Vergadering van Dinsdag 27 Dender 1921. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 December 1921. 419 Tegenwoordig 22 leden, te weten: de heeren Collet, Al. Molenaar, Lautenbach, Viss'er, Dijkstra, Tiemersma, Zandstra, O. F. de Vries, Fransen, IJ. de Vries, De Boer, De Vos, Koopal, Oosterhoff, Dijstra, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi, de heeren Muller, Jansen, B. Molenaar, Tulp, Westra en Van Weideren baron Ren- gers. Afwezig 3 leden, waarvan met kennisgeving de heeren Cohen en Berghuis, zonder kennisgeving de heer Van der Werff. Voorzitter: de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Bur gemeester. I. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 22 November 1.1. tot aanvaarding uit 's Rijks kas van een hypothecair crediet ten behoeve van woningbouw door T. D. Keuning alhier en tot wijziging der gemeente- begrooting, dienst 1921; d.d. 13 December 1.1. tot onderhandsche aanbesteding van het leveren en leggen van een gaszinker in de gracht bij de Wirdumerpoortsbrug aan W. Blanke voort Dzn. te Bloemendaal. Wordt voor kennisgeving aangenomen. b. hebben bericht dat tegen het verleenen van cre- dieten voor den bouw van een cactuskas in het Ren- gerspark, inrichting van een wagenhuis bij de boerderij aan den Poppeweg tot brugwachterswoning en inrich ting van het exercitieveld tot vlieghaven, door hen geen I bezwaar zal worden gemaakt. De beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar: Als ik goed gelezen heb, dan is het raadsbesluit betreffende den verbouw van het wagenhuis bij de boerderij aan den Poppeweg tot brug wachterswoning reeds den 14en December 1920 geno men, terwijl daarop pas den 7en December 1921 goed keuring van Gedeputeerde Staten is gevraagd. Het be sluit betreffende inrichting van het exercitieveld tot vlieghaven is genomen den 26en April 1921 en ook hierop is pas den 7en December goedkeuring gevraagd. Kan het college ook meedeelen wat daarvan de reden is? De Voorzitter weet op 't oogenblik niet precies te zeggen wat de reden is. Dat is hief ter plaatse ook I moeilijk na te gaan. Maar één van de redenen en mis- I schien dat dat ook wel de reden is, is zeer zeker dat I vroeger ten aanzien van het vragen van goedkeuring I op dergelijke besluiten een ander systeem werd toege- I past dan op 't oogenblik. De vorm, waarin die goed- I keuring thans aan den Raad wordt meegedeeld, is van I betrekkelijk zeer jongen datum. Wanneer vroeger door I den Raad een besluit werd genomen tot het doen van I een buitengewone uitgaaf, dan kregen Gedeputeerde I Staten dikwijls geruiinen tijd later, eerst kennis van 's Raads besluit op de begrootingswijziging, welke aan hun goedkeuring was onderworpen. En omdat het kon gebeuren, zooals ook in den laatsten tijd meermalen is voorgekomen, dat Gedeputeerde Staten bezwaar maak ten tegen een dergelijke begrootingswijziging, kon niet I tot uitvoering van de raadsbesluiten worden overgegaan E voor de goedkeuring van dat college op de begrootings- I wijziging was verkregen. Toen is in overleg met de I provinciale griffie dit er op gevonden. Het college van Burgemeester en Wethouders doet een mededeeling aan Gedeputeerde Staten, dat door den Raad is besloten tot het doen van een buitengewone uitgaaf, hier b.v. de verbouwing van het wagenhuis en de inrichting van het exercitieveld tot vlieghaven. Dat is dan gewoon een kennisgeving aan Gedeputeerde Staten; zij krijgen geen begrootingswijziging, maar alleen een kennisgeving. De officieele begrootingswijziging moet te zijner tijd wel naar Gedeputeerde Staten, maar dezen zeggen als ant woord op bedoelde kennisgeving dan ook: dat te zijner tijd tegen een wijziging der begrooting in verband met bedoelde uitgaaf geen bezwaar zal worden gemaakt. Dan kunnen Burgemeester en Wethouders met de uit voering beginnen en wanneer dan geruiinen tijd later de begrootingswijziging wordt ingezonden, wordt daa>- tegen geen bezwaar gemaakt. Voor bedoelde kennis geving zijn gedurende ongeveer een half jaar bepaalde formuliertjes in omloop. Nu is het mogelijk dat men vroeger, toen deze besluiten zijn genomen en het oude systeem nog in de wereld was, terwijl in den loop van den tijd het nieuwe systeem is gekomen, heeft gedacht om het volgens het oude systeem te doen en dat toen ondertusschen het nieuwe systeem is gekomen en daar door vertraging hierin is ontstaan. Dat is de eenige verklaring, die spreker hiervoor weet. Van raadsbeslui ten die een half jaar geleden zijn genomen, moesten gewone begrootingswijzigingen aanhangig worden ge maakt, maar thans gebeurt het zoo dat Gedeputeerde Staten bericht zenden dat te zijner tijd tegen een be grootingswijziging geen bezwaar zal worden gemaakt. De heer M. Molenaar zegt dat thans een jaar na het besluit tot verbouwing van het wagenhuis daaraan zal worden begonnen en dat 8 maanden nadat het besluit inzake het exercitieveld is genomen ook daaraan nog zal moeten worden begonnen. Het is spreker nog niet duidelijk dat het vragen van goedkeuring van Gedepu teerde Staten zoo langen tijd moest wachten. De Voorzitter zegt dat, naar hij meent, de verbouw van het wagenhuis tot brugwachterswoning reeds is afgeloopen. Hij weet niet zeker of dit al gebeurd is, maar het andere is wél gebeurd. Dat is misschien niet heelemaal in den haak geweest, maar 't is direct ge beurd. Zooals spreker nu hoort is de brugwachters woning ook klaar. Er is dus met de uitvoering niet ge wacht, zoodat dit argument van den heer Molenaar hier I niet opgaat. Maar spreker gelooft dat de verandering van systeem hier parten heeft gespeeld. Juist echter, omdat het college weet, dat Gedeputeerde Staten steeds scherp toekijken, wordt altijd eerst de goedkeuring ge vraagd, opdat het college ook weet dat van dien kant geen bezwaar is. Maar spreker gelooft dat dergelijke dingen niet meer zullen voorkomen. De beraadslagingen worden gesloten. Punt 1 b wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. dat dr. P. J. Enk de benoeming tot rector van het gymnasium heeft aangenomen. 3. proces-verbaal van de opneming van de boeken en kas van den gemeente-ontvanger en rapporten om trent de kasopneming van het gemeentelijk electriciteit- bedrijf en de gemeentelijke gasfabriek. De punten sub 2 en 3 worden voor kennisgeving aangenomen. 4. schrijven van O. Nieuwenhuis, waarbij hij ver zoekt hem met ingang van 1 Januari 1922 ontslag te verleenen als lid van de Commissie tot wering van schoolverzuim. Wordt besloten conform dit verzoek, onder dankbe tuiging voor de in die betrekking aan de gemeente be wezen diensten. 5. aanbeveling van Curatoren van het gymnasium voor de benoeming van een curator, wegens periodieke aftreding van mr. J. A Stoop.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 1