Hüjateii van Dinsdag 14 Drabai 1926. 354 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 November 1926. Voortzetting der vergadering op Maandag 29 November 1926. dus Gedeputeerde Staten zouden bereid zijn om een bedrag van 10.000.toe te staan voor het waarborg fonds. Toen de zaak de vorige maal in behandeling was, heeft spreker voorgesteld om in het waarborgfonds deel te nemen voor een bedrag van 20.000.omdat hij meende dat Leeuwarden als hoofdstad van de provincie iets meer moest doen dan Burgemeester en Wethouders voorstelden. Toen is echter het voorstel, dat de verste strekking had, in stemming gekomen en aangenomen, maar nu wordt hier door de overzijde de indruk ge geven dat men daar óók is voor een waarborgsom van ten hoogste 20.000. De heer K. de Boer: Dat is niet juist. De heer IJ. de Vries krijgt hier toch dien indruk; men wil in elk geval niet meer. Spreker wil nog wel het voorstel doen om de deelneming vast te stellen op 20.000.—. De Voorzitter zegt dat de heele zaak deze is, dat men wel 30.000.wil voteeren, maar dat men daarbij de heilige overtuiging heeft dat men dat geheele bedrag toch nooit behoeft uit te betalen. Zoo is de zaak. Wil men nu zuiver zijn, dan is het beter óf de deelneming 10.000.terug te brengen óf te aanvaarden als ma ximum een nadeelig saldo, zooals de Raad destijds de S deelneming in het waarborgfonds heeft aanvaard. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1926. 355 Tegenwoordig 25 leden, te weten: de heeren K. de Boer, Visser, Botke, Dijkstra, Lautenbach, Tiemersma, Posthuma, Weima, Oosterhoff, Hofstra, Scheltema, Hooiring, Van der Veen, Wölcken, Van der Schoot, Muller, M. Molenaar, O. F. de Vries, Koopmans, B. Molenaar, Beekhuis, Westra, IJ. de Vries, Cohen en mevrouw BuismanBlok Wijbrandi. Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving de heer H. de Boer en zonder kennisgeving de heer Fransen. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. De verslagen der vergaderingen van 12 en 26 October 1926 worden onveranderd vastgesteld. II, Wordt medegedeeld 1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten d.d. 26 October 1.1. tot ruiling van een perceeltje grond aan de Oostzijde van het Oranjewaltje; d.d. 9 November LI. tot afstand in erfpacht van bouw terrein aan de Marssumer- en de Bernhardus Buma- straten, tot verhuring van grond aan den Groninger straatweg, van weiland aan den Schapedijk en tot af koop van een eeuwige rente ten voordeele der gemeente rustende op een fabriek onder Huizum; d.d. 12 November 1.1. tot het aangaan van onder- I fcandsche geldleeningen; I 2. rapporten omtrent de opneming der kassen van de gemeentelijke gasfabriek, het gemeentelijk electrici- teitbedrijf en het openbaar slachthuis. De mededeelingen sub 1 en 2 worden voor kennis geving aangenomen. 3. bericht van mevr. J. M. CathDirksen, dat zij hare functie als lid van het bestuur der woningvereeni- ging „Leeuwarden", daarin vertegenwoordigende de gemeente, wenscht neer te leggen. Wordt voorgesteld dit bericht voor kennisgeving aan te nemen, met dankbetuiging voor de als zoodanig aan de gemeente bewezen diensten. De beraadslagingen worden geopend. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi wil naar aan leiding van dit schrijven even releveeren dat deze brief de persoonlijke opvatting weergeeft van mevrouw Cath; spreekster hoopt niet dat Burgemeester en Wethouders de conclusie zullen trekken dat, wat mevrouw Cath in dezen brief schrijft, overweging verdient bij een vol gende vacature. De Voorzitter: 't Is alleen maar een klein stropje geweest, mevrouw. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 4. adres van P. S. de Boer, om hem in de betaling van de pachtsom voor de pont over de gracht bij den Prinsentuin tegemoet te komen. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld ter afdoening. 5. dat Tj. Rinsema heeft voldaan de achterstallige huurpenningen voor het winkelhuis Wirdumerdijk no. 5a. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 6. dat Burgemeester en Wethouders den Raad in overweging geven in te trekken zijn besluit van den 9en October 1917, no. 433R/223, waarbij aan P. N. van Zuijlen en zijne rechtverkrijgenden vergunning werd verleend tot het leggen en tot wederopzeggens hebben van een dam in de sloot tusschen het toenmalig kadas trale perceel sectie D no. 1136 en den Stienserweg, aangezien het bedoelde gedeelte van de sloot is gedempt. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten. 7. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare inschrijving hebben verkocht a. aan R. S. Timmermans, alhier, eenige op stam staande te vellen boomen, voor 469. b. aan H. Lammertsma te Bolsward, op afbraak een houten barak aan de Engelschestraat voor 625. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 8. De Voorzitter deelt nog mede, dat een adres is binnengekomen dat niet bij de stukken heeft ge legen, omdat het na het verschijnen van de agenda is ingekomen van K. de Liaan en T. van der Hoek, houdende verzoek tot wijziging van een gedeelte rooilijn aan de Marssumerstraat. De Secretaris doet op verzoek van den Voorzitter voorlezing van dit adres. De Voorzitter licht de zaak toe. De Raad weet, dat in de vergadering van 9 November 1926 de rooilijn daar is gewijzigd. Deze was zoo vastgesteld, dat er op den hoek van de Marssumerstraat en de Franekerstraat voor de daar te bouwen perceelen een zeer groote voortuin zou overblijven; aangezien daardoor echter het terrein moeilijk verkoopbaar was, is in overeenstemming met adressanten voorgesteld de rooilijn van een gedeelte van dat perceel vooruit te brengen. Voordat adressanten cm dit perceel kwamen is eerst getracht het uit te geven op de oude rooilijn, maar dat is niet gelukt, omdat er dan te veel voortuin zou overblijven. Toen is er met adressanten een compromis aangegaan, zooals in de vergadering van 9 November is besloten daarvan hebben adressanten vooraf mededeeling gehad en daarop hebben zij het terrein aangevraagd. Nu wordt echter weer het verzoek gedaan om het gedeelte rooilijn, dat op de oude plaats is gebleven, óók nog een stuk vooruit te brengen. Burgemeester en Wethouders meenen dat daaraan niet meer moet worden voldaan. Er komt nog dit bij spreker heeft deze zaak zelf behandeld, waar de wethouder ziek is dat adres santen eerst genoegen hebben genomen met het voor stel van Burgemeester en Wethouders, zooals dat in de vergadering van 9 November is aangebracht, dat zij nadien weer bij Gemeentewerken zijn geweest met ver zoek om het bedoelde gedeelte van de rooilijn nog te wijzigen, welk verzoek daar is geweigerd, dat zij toen nog met hetzelfde verzoek bij spreker zijn geweest, die het ook heeft geweigerd en dat zij nu tóch maar hebben gebouwd, alsof er nooit een rooilijn was aangewezen en alsof er nooit overeenstemming was verkregen. Adressanten zijn zonder bouwvergunning en zonder de ter plaatse aangewezen rooilijn in acht te nemen met den bouw begonnen, de fundamenten liggen er reeds in en nu spijt het spreker zeer, maar Burgemeester en Wethouders meenen hun besluit toch te moeten hand haven. AAet algemeene stemmen wordt, overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, besloten het verzoek af te wijzen. III. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1926 | | pagina 1