Vergadering van Dinsdag 13 Jannari 1920. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1920. zachtst uitgedrukt moet worden betwijfeld, meenen Burgemeester en Wethouders niet anders te kunnen doen dan deze uitlating te laten voor rekening van het betrokken lid der sectie. Volgno. 221. Burgemeester en Wethouders vinden in de door het lid der eerste sectie aangevoerde be zwaren geen aanleiding om den uitgaafpost voor de schoonheidscommissie niet te handhaven. Yolgno. 237. Ten aanzien van de tuberculose-ver- pleging wordt bij deze door Burgemeester en Wet houders het belang van een sanatorium voor Friesland inziende, van den Raad machtiging gevraagd om namens den Raad aan de verschillende Friesche gemeen ten, te vragen in plaats van de door het Bestuur van het sanatorium gevraagde jaarlijksche subsidie, te trachten een fonds, b.v. door een bijdrage in eens naar verhouding van het zielental der gemeente, bij een te brengen ter verhooging van het grondkapitaal, teneinde na het inkomen van de antwoorden alsnog nader onder de oogen te zien, wat de gemeente Leeu warden zal doen, wanneer onverhoopt niet de ge vraagde medewerking van andere gemeenten mocht worden verkregen. Waar het college meent dat dit ook en misschien beter bereikt kan worden door de afdeeling Friesland van de vereeniging van Nederlandsche gemeenten, stellen Burgemeester en Wethouders aan den Raad bij deze voor van die afdeeling lid te worden en voorloopig met haar in boven aangehaalden geest te overleggen. Verder stelt het college zich voor, dat door het sanatorium de kostprijs wordt berekend, en dat voor on- en minvermogende patiënten door de gemeente geheel of ten deele wordt bijgesprongen, evenals tot dusver geschiedde. Bij het slot van dit antwoord op het sectierapport stellen Burgemeester en Wethouders den Raad voor den ontvangpost onder volgno. 46 der algemeene be grooting te verhoogen met f 116,000.— en alzoo te brengen op f 232,000.op grond van het bij de Tweede Kamer ingekomen wetsontwerp tot wijziging van de Uitkeeringswet van 1897. De wijziging die hierdoor in het heffingspercentage kan worden gebracht zou een verlaging bedragen van ongeveer 0.45 procent, en kan nader na behandeling der begrooting onder de oogen worden gezien. Wegens ongesteldheid van den wethouder van onderwijs kan op enkele vragen op onderwijs betrekking hebbende geen voldoend antwoord worden gegeven; dit kan alzoo eventueel nog later worden tegemoet- gezien. Leeuwarden, 23 December 1920. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. M. GOSLINGS, Secretaris. 378 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Januari 1920. 1 Tegenwoordig 19 leden, te weten de heerenTerpstra, Dijkstra, Postma, Visser, De Vos, Oosterhoff, Tie- mersma, Zandstra., Nijholt, Van der Werff, Collet, IJ. de Vries, Van Weideren baron Rengers, Jansen, De Boer, O. F. de Vries, Schaafsma, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi en de heer Schoondermark. Afwezig 6 loden, waarvan met kennisgeving de heeren Fransen, Berghuis en Tulp, zonder kennis geving mevrouw Besuijen Lindeboom en de heeren Dijstra en Lautenbach. Voorzitterde heer Jhr. mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. Het verslag der vergadering van 9 December 1919 wordt onveranderd vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat bij Koninklijk besluit van 11 December 1919 no. 14 is goedgekeurd het raadsbesluit van den 28 October 1919 tot wijziging van het raadsbesluit van 13 November 1897 tot het heffen van opcenten op de hoofdsom der rijks personeele belasting. 2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het navorderingskohier van de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1919 en het raadsbesluit d.d. 22 December 1919 betref fende verkoop van een gedeelte te dempen sloot langs de Spanjaardslaan aan Y. Jelsma. 3. dat Gedeputeerde Staten hunne beslissing heb ben verdaagd inzake de goedkeuring van het raads besluit d.d. 22 December 1.1 tot aanwijzing van een plaats voor schoolbouw. 4. rapporten omtrent de samenstelling van het gas der gemeentelijke gasfabriek ingevolge de toezegging, gedaan in de raadsvergadering van 29 Mei 1916. 5. proces-verbaal van de opneming van de boeken en de kas van den gemeente-ontvanger. 