gebruikt heeft en wat voor de ingezetenen is ge
slacht".
De heer Beekhuis wenseht eene inlichting te vra
gen. Ieder persoon boven het jaar krijgt 2 ons
vleesch per week. Gesteld dat hier 35.000 personen
zijn, dan wordt dat 70.000 ons per week. Waar nu
de Voorzitter zelf wees op de vegetariërs, dan zal
er een overschot komen. De vraag rijst nu: waar
blijft dit.
De Voorzitter antwoordt dat dit eene praktische
moeilijkheid is, die de slagers moeten oplossen.
Spreker denkt dat deze het in de ijskast moeten be
waren tot de volgende week. Ook kan het overschot
naar de Centrale keuken worden- gezonden.
De heer Hiemstra (Wethouder) wijst erop dat
volgens de bladen de gemeenten zelf het rantsoen
mogen verdoelen en wel drie ons mogen geven. Wat
de vegetariërs niet opeten, eten wij te zamen op.
De Voorzitter zegt dat vooraf niet is te bepalen
wat erover zal blijven. De slagers moeten echter in
de gelegenheid worden gesteld hetgeen over is, te
quitteeren.
Hiermede is deze zaak afgehandeld.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
De heer Schoondermark (Wethouder) deelt mede,
dat Burgemeester en Wethouders gisteren een
schrijven hebben ontvangen van no. 1 van de twee
de voordracht, dat deze, daar hij ook op no. 1 staat
voor Amsterdam, zijne sollicitatie hier intrekt.
Eerst hebben Burgemeester en Wethouders erover
gedacht om die voordracht weer tot zich te nemen,
maar in overleg met den arrondissementssehool-
opziener en het hoofd der school stellen zij voor de
voordracht voor de vacature-de Boer aldus te
lezen:
1. R. Betten,
2. B. Span,
3. D. Sixma.
Wordt overgegaan tot de benoeming.
Voor de eerste vacature wordt met algemeene
stemmen benoemd de heer B. Span.
Voor de tweede vacature wordt met algemeene
stemmen benoemd de heer R. Betten.
Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer
D. Sixma.
De Voorzitter deelt mede, dat de hee-r Dijkstra
heeft verzocht over de benoeming van een direc
teur van het tehuis voor dakloozen in gesloten ver
gadering inlichtingen te mogen vragen. Waar aan
het. eind der agenda toch eene gesloten zitting moet
worden gehouden voor de behandeling der recla
mes, stelt spreker voor de benoeming tot na afhan
deling van punt 15 uit te stellen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Dit voorstel luidt als volgt:
Van T. J. de Groot en D. Monsma ontvingen wij
het verzoek hun in huur af te staan onderscheiden
lijk het beneden- en bovengedeelte van het pand
Berlikumermarkt 15, dat van den eerste krachtens
Uw besluit van den 8 Mei 1917 is aangekocht om
12 Mei 1918 te aanvaarden.
Tegen eene verhuring voor den tijd van één jaar
kan naar ons oordeel geen bezwaar bestaan, omdat
dit perceel voor 12 Mei 1919 wel niet noodig zal
zjju voor de plannen tot straatverbreeding aldaar.
Voornamelijk met het oog op de waterleiding eu
de levering van gas en electrisch licht komt het ons
wenschelijk voor, slechts één huurder aan te nemen,
welke dan het bovenhuis weer kan onderverhuren,
omdat in het beneden lokaal de meters voor de
waterleiding en voor licht geplaatst zijn. Daardoor
wordt tevens onnoodig (behalve het aanbrengen
van een gasmeter voor kookgas in het bovenhuis)
het plaatsen van een dubbel stel meters, dat naast
het maken van buitengewone kosten ook moeilijk
heid bij het aanschaffen daarvan zou opleveren.
Als huursom is door ons voor het benedengedeelte
bedongen 350.per jaar, terwijl de Groot, wien
dit in huur zou worden afgestaan, is medegedeeld
dat hij het bovenhuis voor hetzelfde tijdvak als
waarvoor hem het benedengedeelte zou worden ver
huurd, van 32 Mei 1918 tot 12 Mei 1919, aan een
derde kan onderverhuren doch voor geen hoogeren
prijs dan 275.per jaar. De Groot is thans met
Monsma overeengekomen voor een bedrag van
250.dat o.i. voldoende is en beiden hebben
de hierbij overgelegde verklaring onderteekend om
trent de levering van water, gas en electriciteit.
Daaruit blijkt dat, zooals boven reeds is aangestipt,
voor het kookgas in het bovenhuis een afzonderlijke
meter wordt geplaatst.
Verder kwam bjj ons in het verzoek van A.
