Vergadering van Dinsdag 26 Maart 1918. I 3. rapporten naar aanleiding van de toezegging, gedaan in de raadsvergadering van 29 Mei 1916, omtrent het onderzoek van het gas der gemeente lijke gasfabriek; Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Maart 1918. 79 Tegenwoordig 23 leden, te weten de heere-n: Dijk stra, Zand.stra, de Haan, Dijstra, Terpstra, Berg huis, Tiemersma, Attema, de Vos, Peletier, Ooster- hoff, Nijholt, Sohaafsma, Collet, Hiemstra, Koop- maiis, van Weideren baron Eengers, Cohen, Ha- versclnnidt, Beekhuis, van Sloterdijek, M en-al da en fcchoond'ormark. Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving de heer Fransen. Zonder kennisgeving de heer Tulp. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge- Ineester. 1. Wordt medegedeeld: 1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedge keurd de raadsbesluiten dd. 26 Februari j1hou dende vaststelling van: a, een verordening betreffende de inkomsten en uitgaven ten behoeve van de uitvoering der Distri- butiewet en die betreffende maatregelen in ver band met den oorlogstoestand; j b. een verordening betreffende de inkomsten en uitgaven van de centrale keuken; 2. schrijven van Gedeputeerde Staten, waarbij rnededeeling wordt gedaan van de definitieve vast stelling van den 14en suppletoiren staat der open bare, tot den gemeenen dienst van allen bestemde, Waterstaatswerken in deze gemeente, niet in onder houd of beheer bij het Rijk, de provincie of bij wa terschappen De mededeelingen 13 worden voor kennisge ving aangenomen. 4. schrijven van de afdeeling Leeuwarden van de vereeniging „de Neder la ndsehe Padvinders", waarbij wordt verzocht alsnog te worden vrijgesteld van de betaling een-er vergoeding voor het gebrui ken van de voormalige schipperssehool, met rnede deeling dat de kosten van schoonhouden, verwar ming, verlichting en inwendig onderhoud gaarne l'oor hare rekening worden genomen-; Wordt voorgesteld hierop eene gunstige besehik- acing te nemen. De Voorzitter deelt naar aanleiding van dit adres mede, dat Burgemeester en Wethouders hun voor stel handhaven. Spreker stelt voor daar direct over ■e stemmen. De heer Nflholt heeft dezelfde bezwaren als den Ë'origen keer. Hij zal die niet weer in den breede ontwikkelen; hij wil wel voor het voorstel stemmen, maar alleen als Burgemeester en Wethouders de toezegging do-en dat zij altijd dit standpunt zullen innemen en ook aan andere vereenigingen, die erom -kragen, vergaderlokalen afstaan. Er is hier gebrek ^an vergaderlokalen en als Burgemeester en Wet- •jiouders nu het veree-niginsleve-n willen bevorderen Boor gratis of goedkoop vergaderruimte disponibel Je stellen:, dan kan hij voor het voorstel stemmen. Krijgt hij die toezegging niet, dan stemt hij tegen; er is geen enkele reden om voor de padvinders, die ■it een categorie van memscnen voortkomen, die »7el eenige huur kunnen betalen, een uitzondering ■e maken. I De Voorzitter moet mededeelen, dat de conse quentie, die de heer Nijholt trekt, verder gaat dan Burgemeester en Wethouders willen. Zij meenen dat ieder geval op zich zelf moet worden be schouwd. De omstandigheden toch zijn van de eene vereeniging geheel anders dan van de andere. Bur gemeester en Wethouders hebben gedacht dit ver zoek wel te kunnen inwilligen, daar het een on schuldige zaak betreft en er aan het toestaan ervan voor de gemeente'geene bezwaren zijn verbonden. Bovendien vergt het- gebruik van het lokaal van de gemeente geen offer van beteekenis. De conclusie van den heer Nijholt gaat spreker te ver. De heer Attema vraagt of aan het bezwaar van den heer Nijholt niet tegemoet is te komen door het vragen van een huursom van 25.Dat be drag moet de vereeniging toch zeker wel kunnen betalen. Dan behoudt de Raad het standpunt dat er voor het gebruik van* gemeentelokalen een zekere huur wordt betaald. Spreker vindt dat. beter. De Voorzitter geeft, toe dat- 25.— een kleine som is. De vereeniging evenwel bezit bijna geen middelen en wil zich bovendien belasten met het schoonhouden en het geheele onderhoud. Toen in dertijd het gebouw ledig stond, was men blij, dat de padvinders erin wilden trekken, omdat het daar door minder aan vernieling bloot zou staan. Eu waar, zooals gezegd, het onderhoud, de gebroken ruiten en het schoonhouden voor rekening der pad vinders zijn, kost liet gebruik van het gebouw hun wel degelijk geld. De heer Attema kan toch iets voelen voor het denkbeeld van den heer Nijholt. Dien weg willen evenwel Burgemeester en Wethouders niet op. Als wij 25.huur vragen dan behouden wq het prin cipe dat er een zekere huursom wordt betaald voor het gebruik van gemeentelokalen. Als de Voorzit ter het goedvindt, stelt spreker voor 25.huur te vragen. De Voorzitter doet opmerken, dat de heer Attema daarvoor sprekers goedvinden niet noodig heeft. Maar of er nu een geringe huur wordt gevraagd of niets, het principe blijft hetzelfde. Andere ver- eenigingen zullen dan ook het gebruik van- een lokaal kunnen vragen tegen een geringe huur. Spre ker meent dat het niet goed is in deze doctrinair te zijn. De heer Schoondermark (Wethouder) wijst erop dat de eerste toestemming welke voor het gebruiken van liet gebouw is gegeven op grond van het feit dat het gebouw onbeheerd stond. De padvinders vroegen toen om het gebouw te mogen gebruiken. Zij zouden de ruiten die gebroken werden, betalen. Het gebouw kwam onder hunne bescherming. De Raad heeft toen toestemming verleend, want zei hij, dan ben ik van het gebouw af. Burgemeester en Wethouders staan nog op hetzelfde standpunt en ook de Raad moet, meent spreker, dat standpunt blijven- innemen. Spreker kan zich niet voorstellen dat de Raad, omdat tusschentijds een ander het ge bouw heeft gebruikt, van zienswijze is veranderd. De Voorzitter doet opmerken dat de vergunning om het gebouw te mogen gebruiken, wordt verleend tot wederopzeggens toe en dat niet uit het oog moet worden verloren, dat de padvinders het gebouw met een ander het. is distributielokaal voor de Centrale keuken moeten deelen. Dat is ook een omstandigheid, waardoor het gebouw nooit kan worden verhuurd. De heer Attema weet wel dat de 25.huur voor de gemeente niets uitmaakt. Maar hij blijft erbij dat het principe beter bewaard blijft als er een zekere huur wordt betaald. Dan kan de gemeente die ook van andere vereenigingen vragen. Als zij het lokaal gratis afstaat kan de gemeente dat niet doen. En

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 1