Vergadering van Dinsdag 26 Februari 1918. b. hebben vastgesteld de gemeente-rekening, dienst 1916, de ontvangsten tot een bedrag van 3.578.453.20V£ en de uitgaven tot een bedrag van 3.029.823.71. b. van 26 Januari 1918, no. 35, met vernieti ging van het besluit van Gedeputeerde Staten als nog goedkeuring is verleend aan het raadsbesluit van 26 Juni 1917 tot wijziging van de gemeente- begrooting voor 1917, strekkende om het subsidie ten behoeve van het Stedelijk Muziekkorps van 5500.te brengen op 16.000. 42 Verslag van de handelingen van don gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Februari 1918 de motie niet bestreden behoeft te worden. Spreker wil het stempel van bedoeling' geheel eraf laten. i)e Voorzitter wijst erop dat Burgemeester en Wethouders deze kwestie lang en breed hebben besproken en dat zij hebben gemeend dat een in komen van 18.per week als minimumgrens hoog genoeg is. Een jong gehuwd paar dat b.v. J 24.per week verdient, behoeft geen toeslag uit de gemeentekas voor vleesch. Spreker moet aan neming der motie ernstig ontraden. Het zou ingrij pen zijn in het werk van Burgemeester en YVet- houders. De heer Hiemstra Wethouder): „dat is geen in grijpen in het werk van Burgemeester en Wethou ders. De regeling is niet door Burgemeester en Wet hou de rs goedgekeurd. De Voorzitter: „die is wel door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd". De heer Hiemstra Wethouder „er is voorge steld voor een kind 100.verhooging aan te nemen en door de commissie is dat op 50.ge bracht. De Voorzitter: „dat is pertinent onjuist. Burge meester en ethouders hebben die kwestie bespro ken. Ik heb voorgesteld de grens met '50.voor elk kind te verhoogen, U hebt 100.voorgesteld". De heer Hiemstra Wethouder „ik heb dien in druk gekregen". De Voorzitter: „dan hebt 1 een verkeerden in druk gekregen". De motie-Dijkstra wordt in stemming gebracht en verworpen niet 16 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Tiemersma, Terpstra, Dijkstra, Zandstra, Collet, Schaafsma, Nijholt en H iemstra. Tegen de heeren: Oosterhoff, de Haan, van Wei deren baron Rengers, Dijstra, Tulp, Cohen, Attema, Peletier, de Vos, Menalda, Koopmans, Ha- versehmidt, Fransen, Beekhuis, van Sloterdijek en Sehoonderma rk. Xiets meer te behandelen zijnde, sluit de Voor zitter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Februari 1918. 43 Tegenwoordig 23 leden, te weten de heeren: Tie mersma, Dijstra, Berghuis, Peletier, de Haan, de Vos, Zandstra, Terpstra, Dijkstra, Schaafsma, Collet, Nijholt, Hiemstra, Cohen, Haversehmidt, van Weideren baron Rengers, Tulp, Oosterhoff, Fransen, Beekhuis, Menalda, Koopmans en Schoondermark. Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving de heer van Sloterdijek. Zonder kennisgeving de heer Attema. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge meester. I. De Voorzitter vraagt of ook een der leden aanmerkingen heeft op het verslag van de ver gadering van 8 Januari 1.1. De heer Nyholt wenscht eeue opmerking te ma ken naar aanleiding van dit verslag. Het betreft punt 3, het scheuren van grasland. Spreker heeft toen twee vragen gesteld en de Voorzitter heeft eene mededeeling gedaan, welke als antwoord kan dienen op die vragen. De kern dier vragen evenwel heeft spreker in het antwoord van den Voorzitter niet teruggevonden. Het verslag is daardoor onvol ledig. Hij bedoelt dit: door (jen Voorzitter is mede gedeeld, dat de voorwaarden voor de verhuring zijn vastgesteld in overleg met het Centraal Pacht bureau. Dat komt in liet verslag niet voor. Waar deze zaak nog al veel stof heeft opgejaagd, acht spreker deze aanvulling noodzakelijk. De Voorzitter zegt opname in dit verslag toe. II. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten van 8 Januari 1.1., houdende onderscheidenlijk verhu ring van de villa „Baensein", van het perceel St. Jacobstraat no. 33, het winkelhuis Ossekop no. 2a en het winkelhuis Berlikumermarkt no. 13 en de raadsbesluiten dd. 5 Febr. 1.1. betreffen le de leve ring van gewapend betonconstructies voor de uit breiding van het gemeentelijk dakloozen-tehuis en tot verkoop van terrein aan het tweede Kanaal- pand aan C. W. Finke en koop van liet perceel Hulstbuurt 32 Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. dat bij Koninklijk besluit: a. van 24 Januari 1918, no. 57, is goedgekeurd het besluit tot wijziging van schoolgeldheffing aan de gemeentelijke bewaarscholen en aan de middel bare avondhandelsschool, vastgesteld bij raadsbe sluiten van 27 November 1917; Wordt voorgesteld deze mededeelingen voor ken nisgeving aan te nemen. De heer Beekhuis meent dat het, waar enkele leden van den Raad zich tegen het besluit betref fende het Symphonieorkest hebben verzet, geen pas zou geven te zeggen, dat hij zich verheugt dat dat orkest nu zal tot stand komen. Wel mag spre ker echter dit zeggen, dat het den Raad zal ver heugen, dat het besluit van Gedeputeerde Staten door de Kroon is vernietigd. De Kroon is opnieuw van de gedachte uitgegaan dat het slechts zeer bijzondere gevallen moeten zijn, die aanleiding kunnen geven, dat Gedeputeerde Staten zich men gen in datgene, wat der gemeente is. Daarom doet het spreker genoegen dat de Kroon in dezen de autonomie der gemeente heeft gehandhaafd. Om trent de overwegingen van het Koninklijk besluit wenscht spreker eene opmerking te maken. Hij leest daarin: overwegende dat, nu, blijkens de inlichtingen in de openbare vergadering van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van Bestuur, verstrekt, de toestand der financiën van de gemeente Leeuwarden zich tegen de voorgeno men uitgaaf, zelfs onder de tegenwoordige om standigheden, niet verzet, geen voldoende aanlei ding bestaat de goedkeuring aan het Raadsbesluit te onthouden. Spreker stelt er nu prijs op om, waar eenig ge wicht schijnt te zijn gehecht aan zijne mondelinge inlichtingen, mede te deelen wat hij in den Raad van State heeft gezegd omtrent de gemeente-finan- ciën ten einde verkeerde gevolgtrekkingen te voor komen. Sprekers verdediging is deze geweest. In het verzoekschrift aan de Kroon was door den Raad aangegeven, dat Gedeputeerde Staten geen enkel bewijs hadden bijgebracht voor hunne bewe ring omtrent den min gunstigen toestand der ge- meente-financiën van Leeuwarden. Daarna hebben Gedeputeerde Staten opnieuw een verweerschrift tot de Kroon gericht. Daarin komt als eenig argu ment voor den slechten financieelen toestand voor het feit, dat de gasfabriek in 1916 met een verlies heeft gewerkt van circa 375.000. Dat is het eenige door Gedeputeerde Staten aan gebrachte argument. Spreker heeft toen gezegd, dat zulks geen bewijs is voor den slechten finan cieelen toestand. Immers de gasfabriek behoort zich te kunnen bedruipen, zelfs moet er een matige winst worden gemaakt, maar de omstandigheid dat de gasfabriek ditmaal door de bijzondere tijds omstandigheden met verlies heeft gewerkt, behoeft de gemeente geen zorg te geven voor hare finan ciën. Spreker heeft daaraan toegevoegd dat hij van de secretarie een staatje heeft ontvangen waarin de gewone ontvangsten en uitgaven en de batige saldi der laatste jaren zijn opgenomen. De batige saldi bedroegen: in 1913, f 91.000.in 1914, 117.000.—, in 1915, 177.ÓOO.—in 1916, 183.000. Hij heeft daaraan toegevoegd het bedrag van de heffing van den Hoofdelijken Omslag, waaruit bleek dat daarbij een belangrijk accres be staat en medegedeeld dat het heffingspercentage al die jaren gelijk is gebleven. Nader is hem ge vraagd of die 4 een vast percentage is, waarop hij heeft geantwoord dat zulks niet het geval is, want dat er hier zoowel een progressie als eene de- gressie bestaat. Spreker heeft hiermede bijna woor delijk herhaald wat hij in den Raad van State heeft te berde gebracht over de financiën van Leeuwar den. Er staat oolc nog in de overweging van het Koninklijk besluit: blijkens nadere ingewonnen in lichtingen. Misschien heeft de Raad van State ook nog anders inlichtingen ingewonnen. Dat is spre ker niet bekend. Hij stelt er prijs op deze mede deelingen aan den Raad te doen. De heer Schoondermark (Wethouder) wil een voorstel doen, n.l. dat de Raad besluit om de som, welke was uitgetrokken voor het stedelijk muziek korps, alsnog op de begrooting te brengen. De Voorzitter doet opmerken, dat dit een natuur lijk gevolg is van de beslissing van de Kroon. Spre-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 1