Boschma, om het pakhuis Wissesstraat 31, vallende
in de verbeteringsplannen daar ter plaatse, van de
gemeente te mogen huren voor Ren tijd van één
jaar tegen 39.'sjaars of 0.75 per week. De
adressant heeft zich nader bereid verklaard het
onderhoud voor zijne rekening te nemen. Verhu
ring kan geschieden bij de week, met een opzeg
gingstermijn van veertien dagen, zoodat de ge
meente des noodig bijna onmiddellijk over haar
eigendom kan beschikken. Op deze voorwaarden
achten wij een verhuring aan adressant wensche
lijk.
Naar aanleiding van het vorenstaande, hebben
wij de eer U in overweging te geven te verhuren:
1. de huurder der bovenwoning over de meters,
staande in het benedengedeelte, wordt voorzien van
electrisch licht, gas en water en dat de voor ieders
rekening komende kosten van elke dier leveringen
gezamenlijk worden gedragen tot het door beiden
overeen te komen gedeelte;
2. die meters nimmer zonder goedvinden van
den huurder der bovenwoning worden afgesloten,
tenzij dat ten aanzien van den meter der waterlei
ding noodig is om bevriezing te voorkomen,
en verder op de gebruikelijke, nader door Burge
meester en Wethouders te stellen voorwaarden.
bergplaats, groot 30 c.A., met ingang van 12 Mei
1918 van week tot week voor een huursom van 75 ct.
per week, mits het pand slechts wordt gebruikt als
pakhuis en verder op de door Burgemeester en
Wethouders te stellen voorwaarden.
Met algeqiccne stemmen wordt besloten over
eenkomstig liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Dit voorstel luidt als volgt:
In afwachting van de salarisherziening aan de
gemeentelijke gasfabriek, die bij Uw besluit van
10 Februari 1914 no. 22R/32 gevolgd is, werd bij
raadsbesluit van 16 April 1912 no. 151R/63 aan
J. ,T. Glastia, toenmaals kantoor- en fabrieksbe
diende aan de gasfabriek, eène maandelijksche
toelage verstrekt van 9.op grond daarvan dat
zijn werktijd verlengd was en liij wegens het bo-
heereu van de kleine kas en de uitbetaling van
arbeidsloonen financieele verantwoordelijkheid had
gekregen. Zijn salaris, dat toenmaals 728,be
droeg, werd dus verhoogd tot 836.Bij de boven
vermelde herziening van 1914 is hiermede reke
ning gehouden, toen Glastra tot eerste klerk werd
benoemd met eene jaarwedde van 8l)0.tot
1000.en zijn salaris op 850.is gebracht.
Hiermee had belmoren te vervallen de toelage van
9.— per maand, die in afwachting der nieuwe
wedderegeling als tijdelijk was bedoeld. Ondertus-
schen is gebleken dat dit niet geschied is, zoodat
het ons wil voorkomen, en de commissie voor de
lichtfabrieken is dit blijkens haar schrijven van 14
Februari 1918, no. 720 G, met ons eens, dat hierin
alsnog moet worden voorzien.
Op grond hiervan hebben wij de eer U voor te
stellen te besluiten:
Uw besluit van 16 April 1912, no. 151R 63, met
ingang van 1 April e.k. in te trekken.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Vos vraagt of Glastra ermee in ken
nis is gesteld, dat het raadsbesluit van 1.6 April
1912 zal worden ingetrokken. Wel had hij er sedert
1914 op kunnen, rekenen dat liet zou gebeuren,
maar in de tegenwoordige omstandigheden is de in
trekking van een dergelijke toelage hard.
De heer Oosterhoff (Wethouder) zegt dat deze
zaak al eenigen tijd in bewerking is. Het was
Glastra wel bekend dat er een eind aan zou komen.
Hij heeft de toelage veel langer gehad dan, hij er
recht op had en er is geen enkele reden om hem
dat voorrecht langer te laten, behouden. De man
heeft door het niet intrekken van het besluit ecu
buitenkansje gehad.
De heer de Vos heeft er niets tegen, het besluit
in te trekken. Hij vindt het echter niet goed nu
ineens in te trekken, waaraan Glastra sedert 1914
gewoon was. Spreker vraagt of deze niet kan wor
den geholpen door er een afloopende zaak van te
maken en hem per maand 3.minder te geven.
Het is wel wat hard in dezen duren tijd plotseling
9.per maand minder te ontvangen. Als Glastra
erop heeft kunnen rekenen, is het iets anders.
