1
416
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1921.
Volgno. 14. Beurs- en waagrechten f 30,000.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Oosterhoff zegt dat dit jaar voor 't eerst
onder volgno. 272 zijn uitgetrokken de loonen aan de
waagwerkers. Vroeger is bepaald dat de weegloonen
werden uitbetaald aan de waagwerkers, zonder dat zij
liepen over de gemeente-begrooting en zonder dat zij
in de gemeente-rekening voorkwamen. Voor 't eerst
komen thans op de begrooting voor de vastgestelde i
loonen van de waagwerkers. Sprekers vraag is nu of
thans onder de beurs- en waagrechten ook zijn opge
nomen de weegrechten waaruit men de waagwerkers
moet betalen. Hij kan dat niet uit de omschrijving op
maken. Daarin wordt gezegd dat de post op 30,000.
wordt geraamd in verband met de ontvangsten over
1921. Juist omdat toen de ontvangsten aan waagrechten
niet minder waren, heeft spreker uit de omschrijving
opgemaakt dat de weegrechten niet onder het ge
raamde bedrag zijn gerekend.
Deze post is 5000.— te laag uitgetrokken en moet
dus met dit bedrag worden verhoogd.
Volgno. 47 wordt met 5000.verhoogd en aldus
vastgesteld.
Volgnos. 4891 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 6. Plaatselijke directe belasting naar het
inkomen1,695.800.—.
De beraadslagingen worden geopend.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 December 1921.
417
De heer Berghuis (wethouder) moet den heer Ooster
hoff eerst even opmerken dat de waagwerkers niet zijn
de wegers. Hij geeft toe dat daar wegers onder zitten,
maar alle waagwerkers zijn geen wegers. Daar zijn
slechts enkele onder. Op 't oogenblik is het een heel
andere beweging dan voorheen. Maar de wegers zijn
evengoed waagwerkers als vroeger.
Verder kan spreker den heer Oosterhoff zeggen dat
met de ontvangsten rekening is gehouden met de ont
vangsten wegens weegrechten, wat ook moest volgens
het besluit van 28 Juni 1921.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 14 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 1540 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 41. Ontvangsten ter zake van de gasfa
briek f 44,009.36.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer üe Boer heeft in de secties de vraag ge
steld en daarop ook in zekeren zin een bevestigend
antwoord gekregen of Burgemeester en Wethouders
genegen waren, in plaats van wat nu gebeurt, dat de
balansen en de winst- en verliesrekeningen worden ter
visie gelegd, deze worden gedrukt in den vorm van
een jaarverslag en met het noodige cijfermateriaal aan
de leden worden overgelegd. Nu was het sprekers be
doeling dat dit gebeurde vóór de goedkeuring der ge
meenterekening. Uit het antwoord heeft hij echter
niet kunnen opmaken of dit ook de bedoeling van het
college is. Daarom brengt hij het ter sprake.
De heer Berghuis (wethouder) meent toch dat in de
Memorie van Antwoord uitdrukkelijk staat dat het ge
vraagde zal worden overgelegd, voordat de gemeente
rekening is goedgekeurd.
De heer De Boer: Ik gelóóf het wel.
De Voorzitter De heeren moeten het samen maar
eens nazien.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 41 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 4246 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 47. Ontvangsten ter zake van de gemeente
lijke drinkwaterleiding32,290.
De heer Berghuis (wethouder) zegt dat, voorzoover
hij heeft kunnen berekenen onder het afhandelen der
begrooting, waarin enkele wijzigingen zijn gekomen,
onder voorbehoud dat een eventueel abuis in zijn be
rekening door de secretarie zal worden hersteld, onder
Onvoorziene uitgaven" moet worden gereserveerd:
20,000.wegens kosten van het bijzonder onderwijs,
welk bedrag reeds gereserveerd was; 10,000.als
bedrag, dat zal worden gereserveerd als bijdragen aan
Nijverheidsscholen buiten de gemeente; 1251.die
abusievelijk niet gereserveerd was, maar die gereser
veerd moet worden omtrent aflossing van hypothecaire
vorderingen. Zoodat in totaal moet worden gereser
veerd 31,251.waarna overblijft voor zuiver on
voorzien 2987.45 en waarbij dan in aanmerking is
genomen dat, zooals het gebruik was, de reserve voor I
winst van het electriciteitbedrijf tot een bedrag van
37,0646.93 niet meer als reserve wordt beschouwd,
maar dat de gemeente Leeuwarden zorg draagt dat het
electriciteitbedrijf die 37,000.ook minstens als
winst maakt. Zoodat met alles en alles slechts een be
drag van 2987.45 overblijft als zuiver onvoorzien.
