VeigaMni van Dinsdag 10 Juli 1923. 136 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 25 Juni 1923. billijk zou zijn. Echter gelooft spreker ook dat het be drag van 100.000.— dichter bij de billijkheid ligt dan het bedrag van 50.000. De beraadslagingen worden gesloten. Artikel a van de suppletoire overeenkomst, door Burgemeester en Wethouders voorgesteld in bijlage 18, wordt met 17 tegen 5 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Dijkstra, O. F. de Vries, Tiemersma, Oosterhoff, Koopal, IJ. de Vries, Muller, De Boer, M. Molenaar, Van Weideren baron Rengers, Cohen, Jansen, B. Molenaar, Collet, Dijstra en Botke. Tegen stemmen: de heeren Visser, Van der Werff, Fransen, Tulp en Westra. Artt. b tot g worden met algemeene stemmen onver anderd vastgesteld, waarna de geheele overeenkomst wordt vastgesteld. Ter behandeling van 11 (Agenda no. 13). Rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, in eersten aanleg diensten 1920 en 1921, in beroep dienst 1921, wordt in geheime vergadering overgegaan. Na heropening der openbare vergadering wordt, niets meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Juli 1923. 137 Tegenwoordig 22 leden, te weten: de heeren Lauten bach, Van der Werff, M. Molenaar, Dijkstra, O. F. de Vries, Koopal, Tulp, Muller, Oosterhoff, Van Weideren baron Rengers, Jansen, Cohen, Visser, mevrouw Buis manBlok Wijbrandi, de heeren Tiemersma, Westra, Collet, B. Molenaar, IJ. de Vries, Berghuis, De Boer en De Vos. Afwezig met kennisgeving, 2 leden, de heeren Fransen en Botke. Eén vacature. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. Het verslag der vergadering van 8 Mei 1923 wordt onveranderd vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 12 Juni 1.1. tot onderhandsche ver huring van het benedengedeelte van het perceel St. Ja- cobsstraat no. 32 aan H. A. Drontmann en van een perceel gardeniersland Achter de Hoven aan S. Postma 2. bericht van den heer S. Dijstra dat hij wegens zijne benoeming tot lid van het college van Gedepu teerde Staten dezer provincie, welke benoeming hij heeft aangenomen, ontslag neemt als lid van den Gemeen teraad. De punten sub 1 en 2 worden voor kennisgeving aangenomen. 3. adres van de afdeeling Leeuwarden van het Ne- derlandsch Onderwijzers Genootschap betreffende aan stelling van een drietal reserve-onderwijzers bij het openbaar lager onderwijs alhier, om niet angstvallig vast te houden aan het getal door het Rijk te vergoeden leerkrachten, en om, indien leerkrachten onvrijwillig op wachtgeld moeten worden gesteld, daarvoor in de eerste plaats de gehuwde onderwijzeressen in aanmerking te doen komen. Wordt gevoegd bij de stukken betreffende de reor ganisatie van het onderwijs. 4. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Al- gemeenen Nederlandschen Opzichters- en Teekenaars- bond om voor ontslagen tijdelijke opzichters der ge meentewerken een wachtgeldregeling te treffen. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders hebben dit adres nog niet in hun college behandeld, oogen- schijnlijk lijkt het mij echter toe, dat het wel voor directe behandeling vatbaar is. Enkele technische ambtenaren, die tijdelijk bij Gemeentewerken in dienst waren, hebben na afloop van hun werk ontslag gekregen en nu wordt gevraagd voor dezen een wachtgeldregeling vast te stellen. Ik geloof niet dat het ooit de bedoeling is ge weest om voor dergelijke gevallen een wachtgeldregeling vast te stellen; als de Raad geen bezwaar heeft, zou ik dus dadelijk het adres willen behandelen en willen adviseeren dit af te wijzen. De beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar: Het gaat hier over het ontslag van twee tijdelijke ambtenaren, die, als ik het stuk goed gelezen heb, een dag voor het ontslag inging, daarmee in kennis zijn gesteld. Wel schijnt het dat zij te voren een mondelinge mededeeling van den Directeur van Gemeentewerken hebben gekregen, dat het ontslag spoedig zou vallen, maar het officieele bericht hebben zij