Vergadering van Dinsdag 26 Mei 1925. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Mei 1925. 123 Tegenwoordig 25 leden, te weten: de heeren H. de Boer, Dijkstra, Muller, Fransen, mevrouw Buisman Blok Wijbrandi, de heeren Wölcken, O. F. de Vries, Lautenbach, B. Molenaar, Van der Laan, Visser, Cohen, Tiemersma, K. de Boer, Hofstra, Van der Schoot, Schel- tenra, Weinra, Botke, Hooiring, Van der Veen, Ooster- hoff, IJ. de Vries, Beekhuis en Westra. Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving de heer Koopmans, zonder kennisgeving de heer M. Molenaar. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. 1. Wordt medegedeeld 1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten van den 28 April 1.1. tot verhuring van de voormalige Korenmeterswacht aan de Nieuwekade aan de afdeeling Leeuwarden van den Centralen Bond van Transportarbeiders, van de gemeentelijke schiet baan aan het Rijk en tot afstand van terreinen in erf pacht aan J. en H. Hettema, S. van der Kaars en A. Winters en G. de Wilde; 2. rapport omtrent het opnemen der kas van de Gemeentereiniging. De punten sub 1 en 2 worden voor kennisgeving aan genomen. 3. bezwaarschrift van J. A. Landstra tegen zijn aan slag in de bijzondere belasting wegens den aanleg van een riool in den Stienserweg, dienst 1925; 4. schrijven van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Friesland, waarbij in overweging wordt gegeven de keurloonen voor in deze gemeente ingevoerd spek en vleeschwaren af te schaffen. De stukken sub 3 en 4 worden in handen van Burge meester en Wethouders gesteld om prae-advies. 5. adres van den kring Leeuwarden van den Bond van Nederlandsche architecten om het voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende gemeentelijken woningbouw aan den Weg naar Cambuur niet aan te nemen, zonder de betrokken woningbouwvereenigingen te hebben gehoord. Wordt, nadat door den Secretaris lecture is gedaan van dit adres, dat pas hedenochtend laat is ingekomen, bij de stukken gevoegd, die onder punt 8 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 6. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare aanbesteding hebben gegund ci. aan R. Ypeij te Witmarsum de levering van 200 H.L. witte haver ten behoeve van de Gemeentereiniging voor 13.50 per 100 K.G. b. aan P. Westerbaan, alhier, de uitbreiding van de school voor middelbaar onderwijs voor meisjes voor 30.880.—. Het bij raadsbesluit van 14 April 1.1. voor deze uitbrei ding toegestaan crediet bedraagt, behalve de algemeene onkosten, 28.600.de aanbestedingssom vordert, be halve die kosten, 30.880.Burgemeester en Wethou ders stellen daarom voor het toegestaan crediet met het noodige bedrag te verhoogen. De mededeelingen sub 6a en b eerste lid worden voor kennisgeving aangenomen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub 6b, tweede lid. 7. uitnoodiging van de gemeentelijke commissie tot voorlichting bij beroepskeuze tot een bijeenkomst op Vrijdag 29 Mei a.s., des avonds te 7Y2 uur, in het af- rekenlokaal van het Beursgebouw, waarin die commissie door Burgemeester en Wethouders zal worden geïnstal leerd, nu zij in staat is aan belanghebbenden advies te verstrekken. De Secretaris doet lecture van de uitnoodiging, die wordt geacht hiermede te zijn overgebracht. De heer Fransen (wethouder) meent, naar aanleiding van de mededeeling dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het raadsbesluit tot afstand van terrein aan den weg naar het nieuwe aschland in erfpacht aan S. van der Kaars, namens Burgemeester en Wethouders te moeten meedeelen dat door den directeur van de Reiniging bezwaar is gemaakt tegen het al te dicht plaatsen van de te bouwen lompen- en beenderenberg- plaats bij de woning van den opzichter van het asch land. In overleg nu met Van der Kaars is overeengekomen dat de afstand tusschen de woning van den opzichter en de te bouwen bergplaats 100 M. zal bedragen en is goedgevonden dat een gelijk stuk grond 85 M. meer naar het westen in erfpacht zal worden uitgegeven, op dat de opzichter niet te veel last van de bergplaats en van de onaangename lucht zal ondervinden. Spreker wil daarom namens Burgemeester en Wethouders voorstel len goed te keuren dat het in erfpacht uit te geven ter rein aan Van der Kaars 85 M. naar het westen opschikt. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals dat bij monde van den heer Fransen is aange bracht. II. De Voorzitter deelt mede dat van den heer Dijkstra nog is ingekomen de volgende interpellatie „Ondergeteekende vraagt bij deze verlof Burge meester en Wethouders in de raadszitting van heden te interpelleeren over de zeer langzame wijze, waarop de herstelling geschiedt van de Eerste Kanaalsbrug." Spreker merkt op dat art. 65 van het pas onlangs ge wijzigde Reglement van Orde zegt dat dergelijke inter pellaties, spoedeischende gevallen uitgezonderd, min stens zes dagen van te voren bij den Voorzitter van den Raad moeten zijn ingekomen. De Raad zal hier dus in de eerste plaats moeten uitmaken of het hier een spoed- eischend geval is en verder zullen Burgemeester en Wethouders moeten uitmaken, als wordt beslist dat het een spoedeischend geval is, of zij in staat zijn nu te antwoorden. De heer Dijkstra: Deze zaak loopt nu toch af. 'k Heb het er wel in gezet om heden antwoord te ontvangen, maar 't kan om mij over 14 dagen ook wel. De Voorzitter: Dan zullen Burgemeester en Wethou ders over 14 dagen hierop antwoorden. III. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. (Agenda no. 2). Voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan: a. W. van der Kooij (Poppeweg) b. F. Hoeksma en F. Tiemersma (Biidtschestraat hoek Molenstraat). Deze voorstellen luiden als volgt a. Bij schrijven van 12 Februari 1925 richtte de heer W. van der Kooij, alhier, tot ons het verzoek om aan hem een perceel bouwterrein aan de westzijde van den Poppeweg in erfpacht af te staan. Het door den adres sant bedoelde terrein ligt onmiddellijk ten noorden van de erven der aan het Noordvliet staande panden en maakt een zuidoostelijk gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no. 9403 uit. Later verzochten W. van der Kooij voornoemd en B. van der Kooij, alhier, gezamenlijk om het boven ver melde terrein in erfpacht af te staan aan laatstgenoemde, die verklaarde bereid te zijn de voorwaarden te aan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1925 | | pagina 1