6. berichten van aanneming der benoeming a. als lid der commissie van administratie van de Stads Bank van leening door Th. H. v. d. Meulen b. als voogdessen van het Nieuwe Stads weeshuis door mevrouw J. C. BinnertsRis, mevrouw A. A. E. van der Meulen Oosterhoff, mevrouw A. Oltmans Bémond en als voogd door J. M. Kingma c. als lid der Schattingscommissie voor de Inkom stenbelasting 1919 door J. Oosterhoff; d. als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 1 door mejuffrouw J. M. L. W. Zelle e. als lid der commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs van P. T. Poppens. De mededeelingen 16 worden voor kennisgeving aangenomen. 7. schrijven van Z. Feddema, dat hij de benoeming tot voogd van het Nieuwe Stads Weeshuis niet aanneemt. De beraadslagingen worden geopend. De heer Do VosPIs dat de mededeeling van den heer Feddema" De Voorzitter „Ja". De heer De Vos zou daar dan een woord over willen zeggen. Als van Feddema deze mededeeling was ingekomen zonder meer, zou spreker 't zich kunnen begrijpen, maar er komt een toelichting bij, waaruit blijkt, dat zijn benoeming eigenlijk een onge luk is geweest en als spreker 't goed begrijpt is dit aan Feddema meegedeeld door de sociaal-democratische fractie. Spreker wou vragen of het nu al zoover is gekomen dat de „raad van 13", die hun stemmen op Feddema hebben uitgebracht want anders begrijpt spreker niet, omdat de stemming geheim is, dat Feddema van een ongeluk kan spreken nu aan een benoemde al gaat verzoeken om maar eenvoudig te bedanken. Spreker begrijpt er niets van. Hij moet eerlijk zeggen, dat hij hiermede in verband brengt de vraag die in de vorige vergadering is gesteld, om eerst de begrooting te behandelen en daarna de be noemingen, waaronder ook die voor de voogden van het Weeshuis. Spreker zou graag inlichtingen willen hebben het wordt hem nu al te mooi, de Raad weet zoo niet waar hij aan toe is en dat zich dergelijke dingen voordoen, dat iemand moet bedanken, omdat zijn be noeming een ongeluk is geweest, dat lijkt nergens op. De beraadslagingen worden gesloten. De mededeeling onder punt 7 wordt voor kennis geving aangenomen. 8. aanbeveling van voogden van het Nieuwe Stads Weeshuis, voor de vervulling van de vacature Z. Feddema, die zijne herbenoeming niet heeft aan genomen 1. L. Zijlstra. 2. L. van der Meij. 3. B. Klein Wassink. Er zal heden worden overgegaan tot benoeming. 9. bericht van mr. O. W. Stheeman, A. L. Brouwer, mr. A. G. Menzel, mr. A. W. Koch, mevrouw M. L. Stoop Seeuwen, dr. H. F. Huisken, H. Feddema, A. J. Reijntjes en J. de Bruin Jr., dat zij ontslag nemen als lid der commissie van toezicht op het Lager Onderwijs, wegens het niet herbenoemen van dr. H. F. Th. Ringnalda, die door de commissie daarvoor werd aanbevolen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Zandstra spreekt als volgt Het schrijven, waarin de schoolcommissie aan den Raad kennis geeft van haar aftreden, noopt me de volgende opmerkingen te maken. Sedert jaren is deze commissie samengesteld geweest uit bepaalde groepen onzer bevolking, sedert jaren is do arbeidersklasse uit deze commissie zorgvuldig geweerd. En niet alleen de arbeidersklasse. De heer Lautenbach heeft een paar weken geleden geschetst hoe ook de kerkelijke partijen uit alle raadscommissiën werden geweerd en hoe in 't algemeen de kleine minderheden in den Raad op nauwelijks fatsoenlijke wijze door de „lords" werden bejegend. Tegen deze ergerlijke en aanmatigende uitsluiting zijn de sociaal-democraten altijd opgekomen. Niet zonder succes. In de schoolcommissie werden enkele kerkelijken gekozen, zelfs een enkele sociaal-democraat. Inmiddels hadden de jongste verkiezingen voor den Gemeenteraad bewezen, dat 2/5 van de bevolking sociaal-democratisch stemde. Tien raadszetels werden ons toegewezen. De sociaal democraten staan op het standpunt dat naar deze verhouding de S. D. A. P. niet voldoende in de schoolcommissie vertegenwoordigd is. Wat gebeurt nu? Er zijn drie plaatsen in de school commissie te bezetten. Aanbevolen wordt geen enkele sociaal-democraat. Wel wordt voor den afgetreden se cretaris, die vrijzinnig van richting is, een anti- revolutionnair als no. 1 aanbevolen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 1