Wanneer nu onder volgno. 6 op een vermenigvuldig-
cijfer van 7 wordt aangehouden met de geschatte be
dragen van een totalen aanslag van 23y2 millioen,
dan geschiedt dit van de zijde van het college onder
zeer veel reserve, maar na alle informaties, die Bur
gemeester en Wethouders hebben genomen en spre
ker meent ook te weten dat enkele raadsleden, die hier
tegenwoordig zijn, door het betrokken personeel daar
van op de hoogte zijn gebracht zou men dit bedrag
kunnen aannemen. Nu wil spreker voor zich persoonlijk
zeggen en hij meent dat Burgemeester en Wet
houders ook met hem op dat standpunt staan dat,
waar er op de begrooting een verlies is gekomen van
59,000.doordat er geen opcenten worden geheven
op de personeele belasting (geraamd op 119,000.
en alleen dit jaar 2/3 zal binnenkomen van de nieuwe
opcenten op de vermogensbelasting, waarvoor het
bedrag op 60,000.is aangenomen, als deze cijfers
waar zijn, dan slechts 2987.45 beschikbaar zal blijven
voor zuiver onvoorzien. Daaruit moet dan nog datgene
worden betaald, waarvoor mevrouw Buisman voor-
loopig toezegging heeft gekregen. Spreker zou, waar hij
geen gelegenheid heeft gehad, om hierover nog met het
college een onderhoud te hebben, aan het college
willen voorstellen met den Raad het volgende accoord
aan te gaan: dat buiten voor wat aan mevrouw Buisman
is toegezegd moet worden uitgegeven, in 1922 niet de
een of andere uitgaaf extra kan worden gedaan, omdat
het dan onmogelijk is dat door het college van Burge
meester en Wethouders de financiën worden beheerd.
Op die voorwaarde zou spreker, als het college daarin
kan meegaan, graag namens het college voorstellen om
het vermenigvuldigcijfer en het geschatte bedrag van
aanslag onder volgno. 6 genoemd, te handhaven.
De heer Oosterhoff zegt dat, als hij het goed heeft
begrepen, ook met het verlies, dat door de verandering
van de opcentenheffing op de personeele belasting in
een opcentenheffing op het vermogen, is ontstaan,
toch geen verhooging zal plaats hebben van het per
centage van den hoofdelijken omslag. Hij vraagt of hij
dat juist heeft begrepen.
De heer Berghuis (wethouder) zal daar alleen op
antwoorden dat dit mogelijk is onder de voorwaarde,
die spreker zoopas heeft genoemd. Men weet dat bij
de Onvoorziene uitgaven niet meer is gereserveerd de
winst van het electriciteitbedrijf en nu mogen in 1922
geenerlei tusschentijdsche uitgaven meer gebeuren.
Want „onvoorzien" is uitgeput.
De heer Collet is over 't algemeen nog al optimis
tisch gestemd geweest, maar hij gelooft nu toch dat
het totaal-cijfer van aanslag a 23,500,000.te hoog
is geraamd. Spreker zal hopen dat de ambtenaren van
de secretarie gelijk hebben, maar hij vreest met groote
vreeze.
De heer Berghuis (wethouder) zegt dat als de heer
Collet meent hier in den Raad zijn waarschuwende
stem te moeten laten hooren dat de raming te hoog is,
hij dan een voorstel moet doen om ze te verlagen.
Anders geeft een dergelijke waarschuwing niets. Het
is heel gemakkelijk om in den Raad te zeggen dat een
post te optimistisch of te pessimistisch is opgezet,
maar dan moet men een dergelijke verklaring niet doen,
om er later van gebruik te maken door dan te zeggen:
ik heb het U wel gezegd. Laat de heer Collet dan een
voorstel doen om het cijfer van aanslag te verlagen.
