382 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1921. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. Aan de orde zijn de Uitgaven. Volgnos. 1326 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 27Aankoop steenkolen en verbruik elec- triciteit26,400. De beraadslagingen worden geopend. De heer Collet heeft in de sectie de opmerking ge maakt dat deze uitgaven wel een beetje te hoog zijn opgeschroefd. Voor de te gebruiken steenkolen en elec- triciteit is geraamd 26,400.en voor zuiverings materiaal 16,200.Spreker heeft het ook uitgerekend maar kan voor beide posten te zamen niet hooger komen dan 28,000.a 29,000.Hij heeft er ook de op merking bij gemaakt dat, nu deze zaak binnenkort aan de Naamlooze Vennootschap overgaat, het mogelijk is dat deze te veel krijgt, waar het niet onwaarschijnlijk is dat, doordat deze uitgaven te hoog zijn geraamd, dit jaar een zekere winst wordt gemaakt. Men vindt ook op de volgende bladzijde de buiten de gewone zeer hooge extra afschrijving a 15,000.Spreker is van oordeel dat men met dat alles de Naamlooze Vennoot schap te veel cadeau zal geven. Hij wil de Vennootschap geven wat haar toekomt maar ook niet meer. Als Bur gemeester en Wethouders dan ook niet toezegging kunnen geven dat bij de overdracht rekening zal worden gehouden met de voordeelen, die hieruit kunnen voort vloeien, zou spreker verlaging dezer posten willen voor stellen. Zoolang Leeuwarden de exploitatie van de waterleiding heeft moeten eventueele winsten ook komen in de gemeentekas. De Voorzitter antwoordt dat de bedoeling van Bur gemeester en Wethouders ook is dat de Vennootschap krijgt het hare en ook niet meer. Spreker verwacht dat zij ook wel niet meer zal verlangen. Wat nu precies ,,het hare" is, is niet omschreven, maar de bedoeling van Burgemeester en Wethouders is dat, indien blijkt dat deze posten te hoog zijn opgezet, de Vennootschap daar van niet zal profiteeren. In de Memorie van Antwoord is ook al gezegd dat het de groote vraag nog is of het gebruik van electriciteit zooveel te hoog is geraamd, 't Is mogelijk dat de prijs iets naar beneden gaat maar ten opzichte daarvan geldt niet de kolenclausule voor Leeuwarden maar die van Leeuwarderadeel. De opmer king ten aanzien van den prijs van de steenkool is ook in de Memorie beantwoord; 't zal misschien blijken dat die raming iets te hoog is, maar daartegenover staat ook weer dat de Naamlooze Vennootschap het hare zal krijgen, maar dat ook de gemeente het hare moet heb ben. Het is ook daarom dat Burgemeester en Wethou ders thans willen voorstellen volgno. 35, 't welk luidt: „Een aandeel in de algemeene kosten der gemeente in verhouding tot de diensten door de Gemeente aan het bedrijf verleend", al is het dan misschien ook tegen het principe, dat de Raad heeft uitgesproken bij de andere begrootingen, dat deze post wordt uitgetrokken onder de benaming: „Winstuitkeering aan de Gemeente". De post kan men wel op hetzelfde bedrag laten staan, maar wanneer hij werd uitgetrokken als aandeel in de algemeene onkosten der gemeente, dan zou de gemeente ook niet meer dan 5000.waarop de post is uitge trokken, mogen ontvangen, terwijl het zich laat aanzien, als werkelijk de uitgaven iets lager zullen zijn dan de raming onder volgno. 27, dat de winstuitkeering iets grooter dan 5000.zal kunnen worden. Daarom stelt het college voor om, hoewel het niet in den geest is van het algemeen principe, dat is uitgesproken bij de vorige begrootingen, in dit bijzonder geval van een winstuitkeering aan de gemeente te spreken. Spreker gelooft dat dit hier beter is. De heer Collet zegt: mijns inziens zal er winst worden behaald, die door Leeuwarden is betaald en die dus ook ten bate moet komen van Leeuwarden en niet ten bats van de Vennootschap. Men moet zich echter ook netjes gedragen tegenover de Vennootschap en niet overdrijven door te zeggen dat men niet moet afschrijven omdat dit voordeel is voor de Vennootschap. Wanneer evenwel winst wordt gemaakt, zoolang de waterleiding nog aan de gemeente zelf behoort, dan moet die winst ook in het bedrijf komen en daarmee zal dan ook bij de over dracht aan de Naamlooze Vennootschap rekening wor den gehouden. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 27 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 2834 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 35 wordt, overeenkomstig het door den Voor zitter aangebrachte voorstel, gewijzigd in: Winstuitkeering iaan de Gemeente", en overigens onveranderd vastgesteld. Volgnos. 3641 worden onveranderd vastgesteld, waarna het totaal der Uitgaven wordt vastgesteld. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1921. o83 Aan de orde zijn de Inkomsten. Volgnos. 1—12 worden onveranderd vastgesteld, waarna het totaal der Inkomsten wordt vastgesteld. De geheele begrooting wordt vastgesteld. De Voorzitter merkt op dat ten aanzien van een post van de begrooting voor de gasfabriek nog een kleine mededeeling zal worden gedaan door den heer Berg huis en verleent daartoe het woord aan dezen. Aan de orde is wederom (van de ontwerp-begrooting der Gemeentelijke Gasfabriek). Volgno. 21. Revenuen van het reservefonds Memorie. De beraadslagingen worden voortgezet. De heer Berghuis (wethouder) memoreert dat door den heer Oosterhoff de vraag is gedaan waarom de revenuën van het reservefonds voor Memorie zijn uit getrokken. Deze post is zoo ontstaan doordat in 1921 een nieuwe verordening is gemaakt en het thans de eerste maal is dat de nieuwe verordening op het reservefonds in werking treedt. Daarin is bepaald dat het reserve fonds moet worden belegd bij de gemeente zelf. Maar nu stond men voor de moeilijkheid dat een gedeelte van dat fonds in effecten is belegd, wat niet voldoet aan de verordening. Daarom is nu gemeend dat het beter was het geheele bedrag voor Memorie uit te trekken. De Raad kan zich hierover echter nog uitspreken en wel besluiten om deze memorierente bij de reserve te boeken of wel te doen strekken voor uitvoering van buitenge wone werken, te meer waar de verordening niet spreekt over de door de gemeente voor het gebruik te betalen rente. Burgemeester en Wethouders waren van plan ge weest deze rente, zonder rente aan de gemeente in re kening te brengen bij het sluiten van de rekening van het bedrijf, over te doen brengen onder de buitenge wone ontvangsten der gemeente. De heer Collet zegt dat ook de opmerking is gemaakt dat verschillende stukken in waarde zijn gedaald. Zou het nu niet goed zijn dat deze rente voorloopig werd gebruikt om het tekort op de effecten te dekken? De heer Berghuis (wethouder) meent ook, dat de opmerking welke de heer Collet maakt, misschien ondervangt de waardeberekening van de effecten. De lieer Oosterhoff kan dan bij het slot der rekening zien hoe de stand dier waarden is. Spreker zegt toe dat Burgemeester en Wethouders zullen zien of zij dezen post op die manier kunnen onderbrengen, daarbij in aanmerking nemende de waarde der effecten van de reserve bij het sluiten der bedrijfsrekening. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 21 wordt onveranderd vastgesteld, waarna het totaal der Baten wordt vastgesteld. De geheele begrooting wordt vastgesteld. Te 1.uur namiddags wordt de vergadering ge schorst. Te 1.45 uur namiddags wordt de beraadslaging voortgezet. Aan de orde is de ontwerp-Gemeente-begrooting (bijlage no. 1). De Voorzitter stelt voor over te gaan tot artikels gewijze behandeling. De beraadslagingen worden geopend. De heer De Vos zou willen vragen of het niet in de bedoeling ligt dat bij deze begrooting nog enkele woorden als algemeene beschouwingen worden gezegd. De Voorzitter wil dadelijk met behandeling van de artikelen beginnen maar spreker meent toch dat het wel de bedoeling is dat enkele woorden worden gezegd naar aanleiding van hetgeen in de secties is besproken. De Voorzitter wil opmerken dat hij voor den aanvang van de behandeling der begrootingen heeft gevraagd of de leden ook algemeene beschouwingen wenschten te houden. Daarop is niets gezegd. Het is spreker nu precies hetzelfde of er nog algemeene beschouwingen, zelfs nu nog, zullen worden gehouden of niet, maar hij heeft in den aanvang precies hetzelfde gevraagd als verleden jaar. De heer De Vos gelooft dan toch dat vele leden die vraag of men ook algemeene beschouwingen wenschte, dan verkeerd zullen hebben begrepen. Zij hebben be grepen dat de algemeene beschouwingen begrooting voor begrooting zouden worden gehouden en niet dat men de algemeene beschouwingen in 't algemeen voor het behandelen der verschillende begrootingen zou af doen. Spreker weet niet hoe de andere leden van den Raad er over denken, maar hij gelooft dat meerdere leden met hem in de veronderstelling verkeerden dat telkens, als het noodig was, algemeene beschouwingen konden worden gehouden. Spreker gelooft dat die bij de verschillende begrootingen van de bedrijven ook zijn gehouden. De Voorzitter wil verklaren hoewel hij er zich anders niet tegen zal verzetten, wanneer de Raad be sluit, als een van de leden daartoe een voorstel doet, om nog algemeene beschouwingen te houden dat de bedoeling was dat dit van ochtend zou zijn gedaan. De heer De Boer gelooft dat het 't beste systeem is dat algemeene beschouwingen worden gehouden voor elke begrooting. Maar spreker heeft den indruk ge kregen dat de achterzijde hier niet de vraag van den I Voorzitter heeft begrepen of men ook algemeene be- I schouwingen wenschte. Dat is de kwestie. De Voorzitter: Als de heeren nog algemeene be schouwingen wenschen te houden, dan is dat mij best, dan is 't mij uitstekend. Maar ik heb net zoo gedaan als verleden jaar en hetzelfde gevraagd. Ik heb er nu niets tegen; de Raad moet doen wat de Raad wil en ik ben zuiver de leider. Maar ik heb gevraagd: wenscht de Raad algemeene beschouwingen te houden of niet? De heer Dijstra: De heer De Vos zegt dat vele leden, althans verschillende leden Uw vraag niet hebben be- I grepen. Ik heb echter wel degelijk uit Uw woorden meenen te moeten opmaken dat het Uw bedoeling was dat, voordat de onderscheidene begrootingen in behan deling zouden komen, er gelegenheid zou zijn om alge meene beschouwingen te houden. Ik gevoelde dezen keer geen behoefte daaraan, waarom ik er mij toen bij heb neergelegd. Wenscht nu de meerderheid van den Raad wel, dat er nog algemeene beschouwingen worden gehouden, dan moet de Raad dat weten. Maar ik heb den indruk dat wij nu met de begrooting moeten be ginnen en niet met algemeene beschouwingen. De Voorzitter wil meedeelen dat hij het stenogram zal het uitwijzen toen aan de orde was punt 2 der agenda, de geheele lijst van begrootingen, die op de agenda staat, heeft genoemd en dat hij toen heeft ge vraagd: Wenscht een van de leden ook algemeene beschouwingen te houden? Niemand van de leden heeft op die vraag antwoord gegeven, waarop spreker heeft gezegd: Dan kunnen wij overgaan tot behandeling der begrootingen. De heer Collet kan geheel meegaan met hetgeen de Voorzitter en de heer Dijstra hebben gezegd. Spreker heeft het zoo opgevat en hij gelooft zijn geheele groep ook. De heer Zandstra: Nu er geen gelegenheid is dat vooraf bij de begrooting beschouwingen worden ge houden, zijn de leden van den Raad toch vrij om dat bij de punten, die in behandeling komen, straks te doen? De Voorzitter: Ja. De beraadslagingen worden gesloten. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. Aan de orde zijn de Uitgaven. Volgnos. 92100 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 101. Druk- en bindwerk, kosten van onder houd en bediening van de Multigraph, aankoop papier en verdere benoodigdheden27,500. De beraadslagingen worden geopend. De heer Oosterhoff meent dat de leden nu zeker wel mogen aannemen dat thans niet al te nauw zal worden gezien op het verband tusschen het artikel en de daarbij te maken opmerkingen. Anders wordt het wel wat moeilijk, deze ter sprake te brengen. De Voorzitter zal wel wat conciliant willen wezen. De Voorzitter: De heeren zijn zoonet zoo conciliant geweest, dat ik het nu ook wel eens wil wezen. De heer Oosterhoff heeft er al eerder op aange drongen om den leden van den Raad te doen toekomen de gedrukte wijzigingen, die in den loop van het jaar in de begrooting worden aangebracht. Doordat zij deze niet ontvangen wordt een vergelijking den leden zeer moeilijk gemaakt, omdat hun begrooting niet zuiver meer is. Spreker durft nu met te meer vrijmoedigheid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 10