188 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 October 1923.
Stadsweeshuis voor de school Jacobijner Kerkhof no. 1
voor 40 leerlingen ad 150.toegekende voorschot
op de vergoeding, ingevolge artikel 101 der Lager On
derwijswet 1920, te verhoogen tot 790.40
B. te bepalen, dat van dit voorschot, waarvan reeds
75.is uitgekeerd, in de maanden October 1923 en
Januari 1924 telkens een bedrag ad 357.70 beschik
baar zal worden gesteld.
5 (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om te besluiten dat de gemeente als borg
zal optreden voor de betaling van rente en aflossing
van een bedrag ad f 316.670.door Kingma's Bank
te Leeuwarden te verstrekken aan de Vereeniging voor
Volkshuisvesting te Leeuwarden voor den bouw van
105 woningen (bijlage no. 25).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 35 (agenda sub 46).
6 (Agenda no. 7). Rapport der Commissie, belast
geweest met het onderzoek der gemeenterekening, dienst
1922, met de verantwoording van Burgemeester en
Wethouders (bijlage no. 26).
De gemeenterekening, dienst 1922, wordt met alge
meene stemmen onveranderd voorloopig vastgesteld.
De op 4 September j.l. afgetreden en de tegenwoor
dige wethouders onthouden zich van medewerking.
7 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van de gemeente-begrooting,
dienst 1923.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot aanvulling der verordening tot voor
ziening tegen en bij brand (bijlage no. 23).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries merkt op dat men hier nu wel
voorschrijft dat in de auto-garage zand aanwezig moet
zijn, maar wil vragen of het ook wenschelijk zou zijn
dat deze bepaling zoo wordt uitgebreid, dat het zand
ook steeds voor het grijpen moet liggen. Het is best
mogelijk dat, wanneer men dat zand daar een half jaar
of langer in een hoek heeft liggen, er een zak anthraciet
of iets anders bovenop wordt gegooid en dan heeft men
het toch niet bij de hand. Zonder nadere omschrijving
lijkt spreker deze verordening een wassen neus, wan
neer het zand in zoo'n hoek verborgen ligt, kan men het
niet gebruiken.
De Voorzitter Ik wil er U even opmerkzaam op
maken dat in de verordening staat
die als bedrijf een automobielgarage
houdt of gebruikt, en daarin niet voor onmiddellijk
gebruik bij brand gereed heeft liggen een hoeveelheid
droog, zuiver zand van ten minste 1 Hectoliter."
Men is dus al strafbaar, indien het zand niet altijd
voor onmiddellijk gebruik bij brand gereed ligt. Men
kan echter moeilijk zeggen dat het verboden is er een
zak anthraciet op te zetten.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9 (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan F. Hoeksma en F. Tiemersma in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de
Fonteinstraat.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres van 15 Juni 1.1. hebben de heeren F. Hoeksma
en F. Tiemersma alhier verzocht om hun in erfpacht
af te staan een perceel bouwterrein gelegen aan de
Fonteinstraat, onmiddellijk naast en ten oosten van het
terrein, dat aldaar aan den heer H. van der Veen in
erfpacht is afgestaan.
De adressanten waren blijkens de bij de aanvrage
om bouwvergunning overgelegde teekeningen voorne
mens om op het bedoelde terrein drie woningen te
stichten, n.l. twee met het front naar de Fonteinstraat
en ééne met het front naar de strook grond, die ten
oosten van het aangevraagde terrein voor straat is open
gehouden. Daar de bedoelde strook in deneerstkomenden
tijd niet voor straataanleg noodig is, zal aan de adres
santen in verband met artikel 2 der Bouwverordening
geen vergunning tot bouwen kunnen worden verleend.
Wij hebben hen hiermede en met de overige voorwaar
den in kennis gesteld en zijn met hen tot overeenstem
ming gekomen.
De grondprijs zal zijn 9.per M2., welke prijs ook
voor het naastliggende bouwterrein is bedongen.
De Directeur der gemeentewerken kan zich blijkens
zijn advies met deze uitgifte vereenigen.
Onder overlegging van de stukken hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten
aan F. Hoeksma en F. Tiemersma alhier tot
31 December 1990 in erfpacht af te staan een ge
deelte van het perceel kadastraal bekend sectie D no.
1716 en gelegen aan de Fonteinstraat, als op de bij dit
besluit behoorende situatieteekening nader is aange
geven, ter grootte van ongeveer 450 M2., de juiste
grootte nader door een landmeter van het kadaster op
te meten, zulks op de volgende voorwaarden
1. op het terrein mogen tot op het tijdstip dat
Burgemeester en Wethouders zullen vaststellen niet
meer dan twee woningen worden gebouwd, die met het
front naar de Fonteinstraat moeten zijn gelegen
2. de canon wordt berekend naar een waarde van
9.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar
3. de rooilijn ter plaatse wordt 5.40 M. uit den
achterkant van het trottoir aan de Fonteinstraat en zal
aan de oostzijde nader door den dienst der gemeente
werken worden aangewezen
4. de erfpachters storten binnen tweemaal 24 uren,
nadat zij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis hebben bekomen, een bedrag van 202.50 ten
kantore van het gemeentelijk grondbedrijf, als waarborg
voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hun
na voldoening daaraan op aanvrage wordt teruggegeven;
5. de erfpachters zorgen voor de plaatsing van een
schutting van 2 M. hoogte aan de zuidzijde van het
aangevraagde terrein en houden die schutting steeds in
goeden staat, een en ander ten genoegen van Burge
meester en Wethouders
6. de erfpachters moeten gedoogen, dat de gemeente
desverlangd op een afstand van minder dan 2 M. van
de sub 4 genoemde schutting op haar terrein boomen
doet planten
7. de erfpachters doen afstand van de rechten, hun
toegekend in artikel 714 van het Burgerlijk Wetboek
ten opzichte van de sub 5 bedoelde boomen, die op het
terrein, dat aan de gemeente toebehoort, staan
8. voor den afstand van het terrein zijn verder van
toepassing voorzoover mogelijk en niet in strijd met
het bovenvermelde de bepalingen betreffende de uit
gifte van bouwterrein, gelegen tusschen Oostersingel en
Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente
Leeuwarden.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 October 1923. 189
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het'voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer Tiemersma onthoudt zich van stemming.
10 (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan M. Spandaw in erfpacht af te staan
een perceel bouwterrein aan het Kalverdijkje.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres van 29 Augustus 1923 heeft de heer
M. Spandaw alhier tot ons het verzoek gericht om hem
in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan het
Kalverdijkje. Het aangevraagde terrein is gelegen ten
noordoosten van de kruising van de Schapestraat en
het Kalverdijkje en heeft langs den weg gemeten een
lengte van 42 M.
Wij hebben den adressant met de gebruikelijke voor
waarden in kennis gesteld en zijn met hem tot overeen
stemming gekomen. De grondprijs waarnaar de canon
zal worden berekend bedraagt 5.50 per M2., welke
prijs voldoende is te achten en overeenkomt met dien,
welke in dat stadsgedeelte voor soortgelijke terreinen
is bedongen. De Directeur der gemeentewerken kan
zich blijkens zijn advies met dezen afstand in erfpacht
vereenigen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te besluiten
aan M. Spandaw alhier tot 31 December 1990 in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan het
Kalverdijkje, ten noordoosten van de kruising van de
Schapestraat met het Kalverdijkje en uitmakende ge
deelten van de perceelen kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie G nummers 3448 en 3449, ter lengte
langs den weg gemeten van 42 M. en ter diepte van
ongeveer 21 M., alzoo ter grootte van ongeveer 882 M2.,
zooals op een bij dit besluit behoorende situatieteekening
in rood is aangegeven, zulks op de volgende voor
waarden
1. de canon wordt berekend naar een grondwaarde
van 5.50 per M2. en een rentevoet van 6 per jaar
2. de rooilijn voor de bebouwing zal nader door den
dienst der gemeentewerken worden aangewezen
3. de adressant stort binnen tweemaal 24 uren, nadat
hij van het raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis
heeft bekomen, een bedrag van 242.ten kantore
van het gemeentelijk grondbedrijf als waarborg voor de
nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem na vol
doening daaraan op aanvrage wordt teruggegeven
4. voor den afstand in erfpacht zijn verder van toe
passing voorzoover mogelijk en met het bovenstaande
niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte
in erfpacht van bouwterreinen gelegen tusschen Ooster
singel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de
gemeente Leeuwarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11 (Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om voor het onderwijs in het koken aan
leerlingen bij het vervolgonderwijs geen gelden beschik
baar te stellen.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij besluit van Uwe vergadering van 13 April 1920
werd aan ons voor het dienstjaar 1920 een crediet ver
leend van 150.voor het doen geven van onderwijs
in het koken aan leerlingen der gemeentelijke herha
lingsschool (nu vervolgonderwijs) voor meisjes en wel
door die leerlingen te laten deelnemen aan een cursus
in dat leervak aan de industrie- en huishoudschool
alhier.
Zooals uit ons daartoe betrekkelijk voorstel blijkt
vroeg die inrichting voor het geven van dat onderwijs
25.per leerling.
Ook over volgende jaren is steeds een bedrag voor
dit onderwijs op de gemeente-begrooting terug te vin
den, met als gevolg, dat over het dienstjaar 1922
450.is en naar alle waarschijnlijkheid over 1923
ongeveer 600.zal moeten worden uitgekeerd.
Wij hebben ons de vraag gesteld, of onder de tegen
woordige tijdsomstandigheden dergelijke uitgaven zijn
te verdedigen. Alleen de wenschelijkheid, niet de nood
zakelijkheid zou kunnen worden betoogd.
Bovendien moet hierbij niet uit het oog worden ver
loren dat de kosten van het vervolgonderwijs voortaan
geheel voor gemeente-rekening komen, zulks in afwij
king van vroeger, toen de jaarwedden van het daaraan
verbonden onderwijzend personeel, welke wel de be
langrijkste uitgaaf van dat onderwijs vormen, door het
Rijk werden vergoed. Het gevolg is dus dat de gemeente
zich voor dit onderwijs belangrijke geldelijke offers zal
moeten getroosten. In verschillende gemeenten is dan
ook reeds besloten bedoeld onderwijs niet meer te geven.
In afwachting van de latere definitieve beslissing
omtrent het voortbestaan van het vervolgonderwijs
stellen wij U voor te besluiten
voor het geven van onderwijs in het koken aan leer
lingen van den cursus voor vervolgonderwijs voor
meisjes geene gelden uit de gemeentekas meer beschik
baar te stellen.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Ik kan met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders niet mee
gaan, omdat ik het kookonderwijs niet alleen gewenscht,
maar ook noodzakelijk acht en omdat het èn door de
kinderen èn door de ouders wordt gewaardeerd. Ik kan
mij niet voorstellen dat de Raad in dat voorstel kan
meegaan. Dat het onderwijs eenigszins duur was en
daardoor het bedrag een beetje hoog is opgeloopen,
daarin kan ik wel meegaan. Ik heb echter met het be
stuur van de Huishoudschool de zaak overwogen en
meen nu een oplossing te hebben gevonden, door het
bedrag per leerling te verlagen. Dat bedrag is voor
eenige jaren vastgesteld, toen eigenlijk alles duur was,
maar na overleg en besprekingen met het bestuur is mij
gebleken, dat dit bedrag tot op de helft kan worden ver
laagd, dus van 25.op 12.50 kan worden gebracht,
maar dat dan in plaats van 24 lessen 20 lessen worden
gegeven. Het bedrag kan ook daarom zooveel lager
worden gesteld, omdat er een derde leerkracht bij is
aangesteld met minder akten, die dus ook minder betaald
behoeft te worden.
Voor 300.kan dus de kookcursus met 20 lessen
aan 24 meisjes dezen winter doorgaan. Ik hoop van
harte dat de Raad in dit gewichtige voorstel kan mee
gaan; ik acht de cursus niet alleen gewenscht maar ook
noodzakelijk, ook omdat de leerlingen daar niet alleen
koken leeren, maar ook van de leeraressen nog zooveel
leeren, dat haar in het later leven te pas komt. Ik zou
dus graag willen dat Burgemeester en Wethouders mijn
voorstel wilden overnemen om 300.— voor den kook
cursus toe te staan en dat de Raad daarin wilde mee
gaan.
De heer H. de Boer: Ik wensch mij aan te sluiten bij
hetgeen mevrouw Buisman heeft betoogd, voor wat
betreft de wenschelijkheid, om het ontvangen van kook
les door meisjes, die vervolgonderwijs ontvangen, te
doen voortbestaan. Ik heb mij ook van verschillende
kanten laten inlichten en mij is daarbij gebleken dat dit
onderwijs niet alleen zeer op prijs wordt gesteld, maar
dat het ook een zeer nuttige zijde heeft, zooals terecht
door mevrouw Buisman is uiteengezet.
In hoeverre daarvoor nu een minder groot bedrag