Vergadering van Dinsdag 25 Mei 1520. 186 Verslag van de nandelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Mei 1920. „toelating van leerlingen op de U. L. O. en M. U. L. 0. „scholen plaats Spreker stelt voor dat deze vraag in behandeling zal worden genomen en dat hiertoe de volgende vergadering de gelegenheid zal worden gegeven. Dienovereenkomstig wordt besloten. Ter behandeling van 16. Agenda no. 12). Rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften zoo in eersten aan leg als in beroep, dienst 1918 en dienst 1919 wordt in geheime vergadering overgegaan. Na heropening der openbare vergadering wordt, niets meer te behandelen zijnde, de vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Mei 1920. 187 Tegenwoordig 21 leden, te weten de heeren Schaaf- sma, Dijstra, Van der Werff, Tulp, Visser, Lautenbach, Tiemersma, Van Welderen baron Rengers, De Vos, De Boer, Collet, Terpstra, Postma, Dijkstra, Zandstra, Fransen, mevrouw Buisman-Blok Wijbrandi, de heeren O. F. de Vries, Jansen, Berghuis en Schoondermark. Later zijn ook tegenwoordig de heeren IJ. de Vries en Nijholt. Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving mevrouw BesuyenLindeboom, zonder kennisgeving de heer Oosterhoff. Voorzitter: de heer Jhr. mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. De notulen der vergadering van 23 Maart 1920 worden onveranderd vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. Koninklijk besluit d.d. 20 April 1920 no. 25, waarbij aan de gemeente voorschotten en bijdragen in de annuïteiten worden verleend ten behoeve van den bouw aan den Groningerstraatweg van 100 wonin gen door de Vereeniging voor Volkshuisvesting, als mede beschikking van den Minister van Arbeid, houdende nadere voorwaarden verbonden aan dat Koninklijk besluit; 2. dat bij Koninklijk besluit d.d. 3 Mei 1920 no. 30, is goedgekeurd het raadsbesluit d d. 22/29 December 1919 tot wijziging der verordening op de heffing eener plaatselijke directe belasting naar het inkomen 3. beschikking van den Minister van Arbeid d.d. 18 Mei 1.1. no. 8111 afd. V, waarbij het plan voor den bouw van 40 middenstandswoningen bij den Groningerstaatweg wordt goedgekeurd en een rijks bijdrage van ten hoogste 105,004.50 voor dien bouw wordt verleend 4. dat Gedeputeerde Staten a. de ontvangst hebben bericht van het raadsbesluit d.d. 23 Maart 1.1. tot wijziging der verordening op de marktpolitie. De mededeelingen onder 1 4a worden voor kennis geving aangenomen. b. niet hebben goedgekeurd het raadsbesluit d.d. 11 Mei tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1920, in verband met de verhooging der stichtingskosten van het abattoir. Door Burgemeester en Wethouders wordt voorge steld van deze beslissing in beroep te gaan bij de Koningin en Burgemeester en Wethouders te machtigen daartoe verder het noodige te verrichten. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijstra heeft zich altijd verklaard voor een abattoir, maar hij heeft ook vanaf het oogenblik, dat hij zich er voor heeft verklaard, gezegd, dat de om standigheden, waaronder men tot den bouw zou over gaan, zeer ongunstig waren. Bij gelegenheid van de laatste verhooging met 110.000.waarvoor de financieele commissie de gelegenheid heeft gehad om hare goedkeuring uit te spreken over de wijziging van de begrooting, heeft spreker daarbij dan ook een minderheidsnota gelegd, maar om formeele reden kon deze toen niet bij de stukken worden gevoegd. Spreker voelt nu met het college van Gedeputeerde Staten de bezwaren om de begrootingswijziging goed te keuren, hij kan verklaren dat hij de motieven van genoemd college volkomen onderschrijft en hij acht het gelukkig dat op deze wijze een rem wordt aangezet op een arbeid, die kan leiden tot uiterst gevaarlijke financieele gevolgen. Waarom spreker zich verklaart tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders om ten opzichte van de beslissing van Gedeputeerde Staten bij de Kroon in beroep te gaan. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 15 tegen 6 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heeren Schaafsma, Tulp, Visser, Tiemersma, De Boer, Collet, Terpstra, Dijkstra, Zand stra, Fransen, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren O. F. de Vries, Jansen, Berghuis en Schoondermark. Tegen stemmen de heeren Dijstra, Van der Werff, Lautenbach, Van Welderen baron Rengers, De Vos en Postma. 5. proces-verbaal van de opneming der kas van de gemeente-gasfabriek en het gemeentelijk electrici- teitbedrijf door den verificateur der gemeentefinancien 6. schrijven van Burgemeester en Wethouders van Oud Beijerland, waarbij ter kennis van den Raad wordt gebracht een door den Raad van eerstgenoemde ge meente aangenomen motie betreffende reorganisatie van de politie in het algemeen, in het bijzonder dat de gemeentepolitie rijkspolitie wordt, met uitnoodiging bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal daarmede instemming te betuigen De mededeelingen onder 5 en 6 worden voor kennis geving aangenomen. 7. adres van F. van Dijk Tzn. e.a. waarbij er op wordt aangedrongen bij de oprichting van een dag handelsschool het onderwijs aan een tweejarigen voor bereidenden cursus, aansluitende aan het lager onder wijs, te doen voorafgaan, De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijstra zou een vraag willen stellen. In het adres wordt er op gewezen, dat men niet het systeem moet volgen van de 3-jarige H.B S. als voorlooper van de daghandelsschool. Spreker heeft niet de gegevens ter beschikking om daarover voldoende te kunnen oordeelen, maar hij is wel van meening, dat men over het algemeen de 3-jarige H.B.S. niet prefereert als voorlooper van de daghandelsschool. Spreker zou gaarne van den Wethouder van Onderwijs hooren in welk stadium deze zaak is. De heer Schoondermark (wethouder) kan kort zijn. De zaak is in zooverre in orde dat het nog zwart op wit moet, het plan de campkgne is heelemaal gereed. Spreker moet wel zeggen, dat hij het betreurt, dat, waar dit plan de campagne aan den Raad is mede gedeeld bij het vertrek van den heer Peletier, het toen dus alreeds een publiek geheim was, waardoor het publiek al wist welk voornemen Burgemeester en Wethouders hadden, men, nu het bijna gereed is weer komt met een ander plan. Spreker voor zich gaat uit van het standpunt, dat men plannen kan maken zoo veel men wil, spreker komt met het plan, dat hij denkt dat goed is, anders komt er geen eind aan 't werk. De Raad heeft dan maar te beslissen om het plan al of niet goed te keuren elk raadslid heeft dan het recht om een ander voorstel te doen. De beraadslagingen worden gesloten. Het adres onder 7 wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 1