a. aan Tjerk Brouwers, alhier, het perceel, ka
dastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F,
no. 289, groot 1.14.70 H.A. tegen 48.per 363/4
A. of in totaal 149.80 's jaars;
b. aan Sjouke Annes van der Weide, alhier, de
perceelen, kadastraal alsvoren nos. 650, 645, 274 en
2099, groot onderscheidenlijk 5J56.30, 1.93.00, 1.23.20
en 1.13.20 H.A., tegen 37.per 363/4 A. of in to
taal 992.40 's jaars;
b. dat, naar gelang van de omstandigheden en
de gesteldheid van den grond, als bouw- of wei
land worden verhuurd de perceelen, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, sectie G nos. 5763,
3658, 3660, 3655 en 3649, gelegen tusschen den weg
Achter de Hoven, den spoorweg Leeuwarden
Groningen, de Tynje en de Potmarge;
d. dat de perceelen, kadastraal bekend gemeen
te Leeuwarden, sectie G nos. 10265 (afkomstig
van nos. 9921 en 8483 en eerd-er nos. 5917, 5925, 5926
en 6146 en 9981 afkomstig' van no. 9908, eerder
no. 8815* niet meer by de zathe en landen op
Kleijenburg worden verhuurd, doch dat daarvan
het grasgewas, evenals dat van no. 9905 derzelfde
sectie, wordt verpacht.
90 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Maart 1918
b!og willen wij van deze gelegenheid gebruik ma
ken tot het doen van een voorstel omtrent de ver
huring van enkele der landen, welke onlangs door
de gemeente zyn aangekocht tusschen den weg Ach
ter de Hoven, den spoorweg LeeuwardenGro
ningen, de Tynje en de Potmarge. Van deze komen
op o Maart 1918 vrij van huur aan de gemeente de
perceelen nos. 3648, 3668, 3667, 3672, 3661, 3671,
3669 en 3670, welke wij in huur wenschen te laten
aan den tegenwoordigen gebruiker P. JBergsma en
wel tegen J 55.per 3Ö3/4 A. 's jaars, een en ander
tot 5 Maart/12 Mei 1920. Deze termijn is gekozen,
omdat van de in de nabijheid liggende perceelen
nos. 6640, 6641 en 7822 alsdan de huurtijd zal ver
streken zijn en het overweging verdient deze met
de thans door Bergsma gehuurde perceelen in eens
te verhuren. Tevens dient de huurder verplicht te
worden, evenals totnogtoe, tot de bediening van
de beide watermolens, kadastraal bekend sectie G
nos. 3650 en 3673, terwijl hem mede de inning en de
afgifte aan den gemeenteontvanger van de ver
schuldigde maalgelden behoort te worden opgedra
gen tegen een belooning van 5 van hef afgedra
gen bedrag.
Ook de perceelen nos. 3653 en 3657, welke 5 Maart
a.s. vr\j vai> huur zijn, kunnen als weiland ver
huurd worden. Wij wenschen deze toegewezen te
zien aan Joh. Postma, alhier, wien de ten vorigen
jare gehuurde drie perceelen weiland aan den
Sueelcertrekweg zijn ontnomen, om ze als bouwland
te doen gebruiken. De huurprijs kan gesteld worden
op 50.per 36:i/4 A. 's jaars en de huurtijd op
vijf jaren, ingaande 5 Maart 1918.
Zoowel Postma als Bergsma gaan met een en
ander accoord.
Verder is met Joh. Wagenaar en G. J. van der
Meer overeengekomen, dat zij de van hen gekochte
perceelen weiland, kadastraal bekend sectie G, on
derscheidenlijk nos. 3655 en 3660 en no. 5763 reeds
dadelijk ter vrye beschikking van de gemeente stel
len. Voor deze hebben wij een openbare inschrij
ving geopend met de bedoeling ze als bouwland te
doen gebruiken. Het gevolg hiervan is geweest, dat
de nos. 5763 voor 115.per 363/4 A. en 3658 met
5 Maart 1918 voor 100.per 363/4 A. zijn toege
wezen aan 11. Hoekema en T. Ylst, alhier; de nos.
3655 en 3660 voor onderscheidenlijk 480.en
320.aan M. J. van der Meulen te Goutum, allo
voor 1918.
