Versadering van Dinsdag 2] Maart 1926. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Maart 1926. 45 Tegenwoordig 23 leden, te weten: de heeren Fransen, Lautenbach, H. de Boer, Dijkstra, Beekhuis, Tiemersma, Posthuma, Scheltema, Visser, Botke, Weima, M. Mole naar, Hofstra, Van der Schoot, Van der Veen, O. F. de Vries, Hooiring, Muller, K. de Boer, Westra, B. Mole naar, Oosterhoff en IJ. de Vries. Afwezig, met kennisgeving, 4 leden, te weten: me vrouw Buisman—Blok Wijbrandi en de heeren Wölcken, Cohen en Koopmans. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. De verslagen der vergaderingen van 7 en 22 De cember 1925 worden onveranderd vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. rapporten omtrent de opneming van de kassen van het bedrijf der gemeentegasfabriek, het gemeentelijk electriciteitbedrijf, het bedrijf der gemeentereiniging en het gemeentelijk woningbedrijf. Worden voor kennisgeving aangenomen. 2. schrijven van mr. H. Hannema, houdende verzoek om hem, wegens vertrek uit de gemeente, ontslag te willen verleenen als Voorzitter van de commissie voor de arbeidsbemiddeling en werkloosheidsverzekering. Het gevraagde ontslag wordt verleend, onder dank betuiging voor de in deze hoedanigheid aan de ge meente bewezen diensten. 3. adres van E. Rozenberg, alhier, houdende ver zoek hem toe te staan de in het abattoir voor export te slachten dieren met zijn eigen weegtoestel te wegen en zoo noodig, deze dieren gratis in de stalling van het bedrijf onder te brengen. Wordt voorgesteld dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De beraadslagingen worden geopend. De Voorzitter wil hierbij wel even een kleine toelich ting geven, hoe deze zaak in de wereld gekomen is. Onlangs is er een vraag ingekomen van enkele export slagers, die wilden garandeeren een zeker aantal stuks vee, n.l. 3000 per jaar, in het abattoir te slachten, met een opbrengst voor het abattoir van minstens 600. Die exportslagers zijn menschen, die niet in Leeuwarden wonen, maar die hier in het abattoir wilden slachten tot nog toe deden zij dat hier niet. Nu voorziet de verordening in een dergelijke bepaling in het geheel niet en nu hebben Burgemeester en Wet houders gemeend dat in dezen een proef moest worden genomen of werkelijk iets dergelijks zou kunnen op gaan; als dat toch meer zou gebeuren, zou het abattoir daardoor meer rendabel kunnen worden gemaakt. Er is nu met die menschen een voorloopige schikking aangegaan zij betalen de gewone slachtrechten voor export, maar garandeeren daarbij minstens het slachten van 3000 stuks en zullen, als zij minder slachten, moeten betalen alsof er door hen was geslacht. Wat nu de bepaling betreft, dat zij de eerste 24 uur geen stalgeld behoeven te betalen, gelooft spreker, dat die in de practijk niet erg tot haar recht zal komen, omdat de practijk zoo is, dat voor de exportslagers in Leeuwarden ook niet precies wordt gekeken of het al 5 uur is; er wordt niet precies op gelet of men dan al klaar is of dat men nog iets langer tijd noodig heeft, zoodat ook daar den langeren tijd niet in rekening wordt gebracht. In de practijk zal dus van die bepaling geen gebruik worden gemaakt. In de tweede plaats is aan bedoelde exportslagers toegestaan, dat zij hun eigen weegtoestel mogen ge bruiken. Daarin voorziet de verordening ook niet daarin staat wel dat, als men van het weegtoestel van het abattoir gebruik maakt, men dan, naar spr. meent, 25 cent moet betalen, maar er staat niet dat men ver plicht is daarvan gebruik te maken. Burgemeester en Wethouders hebben nu gemeend een dergelijke proef te moeten nemen, omdat werkelijk een dergelijke garantie in het belang kan zijn van het abattoir en zij zijn ook bereid om, als de heer Rozen berg ook het slachten van 3000 stuks vee en het be talen van minstens 600.wil garandeeren, ook aan hem die verschillende faciliteiten toe te staan. Daar is niets geen bezwaar tegen. De heer Rozenberg zegt echter dat hij dat niet wil en toen hebben Burgemeester en Wethouders zich op het standpunt gesteld: als hij dat niet wil, kan er geen kwestie zijn van faciliteiten. De heer Van der Veen meent uit de woorden van den Voorzitter gehoord te hebben dat, waar in de verorde ning niet staat dat het weegtoestel van het abattoir ge bruikt moet worden, op grond daarvan aan Jellema vergunning is gegeven om zijn eigen weegtoestel te gebruiken. Maar daaruit volgt dan ook dat aan het eerste verzoek van Rozenberg, om zijn eigen weegtoe stel te gebruiken, kan worden voldaan en dat dit niet alleen aan hem maar ook aan andere personen kan worden toegestaan. Of is dat niet de lezing De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen zich op het standpunt dat, wanneer iemand werkelijk 3000 stuks slacht, men hem dan wel het gebruik van zijn eigen weegtoestel kan toestaan, maar dat, als hij dat niet doet, hij niet zijn eigen weegtoestel mag ge bruiken. De verhouding van iemand, die 3000 stuks slacht, is tegenover de gemeente een andere dan van iemand die veel minder, b.v. 3 of 4 stuks per week, slacht. Wanneer iemand zoo'n groot aantal wil garan deeren. kan de gemeente hem wel ter wille zijn, door hem het gebruik van zijn eigen weegtoestel toe te staan. Ik wil ook wel zeggen dat, als het iets meeloopt, dat aantal van 3000 per jaar nog royaal zal worden over schreden; Burgemeester en Wethouders hebben alleen maar een garantie gevraagd van 3000 en dat hebben bedoelde exportslagers graag willen accepteeren, maar vermoedelijk zullen zij veel meer slachten. Daardoor wordt hun verhouding tot de gemeente een geheel andere dan die van iemand, die den eenen keer wat minder en den anderen keer weer wat meer slacht. Het zou niet goed zijn te bepalen dat ieder gebruik kan ma ken van zijn eigen weegtoestel; alleen ten opzichte van hen, die een heel groot gebruik maken van het abattoir, kan een uitzondering worden gemaakt. Alles geschiedt hier echter nu nog slechts bij wijze van proef. Mocht er een wijziging der verordening noodig zijn, dan zullen Burgemeester en Wethouders daar wel mee komen, maar formeel geloof ik niet dat Burgemeester en Wethouders daarmee op het oogen- blik behoeven te komen. De beraadslagingen worden gesloten. Het adres sub 3 wordt voor kennisgeving aange nomen. 4. adres van de Friesche Vereeniging van Markt kooplieden, houdende verzoek het sluitingsuur van de weekmarkt op Vrijdag gedurende het tijdvak van 1 April tot 1 October te stellen op 4 uur. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om prae-advies. 5. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond om Burge meester en Wethouders uit te noodigen ten spoedigste het door de Commissie voor Georganiseerd Overleg

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 1