Maar hij moet dan tegelijk voorstellen het vermenig
vuldigcijfer van 7 te verhoogen.
De heer Collet: Ik heb het gezegd, omdat ik voor mij
zelf dat gevoel heb. Ik kan het echter niet bewijzen en
niemand van ons kan dat; wij moeten ons gewonnen
geven tegenover de uitleggingen van de ambtenaren,
die er in ieder geval beter in zitten dan wij. Maar ik
vind dat, waar de belasting is berekend naar de uit
komsten van het afgeloopen jaar, het komende niet een
jaar is, dat er erg florissant uitziet. Wel heeft men ook
liet cijfer van aanslag verlaagd, maar ik heb het gevoel
dat het nog te hoog is. De heer Berghuis zegt nu: dan
moet U met een voorstel komen om het te verlagen en
het vermenigvuldigcijfer te verhoogen. Maar dat durf
ik toch ook niet aan.
De heer Berghuis (wethouder) wou van den kant
van het college, nu er hier tegen de cijfers verzet komt,
zeggen, dat in het college van Burgemeester en Wet
houders en ook hier uitdrukkelijk is meegedeeld dat,
waar men hier voor een nieuw feit stond, het college
de cijfers slechts onder alle reserve kon neerzetten.
Dan zou spreker van den heer Collet, als eerlijk
mensch, de verklaring graag willen hebben, nu hij geen
voorstel doet, dat hij zich later ook niet tegenover
Burgemeester en Wethouders op zijn woorden zal be
roepen en dan ook niet zeggen zal: ik heb 't je wel
gezegd.
De heer Collet: Daar heb ik geen recht toe.
De heer Berghuis (wethouder)Als U dat niet doet,
dan ben ik tevreden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 6 wordt onveranderd vastgesteld.
Aan de orde is thans van de Uitgaven:
Volrrno. 319. Onvoorziene uitgaven 62,988.45.
De heer Berghuis (wethouder) wil, nu punt 6 der
Ontvangsten is vastgesteld, graag aan den Raad mee-
deelen, dat de „Onvoorziene uitgaven" in totaal neer
komen op een bedrag van 34,238.45, waarvan moet
worden gereserveerd 20,000.zooals reeds onder
den post is vermeld, voor 't bijzonder onderwijs;
t 10,000.voor het Nijverheidsonderwijs en 1251.
voor aflossing van hypothecaire vorderingen. Zoodat
voor zuiver „onvoorzien" overblijft 2987.45. Namens
Burgemeester en Wethouders vraagt spreker machti
ging om, als er een klein verschil in de berekening zit,
de fout door de secretarie te laten herstellen.
Spreker wenscht thans van deze gelegenheid ook nog
gebruik te maken, door den heer De Boer op zijn des
betreffende vraag te antwoorden dat uit het antwoord
in de Memorie van Antwoord zijn weggevallen de
woorden „voor de gemeente-rekening in het bezit van
den Raad is". Die woorden zijn blijkbaar bij den druk
ker uit het concept weggevallen. Zij waren in ieder
geval wel in het concept van de Memorie van Antwoord
opgenomen. Als zij daarin niet waren opgenomen, dan
is het concept fout gemaakt, want in het oorspronkelijk
antwoord stonden ze wel. Als de heer De Boer, aldus
spreker, daar nu mee tevreden is, dan zijn we allemaal
tevreden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 319 wordt overeenkomstig de inededeelingen
van den heer Berghuis vastgesteld, terwijl de door hem
namens Burgemeester en Wethouders gevraagde mach
tiging wordt verleend.
Het totaal der Uitgaven wordt vastgesteld tot een
bedrag van 7,070,948.32.
Het totaal der Inkomsten wordt vastgesteld tot het
zelfde bedrag.
De geheele begrooting wordt met algemeene stemmen
vastgesteld.
2. (Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het aangaan van een tijdelijke leening ter
voorziening in de eventueele behoefte aan kasgeld.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
11