Op dezelfde wyze, mede na openbare inschrij
ving, is gehandeld ten aanzien van perceel sectie G
no. 3649, dat om te maaien met 5 Maart 1918 is
toegewezen aan J. Hiemstra alhier voor 132.
per 363/4 A. voor 1918.
Wij verzoeken nog Uwe goedkeuring van hetgeen
door ons ter zake is verricht.
Onder overlegging van de betrekkelijke stukken
hebben wy de eer U voor te stellen te besluiten:
I. aan II. E. van der Weide, alhier, ondershands
te verhuren voor het tijdvak, ingaande 5 Maart/12
Mei 1918 en eindigende op gelijke data in 1923. de
perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwar
den, sectie G nos. 5930, 7246, 6425, 6426, 5929, 9019,
9799. 10266, groot onderscheidenlijk 0.18.50, 0.40.26,
0.90.10, 0.29.94, 0.2S.20, 0.51.34, 0.48.99 en 1.03.92
H.A., benevens de zuidelijke helft, groot 0.87.10
H.A., van no. 5936, vormende de zathe en landen
op Kleijenburg, benevens de perceelen, kadastraal
alsvoren sectie E nos. 716, 717, 722, 724, 643, 3207
en 275, zijnde losse landen aan het Ouddeel, groot
onderscheidenlijk 1.27.63, 2.55.27, 2.11.50, 1.49.05,
2.95.10, 1.94.90 en 2.17.60 H.A., tegen 4i8.per
363/4 A. of 2546.in totaal 's jaars,
onder gehoudenheid, zoolang de tijdsomstandig
heden het naar het oordeel van Burgemeester en
Wethouders noodig maken, het perceel no. 9019 als
bouwland te gebruiken en alsdan boven de ovenge
noemde huursom te betalen het eerste jaar 61.60,
het tweede jaar 49.28, het derde jaar 36.96, het
vierde jaar 24.64 en het vijfde jaar 12.32, waar
tegenover de huurder voor zich zal mogen behou
den de premie, welke van Rijkswege voor het telen
van gewassen op gescheurd land mocht worden
gegeven, en verder ouder de voorwaarden, welke
Burgemeester en Wethouders noodig zullen ach
ten;
II. aan Johan Nieuwland, alhier, ondershands
te verhuren voor het tijdvak, ingaande 5 Maart/12
Mei 1918 en eindigende op gelijke data in 1923, de
perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwar
den, sectie D nos. 23, 24, 1373, 1376, 1144, 1374,
1377, 1150 en 122, groot onderscheidenlijk 2.17.40,
1.35.40,1.73.17, 1.60.32,0.60.40,1.55.40,1.67.14,3.23.00
en 3.67.10 H.A., benevens 3.50.80 H.A. van no. 12.1
en 1.60.83 H.A. van no. 1375, thans vormende de
zathe en landen „de Magere Weide", tegen 58.
per 363/4 A. of 3585.in totaal 's jaars,
onder gehoudenheid, zoolang de tijdsomstandig
heden het naar het oordeel van Burgemeester en
Wethouders noodig maken, het perceel no. 1150 als
bouwland te gebruiken en alsdan boven de evenge-
noernde huursom te betalen het eerste jaar 509.75,
het tweede jaar 407.80, het derde jaar 305.85,
het vierde jaar 203.90 en het vijfde jaar 101.95,
waartegenover de huurder voor zich zal mogen be
houden de premie, welke van Rijkswege voor het
telen van gewassen op gescheurd land mocht wor
den gegeven, en verder onder de voorwaarden, wel
ke Burgemeester en Wethouders noodig zullen
achten
III. aan B. de Boer, weduwe G. P. Klopma, al
hier, ondershands te verhuren voor het tijdvak van
5 Maart/12 Mei 1918 tot Maart/12 Mei 1919 met
stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar, uiterlijk
tot gelijke data in 1921, zoo niet ten minste drie
maanden vóór het einde van het loopende huurjaar
van gemeente- of harentwege de huur schriftelijk
is opgezegd, de herberg „de Bleek" met hieminge,
wagenhuis enz., vormende het noordelijk gedeelte,
groot 0.31.22 H.A. en nader met roode argure op
het bijgevoegde kaartje aangeduid, van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F
