388 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1921. ieis- en verblijfkosten, daar bestaat het gevaar dat hij maar wordt besteed voor één doel. Burgemeester en Wethouders hebben daarom ook in de bedrijfsbegroo- tingen zooveel mogelijk ten opzichte van de posten meer specificatie laten aanbrengen. Dan krijgt met het zui verste overzicht en een betere controle. Als men een post uittrekt voor uitbreiding en voor dit en voor dat, dan kan het bedrag alleen voor uitbreiding worden uit gegeven maar ook voor dit of voor dat. Zoo had men verleden jaar op de begrootingen nog de „diversen", welke post nu ook zooveel mogelijk is gesplitst, omdat men dan meer is gebonden aan den begrootingspost, anders zal men voor het een allicht meer uitgeven dan voor het ander; nu komt dat eerder uit. De heer Dijstra zegt dat hij politiek niet staat aan den kant van het college. Dat is wel waar, maar die vraag kan hij hier wel buiten laten. Het gaat hier over het zuiver declareeren en of men nu zwart of groen of rood is, dat doet er, bij de beoordeeling daarvan, niets toe. Het is hier de kwestie maar of Burgemeester en Wethouders zullen doen, wat de heer De Vos voorstelt alleen op grond van het feit dat een enkelen keer een lid van het vorige college uit den band is gesprongen. Zoo als het tot nog toe is gegaan, meent spreker echter wel dat het bij dit college vertrouwd is .Wanneer men aan een lid van het college vraagt: waar ben je de vorige week geweest en wat heb je gedaan?, dan zal ieder van het college daarop antwoord geven, tenzij natuurlijk geheimhouding in het belang der gemeente gewenscht is. Waar echter het college van Burgemeester en Wethouders zich in zijn tegenwoordige samenstelling zeer zuiver op de graad gevoelt, voelt het niets voor wat door den heer De Vos wordt voorgesteld. De heer De Vos merkt op dat, waar de heer Dijstra spreekt van een motie van wantrouwen, sprekers eerste woord in de sectie was dat hij op de eerlijkheid van Burgemeester en Wethouders niets wenschte af te doen, maar dat het hem alleen te doen was om te weten, wat in het afgeloopen jaar is gebeurd en waarvan de com missie van onderzoek, die is ingesteld, nog geen verslag heeft gedaan. Dan wordt daarover onwillekeurig ge sproken in de gemeente en ook tegen de raadsleden. Daarom heeft spreker gemeend deze kwestie ter sprake te moeten brengen; misschien dat echter, wat hier is gezegd, voldoende is geweest, waarom spreker zijn voorstel voor dezen keer wel wil intrekken. De heer De Boer: Alleen voor dezen keer, of vooi altijd? De heer De Vos: Dat weet ik niet. De Voorzitter merkt op dat dus het eene voorstel van den heer De Vos is ingetrokken. Maar er is nog een voorstel, 't Lijkt spreker het beste, dit maar meteen hierbij ter sprake te brengen. Het luidt: „Ondergeteekende, van meening, dat het wensche- 1 ijk is dat de marktdag op Goeden Vrijdag wordt verplaatst naar een anderen dag der week, noodigt Burgemeester en Wethouders uit, spoedig met een voorstel tot die verplaatsing bij den Raad te komen". Spreker vraagt of dit voorstel wordt ondersteund. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Ja. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel-De Vos wordt met 20 tegen 3 stemmen verworpen. Vóór stemmen: de heer De Vos, mevrouw Buisman- Blok Wijbrandi en de heer Lautenbach. Tegen stemmen: de heeren Berghuis, Van Weideren baron Rengers, Visser, Tulp, O. F. de Vries, M. Mole naar, Oosterhoff, Tiemersma, Dijstra, Van der Werff, i Koopal, De Boer, Collet, Cohen, B. Molenaar, Westra, j Zandstra, Muller, IJ. de Vries en Dijkstra. Volgno. 148 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 149. Uitgaven ter zake van het gemeentelijk grondbedrijf van voor het bedrijf benoodigd kapitaal Memorie. De beraadslagingen worden geopend. De heer Oosterhoff zou graag omtrent dezen post eenige nadere toelichting hebben, omdat hem de om schrijving niet duidelijk is. Er is geen cijferbedrag op de begrooting opgenomen, omdat het bedrag voorloopig uit de kasmiddelen kan worden bestreden en het later in een vaste gemeenteleening zal worden opgenomen. Dan behoort het echter bij de buitengewone uitgaven van de gemeente. Nu is het bedrag van 78,000.— samengesteld uit het tekort op den gewonen dienst van het grondbedrijf en de verplichte schuldaflossing aan de gemeente. Nu meent spreker dat deze laatste, de schuld aflossing, niet bij den buitengewonen dienst behoort en dus ook niet uit de buitengewone middelen moet worden bestreden, terwijl het andere, het tekort op den gewo nen dienst, zeker niet uit buitengewone middelen mag worden bestreden. Het komt hem dan ook voor dat dit bedrag niet geheel uit de buitengewone middelen mag worden bestreden, maar dat er een zeker cijfer op deze begrooting moet worden aangebracht. De heer Berghuis (wethouder) zegt dat Burgemees ter en Wethouders het, zooals de zaak in elkaar is ge zet, niet eens zijn met het idee van den heer Oosterhoff. Deze zal juist laten verdwijnen, wat Burgemeester en Wethouders willen oprichten: dat men de voordeden, gevormd door het grondbedrijf, wil laten uitkomen door de waardevermeerdering van den grond, die in het be drijf is gebracht, zoodat de uitgaven onder dezen post, de verplichte schuldaflossing en het tekort op den gewonen dienst, worden bijgeschreven op de waarde van de eigendommen, om uit die meerdere waarde van de eigendommen straks te zien, wat de kostwaarde van die eigendommen is geworden. Het bedrijf zal dan, als het goed wordt gevoerd, die gelden weer voor de ge meente moeten opbrengen. Vandaar dat deze post pro memorie is uitgetrokken, totdat er gelegenheid is, hem in een vaste leening om te zetten. De heer Oosterhoff wil dan vragen of het de bedoe ling is dat het volgend jaar het bedrag, waarvan aan de gemeente rente en aflossing wordt vergoed, zal wor den vermeerderd met dit bedrag van 78.000. De heer Berghuis (wethouder): Tenzij voor dien tijd daarvoor is geleend. Dan wordt het onder de leeningen ten laste van het grondbedrijf opgenomen. De heer De Boer: Als ik mij niet vergis, dan is het de bedoeling dat deze 78,000.opnieuw op de balans van het grondbedrijf wordt gebracht als waarde en dat bij verkoop of in erfpacht geven van grond deze over de grondwaarde bij de balans wordt gebracht om dan de winst in de gemeentekas te brengen. De heer Berghuis (wethouder): De bedoeling is dat de verplichte aflossing ook in de waardevermeerdering van den grond wordt opgenomen. Het vorige jaar is dit ook aangenomen, ook met toestemming van Gedepu teerde Staten, mits er door het bedrijf behoorlijk de hand aan wordt gehouden. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 149 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 150152 worden onveranderd vastgesteld. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1921. 389 Het totaal van Hoofdstuk IV wordt, in verband met j de wijziging van volgno. 147, 14,900.minder. Hoofdstuk V. Kosten der openbare veiligheid, straatverlichting en brandweer. De beraadslagingen worden geopend. De heer De Boer zou bij dit hoofdstuk graag een paar opmerkingen maken. In het sectie-rapport zijn er wel een paar woorden aan gewijd, maar toch niet zoo buiten gewoon veel. Het is spreker opgevallen dat de kosten onder dit hoofdstuk van 1919 tot 1922 omhoog zijn ge gaan van 159,000.tot 355,000.een zeer be langrijke stijging dus. Nu heeft het zijn aandacht ge trokken en bij meerderen is dat het geval dat er gemeenten in ons land zijn van ongeveer denzelfden omvang als deze gemeente, waar het politie-personeel belangrijk kleiner is dan hier, terwijl men toch niet kan zeggen dat de openbare orde in die gemeenten minder is dan in deze gemeente. Spreker heeft dezer dagen nog, hij zou haast zeggen het ongeluk gehad, dat hij het politie-bureau moest opbellen, omdat er geregeld door kwajongens in de buurt, waar spreker woont, straatschenderij plaats had, doordat elke hoek van een woning werd gebruikt voor openbaar privaat. Het ge beurt daar aan den buitenkant dat de voorbijgangers steenen naar het hoofd worden gegooid en al die onge rechtigheden meer. Spreker heeft daarover het politie bureau opgebeld en kreeg ten antwoord dat daar wel door de politie toezicht wordt gehouden, maar dat door de overtreders gerekend wordt op de tijden dat de politie verdwijnt en weer verschijnt, waardoor het toezicht van de politie daar weinig resultaten heeft. Daarom zou spreker het hoofd van de politie in overweging willen geven meer agenten in burger op de fiets te zetten, die op ongeregelde tijden in de stad surveilleeren, om zoo doende te zorgen, dat niet meer met het geregeld ver schijnen en verdwijnen van de politie rekening kan worden gehouden. Hij gelooft dat dit hier ook goed zou werken. Dan is hier al eens meer gesproken over verkeers agenten. Spreker gelooft dat we er hier 2 hebben, een op het plein bij het stadhuis en een bij de Wortelhaven. De opmerking is al gemaakt dat de plaats van den ver keersagent op de Wortelhaven moeilijkheden meebrengt. De post, die daar staat, moet een goed uitzicht hebben over de verschillende straten om het verkeer te kunnen leiden. Dat kan hij daar echter niet, zonder dat dit ver keersmoeilijkheden met zich brengt, 't Is spreker laatst zelf overkomen, dat, toen hij daar met de motor langs kwam, hij een zwenking moest maken, zoo klein, dat hij deze haast niet kon maken. Het is daar een gevaarlijk punt. Daarom heeft spreker gevraagd of men niet het snelverkeer en het verkeer met auto's in bepaalde banen kan leiden, zoodat daar geen kruising van het verkeer behoeft plaats te hebben. Hij gelooft wel dat onze stad in dat opzicht groote moeilijkheden oplevert door den eigenaardigen bouw, maar misschien is het op die wijze mogelijk dat er meer regeling wordt gebracht in het verkeer. Verder is het spreker opgevallen dat het verkeer over de bruggen dikwijls veel te wenschen overlaat. Wan neer een brug wordt afgedraaid, hoopt het publiek zich over de geheele breedte van den weg op en als de sluit- boomen weg zijn, gaat het verkeer tegen elkaar in, zon der splitsing naar de rechterzijde. Spreker heeft ook meermalen gezien dat auto's en rijtuigen zich zeer spoedig in beweging zetten en zeer dicht op de voet gangers volgen. Hij gelooft daarom dat het overweging verdient dat er wordt bepaald dat rijtuigen en auto's een flink eind van de brug verwijderd moeten blijven staan. De heer Lautenbach wil ook een opmerking over de bruggen maken. Hij zal niet herhalen, wat de heer De Boer zoopas op uitnoodigende wijze heeft gezegd, maar wil daaraan toevoegen de vraag, of het niet mogelijk zou zijn, dat bij verordening wordt verboden het pas- seeren van 2 bespannen wagens of handkarren over een brug, ook nadat deze pas afgedraaid is geweest. Dit moest worden verboden, omdat het herhaalde malen gebeurt dat op de brug van de Oosterkade naar den Grachtswal 2 handkarren elkaar passeeren en dan de voetgangers vaak niet weten, hoe ze zich moeten red den, ook doordat daar hcelemaal geen gelegenheid is tot berging op de trottoirs, omdat de brug deze niet heeft. Spreker zal niet zeggen dat zulks bij andere brug gen niet gebeurt, maar hij kan hier van meepraten, omdat hij er geregeld passeert. Ook zij, die het voor recht hebben, geregeld de Oosterbrug te moeten pas seeren, weten, dat men daar aan den moedwil van de karrijders is overgeleverd. De palen van de brug zijn al een heel eind uitgebogen. Wanneer een paar van die dwarskoppen onder de karrijders ieder van een kant komt en geen van beiden terug wil, dan is men daaraan overgeleverd, terwijl de kwajongens, die de inrichtingen van onderwijs bezoeken en die per fiets van den kant \an de Grachtswal komen, het vooral voor onze dames gevaarlijk maken door hun gejakker. In den laatsten tijd schijnen de beurtschippers, die liggen vanaf het Kanaal naar de Tuinsterbrug, hun vrachtgoederen binnen de boomen te zetten aan den kant van de keien. Wanneer daar dan vrachtauto's passeeren gebeurt het meermalen dat er een paniek ontstaat. De daar wonende winkelier heeft daarop al herhaalde malen de aandacht gevestigd, maar het schijnt dat onze politie daar minder op let; er wordt ten minste niet de minste notitie van genomen. Dan wil spreker nog opmerken dat het rijden met fietsen op de trottoirs meer en meer toe neemt. De politie moet toch de veiligheid van de voet gangers in 't oog houden, vooral voor de menschen, die een zekeren ouderdom hebben bereikt. Ten slotte zij opgemerk.t dat het binnenrijden van bespannen wa gens vanuit de Heerestraat naar de Oosterstraat een grooten last geeft en dat het van den voerman een groote stuurmanskunst eischt om niet met paard en al door de glazen van den tegenover üggenden winkel te rijden. De heer De Vos meent dat hij bij dit nummer ook gevoeglijk ter sprake kan brengen, wat door hem ook in de sectie is besproken, de kwestie van de vrachtauto's. Hij heeft hier, zooals hij ook al in de sectie heeft ge zegd, in 't bijzonder het oog op de auto's van het pro vinciaal e 1 ectriciteitsbedrijf. Burgemeester en Wethou ders geven daarop in hun Memorie van Antwoord wel een antwoord, maar dit is, eigenlijk gezegd, van weinig beteekenis. Spreker geeft volkomen toe dat er weinig processen-verbaal worden opgemaakt omdat er te snel wordt gereden, maar, zooals al terecht is opgemerkt, het zit in den rammelenden bijwagen. Maar het ligt ook nog niet alleen aan dien rammelenden wagen maar aan het feit, dat de wagens te zwaar zijn belast. Wanneer de wagens op die manier door de straten rijden, al is het dan ook nog zoo zacht, dan worden door de zwaarte van de vracht, vooral op den Grachtswal, de huizen in elkaar gereden. Op welke wijze daarin moet worden voorzien, dat zal ter beoordeeling zijn van de politie of van Burgemees ter en Wethouders, maar dat er iets tegen dit autorijden moet worden gedaan, is zeker. Spreker zou daarom het college wel graag in overweging willen geven zijn aan dacht eens speciaal te vestigen op de vrachtauto's van het provinciaal electriciteitsbedrijf en te voorkomen dat deze niet zoo dicht langs de huizen rijden. De heer Oosterhoff kan zich, wat dit punt betreft, volkomen bij den heer De Vos aansluiten. Spreker ge niet het zeldzame voorrecht dat bedoelde vrachtauto's dagelijks eenige keeren langs zijn huis passeeren. Hij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 13