pas een dag van te voren gekregen. Het feit, dat deze organisatie thans vraagt om een natuurlijk bijzondere wachtgeldregeling voor deze personen, demonstreert op droevige wijze den toestand van rechteloosheid, waaronder de ambtenaren hier nog steeds verkeeren. Dat is met de werklieden niet het geval. De werklieden in deze gemeente hebben een be hoorlijk samengesteld werkliedenreglement, waarin nauwkeurig is omschreven wat moet plaats hebben en waarin ook een wachtgeldregeling is opgenomen, naar ik meen ook voor tijdelijk personeel, indien dit niet in vasten dienst overgaat. Dit zal ten deele wel een gevolg hiervan zijn, dat de ambtenaren later dan de werklieden hebben ingezien, dat ook voor hen een behoorlijke or ganisatie noodig was. De werklieden hebben dat eerder ingezien en dank zij de betere organisatie, die zij reeds eerder hadden, is voor hen reeds geruimen tijd geleden een reglement ingevoerd. Ik acht dit toch ook voor de ambtenaren een ding van belang en ik zou het willen noemen een schande voor een democratische, vooruit strevende gemeente als Leeuwarden, dat hier nog steeds geen ambtenaren-reglement bestaat. Ik wil er hier aan herinneren dat door onderscheidene organisaties meer dan eens, en door de Centrale Nederlandsche Ambte- naarsbond 2 jaar geleden nog, is aangedrongen op in voering van een ambtenaren-reglement. In dien tijd is daarop door het college geantwoord, dat het niet direct aanleiding zag hierop in te gaan, omdat ook bij het Rijk aanhangig was een wet tot regeling van de positie der ambtenaren. Die wet is echter nog steeds niet tot stand gekomen en het laat zich aanzien, dat het ook nog jaren zal duren voor daar iets van komt. Het lijkt mij dan ook niet goed dat wij daar steeds mee blijven talmen en om ten slotte de zaak voortgang te doen hebben, kan ik hier wel verklappen, dat de organisatie, die ik zoopas noemde, het initiatief denkt te nemen een voorstel hier omtrent in te dienen, welk voorstel dan bij de Commissie van Overleg aanhanging kan worden gemaakt. Daarmee is echter dit tijdelijk personeel niet geholpen. Ik meen dat het de bedoeling was dit adres af te wijzen, maar ik geloof toch niet dat het aangaat, twee ambtenaren, al zijn ze ook tijdelijk en korten tijd in dienst der gemeente, om de gebruikelijke uitdrukking te bezigen, 'zonder een cent op straat te zetten. Ik ge loof dat het beter is, en ik doe daartoe het voorstel, dit adres in handen van het college te stellen om prae- advies en ik veronderstel dan dat het college, vóór het prae-advies uitbrengt, het oordeel zal inwinnen van de Commissie van Overleg. Het gaat hier niet over het ontslag zelf, als ik goed begrijp leggen de ambtenaren zich daarbij neer, maar het gaat over de schadeloos stelling, die zij zich wenschen toegekend. De heer O. F. de Vries (wethouder)Ik kan mij wel aansluiten bij het voorstel van den heer Molenaar, ook omdat dit adres nog niet is behandeld in het college van Burgemeester en Wethouders. Ik wou nog enkel hierop wijzen, dat, wat de heer Molenaar zegt, niet heelemaal juist is de menschen hebben aanzegging gekregen in Mei, dat zij Juni zouden worden ontslagen, niet officieel, maar die mededeeling is hun door den directeur gedaan. Het bleek echter in verband met de werkzaamheden mogelijk de menschen nog één maand in dienst te houden en zoodoende is het definitief ont slag een paar dagen voor den tijd van 1 Juli aangezegd. Overigens kan ik mij met het voorstel van den heer Molenaar wel vereenigen, ook omdat het adres nog niet in de vergadering van Burgemeester en Wethouders in bespreking is gekomen. De Voorzitter: Als de Raad er al in meegaat om dit adres in handen te stellen van Burgemeester en Wet houders om prae-advies, dan wil ik toch even opmerken dat ik, wat de heer Molenaar zegt, n.l. dat er voor tijde lijke werklieden een wachtgeldregeling bestaat, niet kan vinden in het werkliedenreglement. Alleen artikel 69

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1923 | | pagina 1