Vergadering van Dinsdag 10 December 1918.
324gg Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 191j
Voortzetting der vergadering op Woensdag 4 December 1918.
De heer Nyholt zou graag willen weten, wat Bur
gemeester en Wethouders hebben tegen het voor
stel van rapporteurs. Hij gelooft, dat Burgemeester
en Wethouders er geen ernstige' bezwaren tegen
kunnen hebben, daar rapporteurs alleen willen, dit
de Baad zieh uitspreekt dat hij de aschlnndzaak
spoedig afgedaan wil hebben. Dat staat niet in het
voorstel van Burgemeester en Wethouders en dat
van rapporteurs gaat dan ook verder en geeft steun
aan dat van Burgemeester en Wethouders. Gaarne
verneemt spreker de bezwaren van het college, dat
hij in overweging geeft hun voorstel in te trekken.
De heer Oosterhoff (wethouder) zegt, dat Bur-
g meester en Wethouders van meening zijn, dat rap
porteurs hun voorstel wel kunnen intrekken, als
Burgemeester en Wethouders toezeggen het asch-
land-vraagstuk zoo spoedig mogelijk te zullen be
handelen- Zij willen dat wel doen, als de Baad dat
„zoo spoedig mogelijk" niet opvat als te beteeke-
nen „binnen vier weken". Het onderzoek door den
heer Perk ingesteld is toch zeer uitgebreid en dat
kost tijd.
De heer Nyholt zegt, dat het na de gedane toezeg
ging niet noodzakelijk is dat rapporteurs hun voor
stel handhaven.
Spr. trekt het dan ook namens Rapporteurs in. Er i-
een advies gevraagd en nu hangt het van de manier
van werken af, hoe vlug de adviseur gereed is.
Spreker wil er niet op aandringen dat het rapport
er binnen een bepaalden tijd is, maar als Burge-
meesster en Wethouders den adviseur zeggen, dat
zij er prijs op stellen, dat het rapport spoedig bin
nenkomt, zal de adviseur daar wel rekening mee
houden. Spreker hoopt dat de besprekingen ertoe
hebben geleid, dat het asehlandvraagstuk spoedig is
afgedaan.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en ethou-
ders en het College ten opzichte van het asehland
vraagstuk diligent verklaard.
Met algemeene stemmen wordt besloten inge
volge onderdeel 2 van het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders (bijlage 4(3, pag. 283);
Ten opzichte van onderdeel 3 van het voorstel van
rapporteurs, de gemeentelijke wasehinrichting, is
reeds geprae-adviseerd.
De heer Nyholt trekt daarom namens de Com
missie van Rapporteurs onderdeel 3 van het voor
stel van rapporteurs in.
Ten opzichte van onderdeel a wordt met alge
meene stemmen besloten overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
Ten opzichte van onderdeel b wordt met alge
meene stemmen besloten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen vooi
zoover noodig voor de som van 1.250.274.69 eeue
tijdelijke geldleening aan te gaan, uiterlijk vooi
den tijd van een jaar, tegen eeue rente hoogstens
gelijkstaande met liet promessendisconto Hij de
Ncderlandsche Bank, zoo noodig verhoogd met de
daarop vallende kosten en verder op de wijze en
onder zoodanige voorwaarden en bepalingen als /i
in het belang der gemeente nuttig en noodig zullen
achten.
Ten opzichte van onderdeel e wordt met alge
meene stemmen besloten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen, oirl
ter voorziening in de eventueele behoefte aan kas
geld tot het gaande houden van den geregeldel
dienst, de daarvoor op de gemeentehegrooting vooi
1919 uitgetrokken tijdelijke geldleening, zo*
ver noodig aan te gaan, uiterlijk voor den tijd va
een jaar, tegen vene rente hoogstens gelijkstaand!
met het promessendisconto bij de Nederlandse)!#
Bank, zoo noodig verhoogd met de daarop vallend:
kosten en verder op de wijze en onder zoodanig»
voorwaarden en bepalingen als zij in het belang deil
gemeente nuttig en noodig zullen achten.