De heer Oosterhoff (Wethouder) doet opmer
ken, dat Glastra niet gewoon was sedert 1914 deze
toelage te ontvangen. De man is altijd gemobili
seerd geweest in een behoorlijk Imogen rang, zoo
dat hij geen traetement van de gemeente heeft ont
vangen. Bovendien moet niet vergeten worden1, dat
hij ook duurtetoeslag ontvangt voor den duurderen
tijd.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het. voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
Dit voorstel luidt als volgt:
Onder dagteekening van den 6en November Van
het vorige jaar zijn tot Uwe Vergadering twee, in
onze handen om prae-advies gestelde, verzoeken ge
richt door de Vereeniging voor Middelbaar Tech
nisch en Ambaehtsonderwijs alhier, waarvan we
gens tekorten, in 1918 op de exploitatie te verwach
ten, voor de Ambachtsschool een toeslag van 16
en voor-de Middelbare Technische school van 14
op het gemeentelijk subsidie wordt gevraagd, of wel
onderscheidenlijk 1100,— en 1050.—Ten aan
zien van de ambachtsschool wordt medegedeeld, dat
deze inrichting in de laatste jaren voortdurend
met te korten te kampen heeft en dat, om die te dek
ken, een tijdelijke geldleening is aangegaan waar
van rente en aflossing op de begrooting drukken,
doch d'it het bestuur zich niet verantwoord vindt
op deze wijze voort te gaan.
Het zal den Raad, lettende op de voorstellen,
waarin de verhooging van het subsidie van eerst
genoemde en het subsidie zelf voor de laatstbe
doelde school werden behandeld en die onderschei
denlijk den 14 November 1916 en den 24 Juni 1913
in bespreking kwamen, niet verwonderen dat Bur
gemeester en Wethouders ten opzichte van de on-
derwerpelijke verzoeken niet sympathiek gestemd
zijn. Bij die gelegenheden toch hebben wij als onze
meening te kennen gegeven, dat wat. door de Ver
eeniging uit de gemeentekas voor instandhouding
barer scholen wordt gevraagd, hooger is dan voor
do gemeentefinanciën te verantwoorden is. Blijken
toch de bijdragen uit de openbare kassen een zoo
beduidend gedeelte van de inkomsten dier inrich
tingen uit te maken, dan is het de vraag of hier het-
particulier initiatief niet te veel op zijn schouders
laadt en of het niet beter is dat in die gevallen de
overheid die zorg overneemt. Nu bekostigt deze
grootendeels de scholen, zonder nochtans in haar
bestuur voldoende medezeggenschap te hebben.
Geeft men de voorkeur aan liet eerstgenoemde stel
sel, dan moeten aan den in casu gemeentelijken
steun bepaalde grenzen zijn gesteld en daarom
achten wij wederom een verhooging der dezerzijds
gegeven subsidies, zij het dan ook tijdelijk, onge
raden.
Wij hebben daarom de eer U voor te stellen op
de gedane verzoeken afwijzend te beschikken.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Peletier is eenigermate verwonderd over
het prae-advies van Burgemeester en Wethouders,
maar nog meer over het advies der Commissie van
Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. De Com
missie zegt toch niets meer of minder dan: wat
doen Burgemeester en Wethouders ons toch om
advies te vragen. Wij weten van de Middelbare
Technische school niets, en ook niets van de Am
bachtsschool. Het onderwijs aan genoemde inrich
tingen gegeven, is Middelbaar Onderwijs en res-
82 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Maart 1918.
1 (agenda no. 2). Benoeming van twee onderwijzers
aan gemeenteschool no. 8 (vacature G. de Groot en H.
de Boer.
2 (agenda no. 3). Benoeming van een onderwijzer
aan gemeenteschool no. 13, wegens uitbreiding van per
soneel.
3 (agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot verhuring van de aan de gemeente behoo-
rende perceelen Berlikumermarkt no. 15 en Wisse-
straat no. 31.
a. aan T. de Groot, alhier, het perceel Berliku
mermarkt no. 15, kadastraal bekend sectie B, no.
3453 als huis en erf, groot 84 c.A., van 12 Mei 1918
tot 12 Mei 1919 tegen een som van 600.met be
voegdheid om de bovenwoning tegen 250.aan
een derde met goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders voor hetzelfde tijdvak onder te ver
huren, onder voorwaarden dat:
b. aan A. Boschma alhier het perceel Wisses
straat no. 31, kadastraal bekend sectie A no. 11 als
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Maart 1918.
83
1 agenda no. 6 Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot intrekking van de bij raadsbesluit ran
1(1 April 1912 aan .1J. Glastra, toenmaals kantoor-
en fabrieksbediende aan de gemeentelijke gasfabriek,
verleende toelage.
5 i agenda no. 7). Prae-advies van Burgemeester en
II ethouders op het verzoek der vereen'ging voor mid
delbaar technisch en ambachtsonder wijs om. een bijslag
op de gemeentelijke subsidies voor de middelbaar tech
nische en ambachtsschool voor het jaar 1.918.