no. 2589, tegen ,f 750.'s jaars en het perceel wei
land, kadastraal alsvoren no. 1291, groot 0.64.40
H.A., voor 80.per 363 4 A. of 140.in totaal
's jaars, en onder de voorwaarden, welke Burge
meester en Wethouders noodig zullen achten;
IV. van de losse landen aan het Ouddeel onders
hands te verhuren voor het tijdvak, ingaande 5
Maart 1918 en eindigende 5 Maart 1923:
c. aan Herman Alves te Snakkerburen onder
Lekkum het perceel, kadastraal bekend gemeente
Jelsum sectie D no. 464, groot 4.17.50 H.A., tegen
52.per 36#/4 A. of in totaal 590.75 's jaars;
een en ander onder de voorwaarden, welke Bur
gemeester en Wethouders noodig zullen achten:
V. aan P. Bergsma. alhier, ondershands te ver
huren voor het tijdvak, ingaande 5 Maart/12 Mei
191S en eindigende op gelijke data in 1920 de tus
schen den weg Achter de Hoven, den spoorweg
Leeuwarden-Groningen, de Tynje en de Potmarge
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Maart 1918 91
liggende, perceelen weiland, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden sectie G nos. 3648, 3668, 3667,
3672 en 366!groot onderscheidenlijk 1.57.90, 1.14.40,
0.65.80, 0.88.20 en 2.29J80 H.A., het perceel tuin
grond. kadastraal alsvoren no. 3671, groot 0.44.40
H.A., benevens de perceelen, kadastraal alsvoren
nos. 3669 en 3670, als huis en erf en moestuin, groot
onderscheidenlijk 0.28.70 en 0.10.00 H.A., tegen
55.per 363/4 A. of in totaal 1106.'s jaars,
onder gehoudenheid de watermolens, kadastraal
alsvoren nos. 3650 en 3673 te bedienen en de ver
schuldigde maalgelden te innen en aan den gemeen
teontvanger-af te dragen tegen een vergoeding van
5 der afgedragen gelden, en verder onder de
voorwaarden, welke Burgemeester en Wethouders
noodig zullen achten;
VI. aan Johannes Postma, alhier, ondershands
te verhuren voor het tijdvak, ingaande 5 Maart
1918 en eindigende 5 Maart 1923, de perceelen wei
land tusschen den weg Achter de Hoven en de
Tynje, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden
sectie G. no. 3653, groot 2.17.10 H.A., tegen 45.
per 363/4 A. of 266.— in totaal 's jaars en no. 3657
groot 1.85.30 H.A., tegen 50.per 363/4 A. of
252.in totaal 's jaars en onder de voorwaarden,
welke Burgemeester en Wethouders noodig zullen
achten;
VII. goed te vinden:
a. dat met Joh. Wagenaar, alhier en G. J. van
der Meer, alhier, is overeengekomen, dat zij de
hun behoorende perceelen weiland, gelegen tus
schen den weg Achter de Hoven, den spoorweg
LeeuwardenGroningen, de Tynje en de Potmar
ge, kadastraal bekend sectie G, onderscheidenlijk
nos. 3655 en 3660, tegen een vergoeding van 91.
en no. 576*3 tegen een vergoeding van 83.33, beide
berekend naar een jaarljjksche rente van 5 van
de koopsom, vóór 5 Maart 1918 ter beschikking van
de gemeente hebben gesteld, om die perceelen in
bouwland om te zetten;
c. dat liet zuidoostelijk gedeelte, groot 0.22.48
H.A., nader op het bijgevoegde kaartje in roode
kruisaiyure aangeduid, van het perceel, kadastraal
bekend sectie F no. 2589, en het perceel derzelfde
sectie no. 2590. groot 0.42.50 H.A., als tuintjes in
perceelen van 1 A. voor 3.50 per perceel geduren
de 1918 worden verhuurd;
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Dijkstra herinnert eraan dat hij in 1916
heeft voorgesteld de plaatsen in eigen beheer te
nemen. Hij heeft erover nagedacht en meent ver
standig te doen niet met een uitgewerkt voorstel te
komen, daar inmiddels de samenstelling van den
Raad gelijk is gebleven.
Met het rapport van den deskundige kan spreker
zich niet vereenigen. En wel hoofdzakelijk, omdat
de gemeentelijke deskundige geen gegevens heeft
verstrekt op grond waarvan hij zijn cijfers duidelijk
maakt. Hij stelt b.v. voor Kleienburg te verhuren
voor -12.tot 48.Op welke gronden doet bij
dat, vraagt spreker. Ook blijkt uit het rapport be
treffende „de Magere Weide" en andere landen'
nergens uit, waarom de daarvoor aangegeven taxa
tieprijzen juist, of ten minste zoo juist mogelijk zijn.
Spreker hecht niets aan de taxatie als niet uit
cijfers blijkt dat zij juist is. !u de vorige zitting
beeft spreker voorbeelden aangehaald. Hij zal
daarmee den Raad nu niet vermoeien, maar wil
toch iets in liet midden brengen. „Kleienburg" zal
worden v. rhuurd voor 48.b.v. voor 5 jaar.
Daarbij komt dat de gemeente 1000 ton terpaarde
gratis verstrekt. Spreker komt dan tot de conclusie
dat die huur voor een ingepolderde plaats van die
structuur verre van juist is. Spreker wil verder
wijzeipop „de Magere Weide". Hij is met die plaats
heel goed bekend. Op de voor die plaats geschatte
waarde valt heel wat af te dingen
De heer Schaafsma: „bij te dingen".
De heer Dijkstra bedoelt dat natuurlijk ook. De
heeren zullen zich herinneren dat er het vorig jaar
aanmerking is gemaakt op het gemeentebestuur,
toen bij het ombreken van greide de condities wer
den overgenomen van het Centraal Pachtbureau.
Burgemeester en Wethouders zeiden terecht: als
de voorwaarden door het Centraal pachtbureau
worden vastgesteld moeten wij die aanvaar
den. Yoor alle landen konden die voorwaar
den echter niet worden aanvaard. Burgemees
ter en Wethouders kondén die voorwaarden
gemakkelijk aanvaarden. Yoor de praktijk toch
komt het erop aan wat moet worden betaald. Het
ongebroken stuk van „de Magere Weide", bet beste
stuk land dat spreker kent, doet nu 80.a 90.-
per pondemaaf. Op een afstand van één minuut is
land verhuurd voor 175.per pondemaat. Even
verder een stuk weiland voor 170.en een voor
180.per pondemaat. Ook is er een stuk los land
van „do Magere Weide" verleden jaar verhuurd
voor 80.per pondemaat. Deze enkele cijfers,
meent spreker, demonstreerei., dat men niet op de
taxatie kan afgaan, als deze niet op cijfers is ge
baseerd. Dat is sprekers grooto grief tegen de taxa
tie.
Ten slotte heeft spreker nog een ander bezwaar.
Er staat in hot voorstel: op 5 Maart 1918 eindigt
de huur enz. Nu is het de 26ste en is het zeker meer
dan tijd om over de wederinhuring te spreken. Of
nu liet voorstel goed is of niet, spreker heeft niet
den moed om het voorstel te verwerpen, omdat de
bewoners daardoor in ongelegenheid komen. Die
kunnen, daar de plaatsen vóór Januari worden ver
huurd, nergens meer terecht. Dat is sprekers gri f,
dat Burgemeester en Wethouders den Raad voor
een fait accompli stellen. Spreker stelt daarom
voor:
de verschillende voor verhuring voorgedragen
landerijen voor 1 jaar te verhuren.
Sprekers bedoeling is dat er dan in den volgen
den herfst over de verhuring kan worden gespro
ken. Hij hoopt dan zakelijke cijfers in het rapport
te vinden van den landbouwdeskundige, opdat hij
met een gerust geweten de landerijen kan verhu
ren. Er is spreker tegengevoerd, dat de in de buurt
liggende plaatsen van het St. Anthony gasthuis de
zelfde huur doen. Maar spreker meent dat die ver
gelijking niet opgaat. Spreker weet niet of de voog
den ook verantwoording schuldig zijn, maar die
stichting kan het land wel voor alle prijzen ver
huren. Met gemeente-eigendom moet de Raad wat
serieus zijn.
De Voorzitter zegt dat de heer Dijkstra met de
hem eigene beslistheid eenige beweringen heeft ge