Ten opzichte van onderdeel d wordt met alge
meene stemmen besloten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen de ii
1919 te ontvangen sommen wegens afkoop va»
grondpaehten, grafgelden, het voortdurend onder
houd der van particulieren overgenomen straten
en voor zoover noodig of gewenscht, wegens deel
verkoop van gebouwde en ongebouwde eigendoiüj
men (behalve de ongebouwde eigendommen aan hel
Nieuwe Kanaal), te doen inschrijven op de groot!
boeken der Nationale Schuld-
Niéts meer te behandelen zijnde, sluit de Voor
zitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 December 1918. 325
Tegenwoordig 23 leden, te weten de heeren Dijkstra,
de Haan, Fransen, Cohen, Zandstra, Tulp, Dijstra,
Terpstra, Collet, Berghuis, de Vos, Haverschmidt,
Tiemersma, de Boer, Hiemstra, Nijholt, Oosterhoff,
van Weideren baron Rengers, Schaafsma, Attema,
Beekhuis, Schoondermark en van Sloterdijck.
Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving de heer
Koopmans.
Zonder kennisgeving de heer de Vries.
Voorzitter: de heer Jhr. mr. J. M. van Beyma, Burge
meester.
I. Wordt medegedeeld
1. schrijven van Gedeputeerde Staten waarbij de
ontvaDgst wordt bericht van een afschrift van het
raadsbesluit van 12/26 November 1.1. tot vaststelling
van een verordening betreffende den nachtarbeid in
bakkerijen
dat door hen is goedgekeurd het raadsbesluit d.d.
12 November 1.1. tot vaststelling van de huurprijzen
van woningen aan de Jacob Binckesstraat
2. bericht van den heer A. de Vos dat hij de
benoeming tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand
en van den heer F. J. A. Fritzlin dat hij de benoe
ming tot voogd der Stadsarmenkaraer en tot lid van
de commissie van beheer over het Stadsziekenhuis
aanneemt.
3. rapporten naar aanleiding van de toezegging
gedaan in de raadsvergadering van 29 Mei 1916 omtrent
onderzoek van het gas der gemeentelijke gasfabriek.
De mededeelingen 13 worden voor kennisgeving
aangenomen.
4. adres van A. Vossenberg e. a. houdende ver
zoek om gasnrijsverlaging, verbetering van de kwaliteit
van het gas en om hen voor het oververbruik over
de maand October 1918 niet te laten bijbetalen.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van afdoening.
5. adres van F. Kampstra om restitutie van het te
veel betaalde voor verbruikt gas.
Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd.
6. voorstel van het lid van den raad, den heer
S. Nijholt, omtrent berekening van kosten van nood-
aanleg van gas- en electriciteitsleidingen.
Zal bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd.
7. adres van den Nederlandschen Federatieven
Bond van personeel in openbaren dienst, houdende
verzoek om invoering van den maximalen 8-urigen
arbeidsdag met den vrijen Zaterdagmiddag enz.
Zal bij de stukken vvor het te wijzigen werk
liedenreglement worden gevoegd.
8. adres van het bestuur der afd. Leeuwarden van
den Nederlandschen Christelijken Bond van personeel
in publieken dienst, houdende verzoek overeenkomstig
het voorstel der heeren Schaafsma en Tiemersma tot
invoering van den 8-urigen werkdag te besluiten.
Zal bij de stukken worden gevoegd.
9. alsvoren van het bestuur der afd. Leeuwarden
van den Diocesane Boeren- en Tuindersbond om
meerdere verlichtingsartikelen voor veestallen.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van afdoening.
