noodig, terwijl ook het gemeentebelang zich niet
alleen niet tegen die verhuring verzet, maar het
uit een geldelijk oogpunt zelfs wenschelijk doet
zjjn.
De huur kan op een bedrag, te berekenen naar
150,'sjaars (indertjjd ook door de Friesche
tuinbouwvereeniging betaald), gesteld worden. De
verzoeker neemt hiermede genoegen, evenals met
de voorwnarden, welke naar onze meening bepaald
moeten worden en hieronder zijn vermeld.
Daar het belang van de zaak een onmiddellijke
ingebruikneming van het gebouw noodig maakte,
hebben wij gemeend daarvoor, in afwachting van
Uwe beslissing, reeds dadeljjk toestemming te mo
gen geven.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten:
aan de Groenten-centrale te 's-Gravenhage, ge
rekend van 16 November 1916 af tot wederopzeg-
gens toe, uiterlijk tot .16 April 1917 voor een som,
berekend naar een honderd vijftig gulden 150,-—)
'sjaars, ondershands te verhuren het gebouw der
voormalige vischmarkt, uitgezonderd het zich
daarin bevindende kantoortje, aan de Oosterkade,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie B,
do. 1843, met de bevoegdheid om in dat gebouw op
kosten van de Groenten-centrale de noodige be
timmering, welke haar eigendom blijft, te doen aan
brengen, om dat gebouw voor groentenmagazijn
geschikt te maken, onder de volgende voorwaar
den:
1. De huur is bjj vooruitbetaling verschuldigd
en moet vóór den 30en van iedere maand, voor het
eerst binnen tien dagen na het betrekkelijk raads
besluit over de dan verschenen maandelijksche ter
mijnen, ten kantore van den ontvanger dezer ge
meente worden betaald.
Teruggaaf van de huursom of een gedeelte daar
van bij tusschentijdsche opzegging heeft niet
plaats, tenzij de opzegging van gemeentewege is
geschied. In dat geval wordt de huursom naar den
tjjd van het gebruik berekend.
2. De opzegging moet schriftelijk geschieden.
3. De betimmering moet bestaan uit houten
wanden van voldoende sterkte, welke stevig aan
de bestaande spanten bevestigd en steeds in be
hoorlijken staat gehouden worden, een en ander
ter beoordeeling en ten genoegen van den direc
teur der gemeentewerken.
4. Het gebouw en de straat daaromheen tot op
één meter afstand van het gebouw moeten door en
op kosten van de huurster worden schoongehouden,
ten genoegen van den directeur der gemeente
werken.
5. De aan het gebouw en de daarin geplaatste
voorwerpen veroorzaakte schade door of tenge
volge van het gebruik wordt van gemeentewege
op kosten van de huurster hersteld.
De daarvoor gedane uitgaven moeten op eerste
aanzegging ten kantore van gemeentewerken wor
den voldaan.
6. Het gebouw moet op den dag, waarop de
huur is geëindigd, zijn ontruimd, de daarin aange
brachte betimmering zijn weggenomen en met de
daarin geplaatste voorwerpen in behoorlijken staat
worden opgeleverd, een en ander op kosten van
de huux-ster en ten genoegen van den directeur der
gemeentewerken.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in 1er-
band mee een door den Minister van Binnenlandsche
Zaken gemaakte opmerking, tot aanvulling van het.
raadsbesluit van den 23 Mei 1916 no. 227li, 113, waar
bij in het belang der volkshuisvesting ten name van de
Woning vereenig ing Leeuwarden" de onteigening is uit
gesproken van eenige perceelen en perceelsgedeelten in
de omgeving van den Boterhoek.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij Uw besluit van 23 Mei 1916, no. 227R/113, is
in het belang der volkshuisvesting ten name van
de „Woningvereeniging Leeuwarden" de onteige
ning uitgesproken van eenige perceelen en per
ceelsgedeelten in de omgeving van de Boterhoek.
Bij schrijven van 14 December 1916, no. 15160, af-
deeling V. A., deelt de Minister van Staat, Mi
nister van Binnenlandsche Zaken mede, dat er
tusschen bedoeld raadsbesluit en de daarbij over
gelegde kaart geen overeenstemming bestaat, om
dat blijkens het raadsbesluit het perceel sectie G,
no. 1530 geheel, en volgens de overgelegde kaart
slechts gedeeltelijk in de onteigening is begrepen,
waardoor wijziging van het raadsbesluit noodzake
lijk wordt geacht.
Naar aanleiding hiervan en onder meddeeling
dat bedoeld perceel blijkens de bjj de kaart behoo-
rende beschrijving inderdaad voor een gedeelte in
de onteigening is begrepen, geven wij U in over
weging het hierbij gevoegd ontwerp tot besluit te
verheffen.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
Overwegende, dat bij zijn besluit van 23 Mei
1916, no. 227R/113, in het belang der volkshuis
vesting ten name van de „Woningvereeniging
Leeuwarden" de onteigening is uitgesproken van
eenige perceelen en perceelsgedeelten in de omge
ving van de Boterhoek;
dat in dit plan blijkens de overgelegde stukken
is begrepen een gedeelte van het perceel sectie C,
no. .1530;
Gezien het schrijven van den Minister van Staat,
Minister van Binnenlandsche Zaken, d.d. 14 De
cember 1916, no. 15160, afdeeling V. A., waarbij
in overweging wordt gegeven bedoeld raadsbesluit
aan te vullen, omdat het raadsbesluit en de daarbjj
overgelegde kaart niet voldoende overeenstemmen,
daar volgens het besluit, het perceel sectie C, no.
1530, geheel, terwijl blijkens de kaart met bijbe-
hoorende toelichting dit perceel slechts voof een
gedeelte in de onteigening is begrepen;
gezien mede het voorstel van Burgemeester en
Wethouders;
besluit:
bovenvermeld besluit aan te vullen door achter
het getal „1530" te voegen het woord „gedeeltelijk".
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
9. Voorst l van Burgemees'er en Wethouders om hen
te machtigen wegens wanbetaling van huw penningen de-
ontbinding te eischen van de met K. Bonma en S. Kos
ter gesloten huurovereenkomsten voor hunne won'ngen
in het voormalig hotel „Het Wapen van Friesland"
Groot Sch vernek no. 9.
Dit voorstel luidt als volgt: