Vergaderino van Dinsdag 12 Mel 1921.
yv t <v
Op voorstel van den Voorzitter wordt de openbare
behandeling van dit punt voorafgegaan door een beslo
ten zitting.
Na heropening der openbare vergadering deelt de
Voorzitter mede dat Burgemeester en Wethouders naar
aanleiding van de besprekingen, die er in de geheime
vergadering zijn geweest, voorstellen dit punt tot de
volgende vergadering aan te houden.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen
besloten.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Mei 1925. 109
Tegenwoordig 24 leden, te weten: de heeren O. F.
de Vries, Fransen, Muller, Lautenbach, Van der Laan,
Dijkstra, Wölcken, H. de Boer, mevrouw Buisman
Blok Wijbrandi, de heeren Cohen, Scheltema, K. de
Boer, Van der Veen, Hooiring, Tiemersma, B. Molenaar,
Hofstra, Van der Schoot, Oosterhoff, Visser, IJ. de Vries,
Westra, Botke en Beekhuis.
Afwezig, met kennisgeving, 3 leden, de heeren Koop-
mans, M. Molenaar en Weiina.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
1. Wordt medegedeeld
1. dankbetuiging voor de gelukwenschen namens
het Gemeentebestuur en de burgerij aan H. M. de
Koningin aangeboden bij gelegenheid van de herden
king van den geboortedag van Hare Koninklijke Hoog
heid Prinses Juliana;
2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
raadsbesluiten van den 14 April 1.1. tot aankoop van een
perceel bouwterrein aan de Fonteinstraat van de wo-
ningvereeniging „Leeuwarden" en tot verkoop van een
gedeelte van de Wissessteeg aan D. Kalina;
3. grafische voorstelling betreffende het calorisch
effect en de samenstelling van het lichtgas der gemeen
telijke gasfabriek, bijgewerkt tot 19 April 1925;
4. dat Burgemeester en Wethouders hebben ge
gund
a. bij openbare aanbesteding den bouw van drie
transformator/wisjes ten behoeve van het gemeentelijk
electriciteitbedrijf aan A. Smit en S. Brandenburg, al
hier, voor 3360.
b. bij openbare inschrijving de huur van grasgewas
en wel aan
5. van der Meulen, perceel 1 voor 12.perceel 5
voor 4.beide voor het tijdvak van 1 Mei 1925 tot
15 October 1925 en perceel 7 voor 22.per seizoen
voor het tijdvak van 1 Mei 1925 tot 15 October 1927;
M. en A. Poelsma perceel 2 voor 577.75 voor het
tijdvak van 1 Mei 1925 tot 15 October 1925;
J. Niemendal perceel 3 voor 125.15 voor het tijdvak
van 1 Mei tot 15 October 1925;
B. Wiebenga perceel 4 voor 45.05 en perceel 6 voor
75.06 voor het tijdvak van 1 Mei 1925 tot 15 October
1925;
W. Miedema perceel 8 onderdeel B voor 35.per
seizoen gedurende het tijdvak van 1 Mei 1925 tot 15
October 1927;
K. Wagenaar perceel 8 onderdeel C voor 15.per
seizoen gedurende het tijdvak van 1 Mei 1925 tot 15
October 1927;
c. de pacht van het recht tot het aanbrengen van
electrische lichtreclameapparaten aan zes lichtmasten of
-palen in de gemeente voor den tijd van drie jaar, in
gaande 1 Juni 1925, aan S. Bouman voor 300.per
jaar.
De mededeelingen sub 14 worden voor kennisge
ving aangenomen.
II. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1 (Agenda no. 2). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van het verslag betreffende
de wijze, waarop het op de gemeente-begrooting voor
1924 toegestaan bedrag voor het in artikel 36 der
Leerplichtwet omschreven doel is besteed.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries zegt dat de Raad deze post wel
zal moeten goedkeuren, maar omtrent de wijze waarop
de uitdeeling is gehouden zou spreker wel een paar
opmerkingen willen maken. Hij hoopt dat daar tenminste
eenige rekening mee zal worden gehouden en zou er
gaarne de aandacht van den wethouder van Onderwijs
op willen vestigen dat de eenheidsprijs bij de verschil
lende scholen zoo enorm verschilt, dat die is bij de
laagste 6.en zooveel per leerling en bij de hoogste
14.Bij de verschillende scholen zijn de prijzen die
men voor de boter en de kaas besteedt zeer verschillend.
Alen heeft kaas gekocht van 60 cent per pond, wat toch
40 plus is, maar ook van 80 en 85 cent per pond, wat
volvette kaas is en die, naar het spreker voorkomt, nog
niet eens door burgermenschen wordt gebruikt. Ten op
zichte van de uitvoering en toepassing is dan ook wel
te bezuinigen, zoo, dat de eenheidsprijs van de eene
school niet meer dan het dubbele bedraagt dan die van
de andere. Spreker meent dat hierin verandering moet
worden gebracht. Hij zal nie.t op een cent zien, maar het
moet toch gewijzigd worden. Het schijnt dat de zaak
thans is overgelaten aan de uitvoerders, zonder toezicht
van de gemeente waar wordt gekocht en wat wordt
gekocht.
Den heer H. de Boer (wethouder) is het ook opge
vallen dat er nog al eenig verschil is bij de verschillende
scholen. Dit verslag gaat over het jaar 19241925.
Dat er hier bezuinigd zal moeten worden gelooft spreker
niet, maar wel zal men moeten trachten een beetje meer
eenheid te krijgen, die meening is spreker ook toege
daan. Spreker wil graag namens zichzelf en hij meent
ook wel namens het geheele college toezeggen dat daar
aan aandacht zal worden geschonken.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Den heer K. de Boer is het zoopas ontgaan toen de
Voorzitter bij de mededeelingen voorlas de gunning van
de lichtreclames. Spreker vraagt daarover nog een paar
woorden te mogen zeggen.
De Voorzitter: Als de Raad er geen bezwaar tegen
heeft, mij best.
De Raad heeft hiertegen geen bezwaar.
De beraadslagingen over punt 4c der mededeelingen
(I) worden geopend.
De heer K. de Boer weet niet of het doen plaatsen
van lichtreclames alleen een zaak van Burgemeester en
Wethouders is of dat het ook een zaak van den Raad is,
maar dat kan op het oogenblik niet meer beslist worden,
omdat de plaatsing reeds is gegund. Toch wil spreker
zijn spijt uitdrukken dat ook onze stad voortaan ont
sierd zal worden door lichtreclames. Tot nog toe vorm
den wij hier in dat opzicht een eiland in zee, was dat
hier nog niet doorgedrongen. Het begin is er nu, maar
nu dat er is hoopt spreker ook dat het bij dat begin
blijft. De steden worden over het algemeen ontsierd
door lichtreclames en het zal ook niet tot de versiering
van onze stad bijdragen, wanneer die hier worden ge
plaatst. Spreker hoopt daarom dat het bij deze vier zal
blijven.
De Voorzitter wil daar wel even op antwoorden. Op
de vraag wie ten slotte deze lichtreclames in de hand
heeft kan hij antwoorden dat deze zaak is gegund door
Burgemeester en Wethouders en dat dezen er ook over
hebben gesproken dat de reclames zoo moeten zijn dat
zij geen wanstaltige gedaante aannemen. Spreker wil