10. alsvoren van het „perscomité tot bestrijding
der zedeloosheid" om in de betrekkelijke verordeningen
bepalingen op te nemen tegen prostitutie.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
11. wordt voorgesteld, overeenkomstig het besluit
van 9 November 1909, over te gaan tot benoeming
eener commissie van onderzoek van de rekening en
verantwoording der Stads Bank van Leening, dienst 1918.
De voorzitter wijst, indien den Raad de benoeming
niet aan zich wenscht te houden, daarvoor aan de
heeren Rengers, de Vos en Nijholt.
12. schrijven van Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarderadeel om een door hen aan den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel gericht
adres om verlaging van den boterprijs te willen steunen.
Wordt gerenvoyeerd aan Burgemeester en Wet
houders, opdat deze terzake in overleg treden met het
bestuur der vereeniging van Ned. Gemeenten.
13. dat Burgemeester en Wethouders
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
II. Wordt ter tafel gebracht
1. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een voorzitter en plaatsver
vangend voorzitter van de commissie voor de ge
meentelijke arbeidsbeurs, wegens periodieke aftreding
respectievelijk der heeren Mr. A. van Giffen en Mr.
M. Goslings.
De aanbevelingen luiden als volgt
Voorzitter:
1. Mr. A. van Giffen.
2. Mr. J. W. Tijsma.
Plaatsvervangend voorzitter
1. Mr. M. Goslings.
2. Mr. L. J. van Apeldoorn.
2. Alsvoren van 2 leden en 2 plaatsvervangende
leden-werkgevers en 2 leden en 2 plaatsvervangende
leden-werknemers dier commissie.
De aanbevelingen luiden als volgt
Leden-werkgevers
I. 1. D. Landeweer.
2. J. Koopmans.
II. 1. W. Fransen Jz.
2. A. J. Woltring.
Plaatsvervangende leden-werkgevers
I. 1. W. A. Eisma Czn.
2. F. Rommerts.
II. 1. J. H. Stoett.
2. KI. W. Wits.
Leden-werknemers
I. 1. D. H. Everaarts.
2. Ph. Oppenhuis.
II. 1. K. Dijkstra.
2. J. van Dijk.
Plaatsvervangende leden-werknemers
I. 1. H. Snoek.
2. Tj. Hommes.
II. 1. M. Rozema.
2. H. Maurits.
De stukken 1 en 2 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
3. Voordracht van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een onderwijzer aan de ge
meenteschool no. 12 (vacature G. G. Ellerbroek).
De voordracht luidt als volgt
1. J. P. Heineker, onderwijzer aan gemeente
school no. 6.
2. J. Faber, onderwijzer te Ureterp.
3. C. B. Bakker, onderwijzer te Oud-Kaispel.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
hun een crediet te verleenen voor het maken van een
nieuwen walmuur aan het Noord vliet.
5. Alsvoren om aan de provincie in erfpacht uit
te geven het terrein der electrische centrale aan den
Kanaalweg N. Z. met achtergelegen grond en recht
van voorkoop te verleenen op gemeentegrond aan
den Sneekertrekweg, alsmede om te zijner tijd met
haar een ruiling van grond daar ter plaatse aan te gaan.
3. Voorstel ran Burgemeester en Wethouders.
a. tot wijziging der gemeentehegrooting voor 1918;
b. tot het aangaan eener tijdelijke geldleening, dienst 191k,
e. tot het aangaan eener tijdelijke leening ter voorzienim
in de euentueele behoefte aan kasgeld, dienst 191S,
d. tot het inschrijven op de grootboeken der Xat ion ah
schuld run diverse in 1919 te ontvangen bedragen
a. hebben benoemd tot klerk ter secretarie mej.
K. van Beemen, thans schrijfster ter secretarie tot
opzichter bij den dienst der gemeentewerken den
heer P. Bleeksma, alhier;
b. bij openbare inschrijving hebben gegund de
pacht van het marktgeld gedurende 1919, 1920 en
1921 aan E. Smit te Leeuwarden, voor f 1565.per jaar.